Antwoord op vragen van de leden Polderman en Poppe over de gifwolk in West-Brabant afkomstig van de Antwerpse haven
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2008D13136, datum: 2008-10-31, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.M. Cramer, minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Onderdeel van zaak 2008Z01759:
- Gericht aan: J.M. Cramer, minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Indiener: H.J. Polderman, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: R.J.L. Poppe, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Geachte Voorzitter, Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen die zijn gesteld door de leden Polderman en Poppe (beiden SP) over de gifwolk in West-Brabant afkomstig van de Antwerpse haven (ingezonden 5 september 2008, nummer 2070828940). NB. Het onderzoek is naar aanleiding van het incident door de betrokken regionale autoriteiten nog niet afgerond. Beantwoording van de vragen geschiedt daarom thans op basis van de feiten zoals deze nu bekend zijn. Ik zal de Kamer op de hoogte stellen van de resultaten van het genoemde onderzoek. Vraag 1 Kunt u informatie inwinnen of de burgemeester van Woensdrecht te laat is geïnformeerd over de naderende wolk van het zeer giftige waterstofsulfide en de Kamer daarover informeren? Welke stappen gaat u ondernemen richting Belgische autoriteiten indien blijkt dat dit het geval is? Kunt u het proces – van ongeval, waarneming tot optreden – weergeven in een tijdbalk? Antwoord Alvorens nader in te gaan op de vragen over de informatievoorziening en de naar aanleiding van dit incident te ondernemen stappen, geef ik u voor een beter begrip eerst het chronologische relaas van het incident op het terrein van Esso Antwerpen. Tijdbalk van ongeval, waarneming tot optreden Op 2 september 2008 is om 11.57 uur de totale stroomtoevoer bij de raffinaderij van Esso te Antwerpen weggevallen. Oorzaak hiervan is kortsluiting bij netbeheerder Elia waardoor de stroomvoorziening is onderbroken. Esso ligt ongeveer 5 kilometer van de Nederlands grens. Op dat moment trad het interne noodplan van Esso Antwerpen in werking. Dit betekende dat aannemers en niet-procesgebonden personeel ontruimd werden en dat met noodstroom de meest essentiële eenheden in werking werden gehouden (waaronder het noodcentrum, de controlekamers en de interne nutsvoorzieningen, zoals stoom, koelwater, lucht en bluswater). Ook traden er bij het uit bedrijf gaan veiligheidsvoorzieningen ter voorkoming van vervolgschade in werking namelijk het afblazen van gassen via de fakkel en het afblazen van gassen naar de atmosfeer via veiligheidskleppen. 11.57 uur: De stroomtoevoer van de raffinaderij van Esso te Antwerpen valt weg. 12.00 uur: Het afblazen van gassen via de fakkel. De eerste 20-30 minuten ontstaat hierdoor een hevige fakkel. In dezelfde periode zijn diverse veiligheidskleppen, die afblazen naar de atmosfeer, 3 tot 10 minuten in werking geweest. 12.14 uur: Via de fax wordt melding gedaan van een noodstop van de raffinaderij aan de lokale Milieu Inspectiediensten en aan de milieuwacht (soort milieuklachtenlijn). Op dat moment was de e-mail buiten gebruik. 12.30 uur: De externe hulpdiensten (HC 100, de Antwerpse meldkamer) worden opgeroepen door naastliggende bedrijven. 12.41 uur: De externe hulpdiensten zijn ter plaatse en worden geïnformeerd. 13.00 uur: Het crisiscentrum van Binnenlandse Zaken van het Koninkrijk België wordt telefonisch te woord gestaan en geïnformeerd op hoofdlijnen. 13.15 uur: Gesprek tussen bedrijfsleiding en leiding hulpdiensten. 13.20 uur: De bedrijfsleiding informeert het provinciebestuur van de provincie Vlaanderen. 