[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Jasper Van Dijk over de maatregel van het College van Bestuur van de Universiteit van Amsterdam aangaande hogere kosten voor het volgen van vakken, zoals verwoord in de Kaderbrief 2009 van de instelling

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2008D12937, datum: 2008-10-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z04477:

Preview document (🔗 origineel)


  DOCPROPERTY adres  De voorzitter van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA Den Haag

 

 



	  DOCPROPERTY plaats   	  DOCPROPERTY _onskenmerk  Ons kenmerk 	Uw
brief van  DOCPROPERTY _uwbriefvan   	Uw kenmerk  DOCPROPERTY _uwkenmerk
  

30 oktober 2008  DOCPROPERTY datum   	HO&S/2008/71244	  DOCPROPERTY
uwbriefvan   	2080902890  DOCPROPERTY uwkenmerk   



  DOCPROPERTY _onderwerp  Onderwerp 	  DOCPROPERTY _bijlage   

Vragen van lid Van Dijk	  DOCPROPERTY bijlage_fmt   

Hierbij zend ik u de antwoorden op de Kamervragen van het lid  Van Dijk
(SP) over de maatregel van het College van Bestuur van de Universiteit
van Amsterdam aangaande hogere kosten voor het volgen van vakken, zoals
verwoord in de Kaderbrief 2009 van de instelling.

De vragen werden mij toegezonden bij uw bovenaangehaalde brief.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

dr. Ronald H.A. Plasterk

2008Z04477 / 2080902890

Vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) aan de minister van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap over hogere kosten voor studenten die extra vakken
volgen. (Ingezonden 16 oktober 2008)

1

Vraag: Wat is uw oordeel over het plan van de Universiteit van Amsterdam
om studenten die extra vakken volgen, zelf voor de kosten te laten
opdraaien? 

Antwoord: Ik ben van mening dat het geen goed voornemen is om studenten
die extra vakken willen volgen, zelf voor de kosten te laten opdraaien. 

2

Vraag; Vindt u het aanvaardbaar dat de Universiteit van Amsterdam (UvA)
de meerkosten voor het volgen van extra vakken op studenten afwentelt?
Deelt u de mening dat dit in strijd is met uw visie dat studenten die
meer studeren eerder financieel moeten worden beloond in plaats van
gestraft? 

Antwoord: Nee, ik vind dat niet aanvaardbaar. Het voornemen is inderdaad
in strijd met mijn visie dat studenten geprikkeld moeten worden om hun
talenten te ontwikkelen.  Ik heb in de door u aangehaalde toespraak ter
gelegenheid van de opening van het academisch jaar op 1 september jl.
het vragen van een hoger collegegeld een omgekeerde ‘beloning’
genoemd. Die mening ben ik nog steeds toegedaan, ook als het gaat om het
vragen van een extra bijdrage voor het volgen van een of meer extra
vakken. 

3

Vraag: Past het voornemen van de UvA om ambitieuze studenten meer te
laten betalen binnen uw eigen plannen met het hoger onderwijs (o.a. de
Strategische Agenda)? Zo ja, bent u bereid maatregelen te treffen om dit
alsnog tegen te gaan? Kunt u uw antwoord toelichten? 

Antwoord: Het voornemen van de UvA past niet in mijn plannen met het
hoger onderwijs. Ik ben van mening dat  maatregelen van mijn kant niet
nodig zijn, omdat het voornemen van de UvA in strijd met de wet is. De
wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek bepaalt
namelijk in artikel 7.34, eerste lid, onder a, dat de student die staat
ingeschreven voor een opleiding aan een instelling het recht heeft deel
te nemen aan het initieel onderwijs van die instelling. Daarop bestaan
enkele uitzonderingen zoals een opleiding waarvoor een numerus fixus
geldt. Blijkens de memorie van toelichting op het oorspronkelijke
wetsvoorstel voor de WHW (T.K. 1988-1989, 21 073, nr. 3, blz. 133)
betekent dit het recht deel te nemen aan het onderwijs van de gehele
instelling en niet alleen aan het onderwijs van de opleiding waarop de
inschrijving betrekking heeft. Dat recht mag niet worden beperkt door
extra geld te vragen voor de uitoefening daarvan. 

4

Vraag: Kunt u per instelling aangeven hoeveel studenten één of meer
extra vakken bovenop het standaardprogramma volgen?

Antwoord: Nee, ik heb daar geen gegevens over. Alle gegevens die
betrekking hebben op studenten staan in het Centraal Register
Inschrijvingen Hoger Onderwijs (Criho). Die gegevens zijn echter direct
gekoppeld aan een opleiding.  Daaruit blijkt dus niet welke extra vakken
zij doen. Voorts heb ik enige tijd geleden de instellingen gevraagd om
informatie over het aantal studenten dat extra vakken volgt met het
oogmerk die informatie op te nemen in ”Kennis in Kaart”, waarin de
resultaten staan van het beleid met betrekking tot het hoger onderwijs,
dat is uiteengezet in de Strategische agenda. Dit verzoek heeft niet tot
bruikbare informatie geleid. 

5

Vraag: Wat is uw reactie op de uitspraak van de VSNU- voorzitter, dat
het wrang is dat er minder geld per student is, ondanks ambitieuze
afspraken? Wat gaat u hiertegen ondernemen? 

Antwoord: In de Rijksbegroting 2009 zijn in lijn met de
meerjarenafspraken  met de VSNU extra middelen beschikbaar gesteld voor
de universiteiten waarmee de gezamenlijk gemaakte afspraken invulling
kunnen krijgen. De voorzitter van de VSNU en ik hebben de afspraken
samen ondertekend. 

  DOCPROPERTY _pagina  Fout! Onbekende naam voor documenteigenschap.   
PAGE  1 /  SECTIONPAGES   \* MERGEFORMAT  1 

 PAGE    

 PAGE   3 

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Rijnstraat 50,  Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag, T +31-70-4122016 F
+31-70-4123456 www.minocw.nl