[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden Rutte en Van Beek over afspraken over burgemeestersbenoemingen

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2008D13057, datum: 2008-10-31, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z04951:

Preview document (🔗 origineel)




		

	Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal  

	 

Postadres 	 

Postbus 20001	 

2500 EA  Den Haag



	Bezoekadres

	Binnenhof 19, Den Haag

 

Contactpersoon



R. van Zwol

 

E-mail

 

r.vanzwol@minaz.nl

 

Telefoon

 

070 356 44 13

	Fax	Datum	Kenmerk	Onderwerp

070 356 44 14	31 oktober 2008	3070434	Antwoorden kamervragen 



	Hierbij doe ik u mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties toekomen de antwoorden op de vragen van de leden
Rutte en Van Beek (beide VVD) d.d. 23 oktober 2008. 

DE MINISTER-PRESIDENT,

Minister van Algemene Zaken,

Mr.dr. J.P. Balkenende

2008Z04951 / 2080903410

Vragen van de leden Rutte en Van Beek (beiden VVD) aan de
minister-president, minister van Algemene Zaken over afspraken over
burgemeestersbenoemingen. (Ingezonden 23 oktober 2008)

1

In hoeverre zijn er voor, tijdens en na de totstandkoming van het
kabinet-Balkenende IV tussen de coalitiepartijen CDA en PvdA afspraken
over het verdelen van burgemeestersposten over deze partijen gemaakt,
dan wel zijn er specifieke afspraken over de burgemeestersbenoemingen in
Amsterdam en Rotterdam gemaakt? Zo ja, hoe luiden die afspraken? 1)

2

In hoeverre klopt het bericht dat de coalitiepartijen CDA en PvdA hebben
afgesproken dat deze partijen niet tegelijkertijd een kandidaat voor de
burgemeestersposten in Amsterdam en Rotterdam zouden leveren? 

3

Zijn de in vraag 1 en 2 bedoelde afspraken neergelegd in een zogenaamde
“sideletter”, naast het Coalitieakkoord, dan wel zijn deze afspraken
anderszins vastgelegd? Bent u bereid deze “sideletter”, dan wel de
anderszins gemaakte afspraken, openbaar te maken? Zo neen, waarom niet? 

4

In hoeverre acht u het maken van afspraken over burgemeestersbenoemingen
tussen partijen die een kabinet vormen, in overeenstemming met de letter
en de geest van de artikelen in de Gemeentewet die betrekking hebben op
de benoeming van de burgemeester? Hoe verhouden de afspraken over
burgemeestersbenoemingen tussen coalitiepartijen zich tot de rol en de
positie van de gemeenteraad in de benoemingsprocedure van de
burgemeester? 

Het kabinet heeft dergelijke afspraken niet gemaakt, noch tijdens zijn
totstandkoming, noch daarna.

De besprekingen ten behoeve van een kabinetsformatie hebben een
vertrouwelijk karakter en vinden plaats tussen delegaties van fracties
uit uw Kamer.

5

Hebt u de heer Aboutaleb, die vorige week door de gemeenteraad van
Rotterdam is voorgedragen als nieuwe burgemeester, toestemming gegeven
om te solliciteren naar de post van burgemeester in Rotterdam? Zo ja, op
basis van welke overwegingen hebt u dat gedaan? Is het niet gebruikelijk
dat bewindslieden, die solliciteren naar een andere functie, dat doen in
overleg met u als minister-president? 



6

Zijn er meer bewindslieden die naar het ambt van burgemeester van de
gemeente Rotterdam hebben gesolliciteerd, dan wel zijn er nu meer
bewindslieden die elders sollicitaties hebben lopen?

Een ieder is vrij te solliciteren naar een burgemeestersvacature.
Daarvoor is geen toestemming nodig. De procedure tot benoeming van een
burgemeester is niet openbaar. Dit mede ter bescherming van diegenen die
solliciteren. Alleen al om die reden kan niet worden ingegaan op de
vraag of er meer bewindslieden hebben gesolliciteerd naar
burgemeestersvacatures.

  

7

Deelt u de mening dat, als er niet sprake is van een direct landsbelang
het tot de goede gebruiken behoort, dat tijdens een kabinetsperiode
bewindslieden niet proberen elders een functie te verwerven? 

Deze mening is te algemeen gesteld om zo algemeen te beantwoorden.

8

Is het staatsrechtelijk juist, mocht de Kroon binnenkort besluiten de
heer Aboutaleb tot burgemeester van Rotterdam te benoemen, terwijl de
benoeming feitelijk pas per 1 januari 2009 wordt geëffectueerd, de heer
Aboutaleb in die tussenliggende periode aan te laten blijven als
staatssecretaris, een en ander gelet op het feit dat de Kamer dan in
feite haar bevoegdheden jegens hem niet meer kan effectueren?  

Wanneer een bewindspersoon in een andere functie wordt benoemd, blijft
hij tot de dag van zijn vertrek volledig verantwoordelijk voor de
uitoefening van zijn bevoegdheden. De Kamer kan hem daarop aanspreken en
ze kan ook overigens op normale wijze haar bevoegdheden jegens hem
effectueren. 

1) De Telegraaf, 21 oktober 2008 



	

Pagina

  PAGE  2 /  NUMPAGES  3