17.15 uur: De stroomtoevoer is hersteld en er worden voorbereidingen getroffen voor opstart van de fabriek. De stankhinder ontstond ten gevolge van het afblazen van gassen naar de atmosfeer. In het noodcentrum van Esso Antwerpen was op 12.30 uur bekend dat enkele veiligheidskleppen naar de atmosfeer hebben afgeblazen. Dit afblazen van gassen via veiligheidskleppen is zo ingeregeld dat geen levensbedreigende hoeveelheden gassen naar de atmosfeer kunnen worden afgeblazen. Levensbedreigende hoeveelheden gevaarlijke gassen worden bij een gedwongen lozing naar de fakkel geleid en daar verbrand. Zo zijn de automatische systemen ingericht. Affakkelen en afblazen via veiligheidskleppen zijn in het automatische systeem opgenomen veiligheidsmaatregelen. Bij een incident als stroomuitval is dit de meest veilige manier om de installaties, de werknemers op het terrein en (direct) omwonenden te beschermen tegen het mogelijk bezwijken van de installatie als gevolg van overbelasting. Overlast tot op grote afstand van de installaties is een mogelijk bijkomend negatief effect. Er is via de veiligheidskleppen kortstondig een hoeveelheid stoom met lichte koolwaterstoffen (variërend van methaan tot nafta) naar de atmosfeer afgeblazen. Deze emissie bevatte circa 70 kg waterstofsulfide (H2S) en 1200 kg benzeen. De emissie is verspreid in noord-noordoostelijke richting. Met name de H2S-emissie heeft geleid tot een reeks van stankklachten bij inwoners tot ver in Nederland (tot Dordrecht ongeveer 50 km in noord-noordoostelijke richting). Het bedrijf was door de stroomuitval ernstig gehinderd in de communicatie naar buiten. In het eerste half uur na de stroomuitval was verder op het bedrijf zelf nog niet bekend wat er in welke hoeveelheden naar de atmosfeer geloosd was. Aan Nederlandse zijde is het chronologisch relaas als volgt: omstreeks 12.15 uur bereikt de stankgolf Nederland ter hoogte van de gemeente Woensdrecht. Omstreeks 12.30 uur worden de eerste stankklachten door burgers gemeld aan de GMK Tilburg (gemeenschappelijke meldkamer). 13.18 uur: De Belgische hulpdienst HC 100 meldt het incident bij Esso Antwerpen aan de GMK Tilburg. Meteen daarna (binnen enkele minuten) is het gemeentebestuur van Woensdrecht door GMK Tilburg geïnformeerd. Omstreeks 14.00 uur wordt op de gemeentelijk website melding gemaakt van de stankgolf en wordt verwezen naar huisarts en huisartsenpost. In dit geval heeft de stankgolf al binnen een kwartier na de stroomuitval, dus omstreeks 12.15 uur, Nederland bereikt. Dat is derhalve een uur vóór de melding door HC 100 aan GMK Tilburg. Vastgesteld kan worden dat de GMK Tilburg en de burgemeester van Woensdrecht niet tijdig zijn geïnformeerd over het incident bij Esso Antwerpen en de vanuit België naderende stankwolk. Het incident ontwikkelde zich snel: door de sterke wind en de zuidwestelijke windrichting bereikte de stankgolf Nederland al na circa 15 minuten. In die eerste periode na het incident was de aard en de omvang van de lozing naar de atmosfeer nog niet bekend op het bedrijf. Tijdige en volledige informatie was in dit geval niet mogelijk. Daar komt bij dat de hulpdiensten te Antwerpen niet meteen na het incident door Esso zelf zijn geïnformeerd. Hierdoor heeft het langer geduurd voordat de autoriteiten op de hoogte konden zijn van de aard en de strekking van het incident. De Antwerpse brandweer heeft, onmiddellijk nadat de reikwijdte van het incident voor haar duidelijk werd, gezorgd voor contact tussen de betrokken meldkamers (HC 100 en GMK Tilburg). Esso Antwerpen heeft de VROM-Inspectie aangegeven dat ze onderzoekt welke maatregelen zij kunnen treffen ter voorkoming van deze overlast bij calamiteiten en mogelijkheden ter verbetering van de communicatie. Het is aan de Belgische autoriteiten te bepalen welke afspraken daarover met Esso Antwerpen gemaakt moeten worden opdat de informatievoorziening van Esso naar de hulpdiensten wordt verbeterd. Voor wat betreft de stappen aan Nederlandse zijde, zie het antwoord op vraag 2. Vraag 2 Welke afspraken zijn er gemaakt met de Belgische en de Nederlandse autoriteiten over het waarschuwen van elkaars gemeenten bij calamiteiten? Wanneer zijn deze afspraken voor het laatst getoetst in een internationale rampenoefening? Antwoord