Conceptadviesaanvraag aan de SER inzake marktwerking
Brief commissie
Nummer: 2008D13178, datum: 2008-11-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.L. (Mei Li) Vos, Tweede Kamerlid (Ooit PvdA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: J. ten Hoopen, Tweede Kamerlid (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: C.C.M. Vendrik, Tweede Kamerlid (Ooit GL kamerlid)
Onderdeel van zaak 2008Z05697:
- Indiener: M.L. (Mei Li) Vos, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: J. ten Hoopen, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: C.C.M. Vendrik, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken (2008-2010)
Preview document (🔗 origineel)
Van Leden Vos, Vendrik & Ten Hoopen MEMO Aan Leden van de vaste commissie voor Economische Zaken Onderwerp Voorstel adviesaanvraag SER over marktwerking Betrekken bij agendapunt 27 procedurevergadering 4 november 2008 Datum 3-11-2008 Bijlagen Aanvraag advies aan de Sociaal-Economische Raad over Marktwerking De Sociaal Economische Raad (SER) wordt gevraagd om, gelet op de lessen die getrokken kunnen worden uit marktwerkingoperaties in het verleden, aanbevelingen te doen over de introductie van (verdere) markwerking in de toekomst. Zoals bekend is er al veel onderzoek verricht naar de introductie of versterking van marktwerking in verschillende sectoren. De SER wordt gevraagd om deze studies, waaronder met name het recente onderzoek marktwerkingsbeleid van de minister van Economische Zaken, bij haar advies te betrekken. Deze adviesaanvraag ligt wat de Tweede Kamer betreft in het verlengde van het eerdere rapport van de SER ‘Ondernemerschap voor de publieke zaak’. De Tweede Kamer verzoekt de SER in haar advies rekening te houden met de volgende vragen. Algemene visie op publieke belangen en marktwerking 1. Welke publieke belangen kunnen/moeten volgens de SER in algemene zin worden onderscheiden bij de introductie van (verdere) marktwerking? Kan hierbij ook ingegaan worden op de jurisprudentie in deze van het Hof van Justitie (op basis van art. 86, 2 EG)? 2. Op welke wijze kunnen publieke belangen bij de introductie van (verdere) marktwerking volgens de SER in algemene zin het beste worden verankerd/geborgd (in beleid, regelgeving en toezicht)? 3. Welke ongewenste gevolgen van de introductie van (verdere) marktwerking voor de borging van publieke belangen onderscheidt de SER in algemene zin? En op welke wijze kunnen deze gevolgen volgens de SER worden tegengegaan? 4. Heeft de SER, als het gaat om de borging van publieke belangen, in algemene zin een visie op de positie en belangen van speciale doelgroepen, bijvoorbeeld consumenten en werknemers? 5. Welke rol en positie ziet de SER in algemene zin weggelegd voor toezichthouders bij de introductie van (verdere) marktwerking, zowel in de beoogde eindsituatie als in transitieperiodes? Visie op (verdere) marktwering in specifieke sectoren Kan de SER haar algemene visie op marktwerking en publieke belangen verder uiteenzetten/illustreren aan de hand van enkele door de SER te kiezen concrete sectoren, en kan de SER daarbij nader ingaan op: 6. Welke effecten de introductie van marktwerking in deze sectoren volgens bestaande onderzoeken heeft gehad? 7. Wat er op basis van bestaand onderzoek gezegd kan worden over de doelmatigheid, kwaliteit, toegankelijkheid en werkgelegenheid in deze setoren na de introductie van (verdere) marktwerking? Wat is de mening van de SER over de wijze deze indicatoren worden geoperationaliseerd in het beleid en in het bestaande onderzoek? 8. Welke specifieke belemmeringen in deze sectoren er worden onderscheiden en welke ongewenste gevolgen van de introductie van (verdere) marktwerking en hoe de SER deze beoordeelt? 9. Op welke wijze de manier waarop de introductie van (verdere) marktwerking is vormgegeven, en dus welke instrumentkeuze is gemaakt (bijvoorbeeld concessieverlening, aanbesteding, verantwoordelijkheidsverdeling), van invloed is geweest op de gewenste en ongewenste gevolgen en de mogelijkheden tot bijsturing door de overheid? 10. Of en hoe kan worden gezorgd dat consumenten over voldoende informatie en middelen beschikken om beredeneerde keuzes te maken in de nieuw ontstane (markt-) situatie? 11. Is het instrumentarium van de marktmeesters die in deze sectoren optreden en de wijze waarop zij dat doen volgens de SER toereikend? Visie op de toekomst 12. Voor welke sectoren ziet de SER mogelijkheden voor de introductie van (verdere) marktwerking in de toekomst en onder welke voorwaarden? 13. Wat is in het licht van de bovenstaande vragen de visie van de SER op de marktwerkingstoets die het kabinet dit jaar aan de Tweede Kamer heeft aangeboden? De Tweede Kamer verzoekt de SER om indien mogelijk haar advies voor het zomerreces van 2009 (3 juli) aan te bieden. Datum 3 november 2008 Referentie Onderwerp Voorstel adviesaanvraag SER over marktwerking Vervolg Memo Bladzijde PAGE 2