Antwoord op vragen van de leden Voordewind, Ormel, Van der Staaij en Van Baalen over verleende toestemming tot strafrechtelijke vervolging van een Turkse schrijver
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2008D13087, datum: 2008-10-31, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.J.M. Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2008Z03268:
- Gericht aan: M.J.M. Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken
- Indiener: J.S. Voordewind, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: J.C. van Baalen, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: H.J. Ormel, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: C.G. van der Staaij, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (đ origineel)
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Directie West- en Midden-Europa Bezuidenhoutseweg 67 Postbus 20061 2500 EB Den Haag Datum 31 oktober 2008 Behandeld Arjan Uilenreef Kenmerk DWM-746/08 Telefoon 070 - 348 6109 Blad PAGE \* MERGEFORMAT 1 /1 Fax 070 - 348 6233 Bijlage(n) 1 arjan.uilenreef@minbuza.nl Betreft Beantwoording vragen van de leden Voordewind, Ormel, Van der Staaij en Van Baalen over verleende toestemming tot strafrechtelijke vervolging van een Turkse schrijver. Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Voordewind, Ormel, Van der Staaij en Van Baalen over verleende toestemming tot strafrechtelijke vervolging van een Turkse schrijver. Deze vragen werden ingezonden op 26 september 2008 met kenmerk 2008Z03268 / 2080901150. De minister van Buitenlandse Zaken, Drs. M.J.M. Verhagen Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken op vragen van de leden Voordewind (ChristenUnie), Ormel (CDA), Van der Staaij (SGP) en Van Baalen (VVD) over verleende toestemming tot strafrechtelijke vervolging van een Turkse schrijver. Vraag 1 Hebt u kennisgenomen van het bericht dat de Turkse minister van Justitie toestemming heeft gegeven om de schrijver Temel Demirer te vervolgen op grond van artikel 301 van het Turkse Wetboek van Strafrecht wegens uitlatingen over de Armeense genocide? 1) Antwoord Ja. Vraag 2 In hoeveel gevallen heeft de Turkse minister van Justitie, sinds artikel 301 onder druk van de Europese Unie is aangepast, toestemming gegeven voor het aanspannen van een strafzaak op basis van dit wetsartikel? Antwoord Van de tot op heden voorgelegde 311 gevallen heeft de Turkse minister van Justitie in 44 gevallen besloten toestemming te geven voor verdere behandeling door de rechtbank. Het gaat hierbij met name om zaken die reeds in behandeling waren voor de amendering van artikel 301. Vraag 3 Welke conclusies verbindt u aan deze gang van zaken mede tegen de achtergrond van de antwoorden op eerder gestelde vragen over de veroordeling van een Turkse schrijver wegens publicatie van een boek over de Armeense genocide (nr. 3045), waarin u kenbaar maakte het effect van de aanpassing van artikel 301 nog onvoldoende te kunnen beoordelen? Blijkt hieruit dat de aanpassing van artikel 301 in materiĂ«le noch in procedurele zin het beoogde effect heeft opgeleverd en verdere aanpassing van het Turks strafrecht noodzakelijk is? Indien neen, waarom niet? Antwoord De Turkse minister van Justitie heeft verklaard terughoudend te zullen zijn met het verlenen van toestemming tot vervolging. Op dit moment is de argumentatie van de minister van Justitie voor het verlenen van toestemming tot vervolging in de genoemde 44 zaken nog niet bekend. Nederland zal nauwgezet volgen welke argumentatie hiervoor wordt aangevoerd en op welke wijze de rechtbank met deze zaak en vergelijkbare zaken zal omgaan. Vraag 4 Welke maatregelen gaat u zowel bilateraal als in EU-verband nemen om de Turkse regering duidelijk te maken dat voortgaande schending van het recht op vrije meningsuiting mede in het licht van de door de Kamer aanvaarde motie-Rouvoet c.s. onacceptabel is? Antwoord Tijdens mijn gesprek met de Turkse minister van Buitenlandse Zaken op 10 oktober jl. heb ik artikel 301 en de toestemming voor de verdere behandeling van 44 zaken aan de orde gesteld. Ook ten aanzien van deze specifieke zaak heb ik opheldering gevraagd over het besluit van de Turkse minister van Justitie om toestemming te verlenen voor het vervolgen van Temel Demirer. Mijn collega zal mij hierover nader informeren. In Turkije heb ik tevens publiekelijk (toespraak Bosporus Conferentie) mijn zorg uitgesproken over het gebrek aan voortgang op onder andere het terrein van de vrijheid van meningsuiting.Daarbij heb ik ook een nadrukkelijke relatie gelegd met de toepassing van artikel 301. In EU-verband is Nederland eveneens actief in het verdedigen van het belang van het overnemen van Europese normen op het gebied van de rechten van de mens. Dit vormt een belangrijke voorwaarde bij de EU-toetredingsonderhandelingen, met name op de hoofdstukken die nog geopend moeten worden, namelijk ârechtelijke macht en fundamentele rechtenâ (hoofdstuk 23) en âjustitie, vrijheid en veiligheidâ (hoofdstuk 24) als ook in de politieke dialoog. Nederland zal er strikt op toezien dat aan de voorwaarden wordt voldaan. In de Nederlandse appreciatie van de voortgangsrapportage met betrekking tot Turkije die de Europese Commissie begin november zal presenteren zal ook de toepassing van artikel 301 aan de orde komen. 1) âMinistry of Justice gives permission for trial of writer Demirer under article 301â, HYPERLINK "http://www.bianet.org" www.bianet.org en âWriter to face prosecution under 301â, Todayâs Zaman, 10 september 2008.