Afspraken over het waarschuwen van elkaars gemeenten bij calamiteiten zijn op meerdere niveaus vastgelegd. Zo zijn er op basis van een convenant afspraken tussen de gemeente Kapelle, Stabroek en Woensdrecht. Dit convenant is een uitwerking van de op provinciaal niveau geldende samenwerkingsovereenkomst op basis waarvan informatie-uitwisseling plaatsvindt tussen de betrokken provincie en het gouvernement (van Antwerpen). Deze samenwerkingsovereenkomst is weer een uitwerking van de Overeenkomst tussen België en Nederland betreffende wederzijdse bijstand bij rampenbestrijding. Daarnaast zijn er persoonlijke contacten tussen de ambtenaren openbare veiligheid van betrokken gemeenten en de betreffende ambtenaar in België. Naar aanleiding van incidenten vindt informatie-uitwisseling plaats. De onder antwoord 1 weergegeven alarmering door de HC 100 van de GMK Tilburg is hiervan een voorbeeld. Ten aanzien van bedrijven die met gevaarlijke stoffen (brandbaar, explosief of toxisch) werken of deze hebben opgeslagen en die binnen 15 kilometer van de landsgrens gelegen zijn, geldt het Verdrag van Helsinki. Partijen bij dit verdrag, waaronder ook België en Nederland, verplichten zich onder andere tot het over en weer waarschuwen bij incidenten die grensoverschrijdende effecten (kunnen) hebben. Waarschuwing vindt plaats door de nationale autoriteit van het land waarbinnen het ongeval plaatsvindt. De partijen gebruiken daartoe een notificatiesysteem (een afgestemde fax en of internetverbinding). De stafafdeling Crisismanagement van mijn ministerie (VROM/CM) is de autoriteit voor het in ontvangst nemen van dergelijke waarschuwingen. De dienst is daarvoor 24 uur per dag beschikbaar. In België is dit het CGCCR te Brussel. Bij binnenkomst van een melding bij VROM/CM wordt het NCC (Binnenlandse Zaken) onmiddellijk op de hoogte gesteld. De CGCCR was vanaf 13.00 geïnformeerd. Via het notificatiesysteem is echter bij VROM/CM geen melding ontvangen. Ik zal binnenkort met de Belgische autoriteiten overleggen hoe waarschuwingen door middel van dit notificatiesysteem te borgen. In 2009 is een oefening voorzien in het kader van het Verdrag van Helsinki. Over de komende oefening zal met de Belgische autoriteit een nadere afspraak worden gemaakt. Deze oefening zal kleinschalig zijn. Het wederzijds waarschuwen (notificeren) zal onderdeel van de oefening zijn. Vraag 3 Welke giftige stoffen zijn vrijgekomen en in welke concentraties? Welke gezondheidsrisico’s hebben inwoners in betreffende gemeenten gelopen? Antwoord De uitstoot naar de atmosfeer via de verschillende veiligheidskleppen heeft gedurende 3 tot 10 minuten plaatsgevonden. Daarbij is een mengsel van stoom en lichte koolwaterstoffen (variërend van methaan tot nafta) vrijgekomen. Onder de vrijgekomen stoffen was ook waterstofsulfide (H2S), de belangrijkste veroorzaker van de stankgolf in Nederland. Waterstofsulfide Naar schatting is 70 kilogram waterstofsulfide naar de lucht vrijgekomen. Burgers zijn hieraan blootgesteld over een afstand van 40-50 kilometer in noordnoordoostelijke richting tot aan Moerdijk. Uit verspreidingsberekeningen van Esso (bevestigd door het RIVM) blijkt dat deze emissie op grondniveau een concentratie van 0,15-0,001 ppm (1 ppm=10-4 %) geeft en reikt tot 45 kilometer in noord-noordoostelijke richting. De geurdrempel van waterstofsulfide is gesteld op 0,001 ppm, hetgeen betekent dat de geur in een groot gebied is waargenomen. Dat wordt bevestigd door de klachten. Dit verklaart de stankklachten in het gebied tussen de Belgisch-Nederlandse grens en Moerdijk. Voor H2S is in Nederland de levensbedreigende waarde (LBW) bepaald op 100 ppm en de alarmeringsgrenswaarde (AGW) is 50 ppm. De concentraties voor LBW en AGW treden alleen dicht bij het emissiepunt op, maar die concentraties doen zich niet op grondniveau voor (alleen circa 30 meter boven het maaiveld, dicht bij de veiligheidsklep die zich op enkele tientallen meters hoogte bevindt). De automatische systemen zijn zo ontworpen en ingeregeld dat er buiten het bedrijfsterrein geen concentraties optreden die (blijvend) schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid. De concentraties waren boven delen van Nederland wel zodanig dat er sprake was van zeer hevige stankhinder met mogelijk kortdurende effecten als misselijkheid, irritatie van de ogen en luchtwegen, leidend tot tranende ogen, hoesten, hoofdpijn en in ernstige gevallen braken. Deze effecten zijn echter van beperkte duur en blijvende gezondheidsschade is in dergelijke gevallen niet te verwachten. Benzeen Naar schatting is 1200 kilogram benzeen naar de lucht vrijgekomen. Voor benzeen geldt in Nederland de levensbedreigende waarde (LBW) van 1481 ppm en de alarmeringsgrenswaarde (AGW) is 148 ppm. Uit verspreidingsberekeningen van Esso (bevestigd door het RIVM) blijkt dat deze emissie op grondniveau een concentratie van 1 ppm geeft en reikt tot 250 tot 750 meter in noord-noordoostelijke richting. De concentraties benzeen hebben nergens het niveau bereikt dat schadelijk is voor de gezondheid. Conclusie De emissies van waterstofsulfide en benzeen hebben voor zover bekend niet geleid tot gezondheidsrisico’s in Nederland. Wel zijn er kortdurende gezondheidseffecten opgetreden. Vraag 4 Wanneer en via welke kanalen zijn de inwoners geïnformeerd? Wat was het advies? Kwam de informatie naar uw mening op tijd? Antwoord Via de regionale calamiteitenlijn zijn bewoners geïnformeerd, daarbij is aangegeven dat via de gemeentelijke website de ontwikkelingen te volgen zijn. Deze website werd steeds geactualiseerd. Op de website werd onder andere aangegeven dat de stank en de gezondheidsklachten veroorzaakt werden door een vrijgekomen wolk zwavelwaterstof (H2S) uit Antwerpen. Ook werd vermeld dat de gezondheidsklachten van voorbijgaande aard zijn en dat men zich indien nodig kon wenden tot zijn huisarts of tot de huisartsenpost en dat een regionaal crisisteam werd geformeerd. Daarnaast heeft de gemeente Woensdrecht op de avond van het incident de inwoners per brief geïnformeerd over het voorval. Tevens zijn de 17 burgers die gezondheidseffecten meldden telefonisch benaderd. Hieruit bleken geen bijzonderheden. Zoals blijkt uit mijn antwoord op vraag 1 was informatie over de exacte aard en herkomst van de stankgolf pas achteraf mogelijk. Vraag 5 Hoeveel mensen zijn onwel geworden en hoeveel daarvan in Nederland? Hoe ernstig zijn de klachten en waaruit bestonden de klachten? Is er sprake van blijvend letsel? Antwoord Bij de milieuklachtenlijn van de Regionale Milieudienst West-Brabant zijn 38 stankklachten ontvangen en geregistreerd, die betrekking hadden op de stroomstoring bij Esso te Antwerpen. Daarnaast zijn een 17-tal klachten geregistreerd die bij de gemeente Woensdrecht zijn binnengekomen. Bij de milieudienst Zuid-Holland Zuid zijn eveneens twee klachten gemeld (uit Dordrecht respectievelijk Papendrecht) die mogelijk ook aan het incident bij Esso Antwerpen zijn te relateren. De 17 bij het GMK Tilburg ontvangen klachten uit Woensdrecht betroffen onwelwordingen. De klachten waren hoofdpijn, misselijkheid en braakneigingen. Voorzover bekend is er geen sprake van blijvend letsel. Hoogachtend, de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, dr. Jacqueline Cramer http://www.bndestem.nl/regio/bergenopzoom/3648249/Mensen-onwel-door-gifw olk-van-Esso.ece VROM-Inspectie 31 oktober 2008 2008099742/DCL/JUM Pagina PAGE 2 / NUMPAGES 5 Afschrift aan Paraaf D. Claessens D. Claessens VROM-Inspectie J. vd Brink Regio Zuid H. Leer Paraaf riVI/Z Postbus 850 5600 AW Eindhoven Paraaf Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer IG www.vrom.nl der Staten-Generaal Postbus 20018 Paraaf 2500 AE DEN HAAG DIEB Paraaf BSG Beantwoording vragen van de leden Polderman en Poppe (beiden SP) over de gifwolk in West-Brabant afkomstig van de Antwerpse haven (ingezonden 5 september 2008, nummer 2070828940) Datum Kenmerk 31 oktober 2008 2008099742/DCL/JUM