Antwoord op vragen van de leden Ferrier, Irrgang en Gill’ard over het besluit USAID voorbehoedmiddelen te onthouden van MSI in Afrika
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2008D13700, datum: 2008-11-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A.G. Koenders, minister voor Ontwikkelingssamenwerking (Ooit PvdA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2008Z04346:
- Gericht aan: A.G. Koenders, minister voor Ontwikkelingssamenwerking
- Indiener: K.G. Ferrier, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: C.D.M. Gill'ard, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: E. Irrgang, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Directie Sociale en Institutionele Ontwikkeling Bezuidenhoutseweg 67 Postbus 20061 2500 EB Den Haag Datum 4 november 2008 Behandeld Elly Leemhuis-de Regt Kenmerk DSI/SB-571/08 Telefoon +31 70 3484298 Blad PAGE \* MERGEFORMAT 1 /1 Fax +31 70 3485366 Bijlage(n) 1 Elly.Leemhuis@minbuza.nl Betreft Beantwoording vragen van de leden Ferrier, Irrgang en Gill’ard over het besluit USAID voorbehoedmiddelen te onthouden van MSI in Afrika Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Ferrier, Irrgang en Gill’ard over het besluit van USAID ten aanzien van Marie Stopes International. Deze vragen werden ingezonden op 14 oktober 2008 met kenmerk 2080902590. De minister voor Ontwikkelingssamenwerking, Bert Koenders Vragen van de leden Ferrier (CDA), Irrgang (SP) en Gill’ard (PvdA) aan de minister voor Ontwikkelingssamenwerking over het besluit van USAID ten aanzien van Marie Stopes International. (Ingezonden 14 oktober 2008) Vraag 1 Kent u het besluit van USAID om Marie Stopes International (MSI), een belangrijke organisatie op gebied van family planning, geen voorbehoedsmiddelen toe te kennen in tenminste zes Afrikaanse landen? Antwoord Ja. Vraag 2 Deelt u de mening dat juist in de strijd tegen aids, preventie het adagium is en dat dit besluit kan resulteren in meer ongewenste zwangerschappen en onveilige abortussen en door complicaties verhoogde risico’s voor vrouwen in ontwikkelingslanden? Antwoord Ik deel uw mening dat de strijd tegen HIV en AIDS alleen gewonnen kan worden door veel grotere inzet op preventie. Dit komt ondermeer neer op veel grotere inzet op seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR). Verder ben ik van mening dat grotere inzet op SRGR zal leiden tot vermindering van onbedoelde zwangerschappen, onveilige abortus, seksueel overdraagbare aandoeningen inclusief HIV infecties en tot vermindering van het aantal kinderen dat HIV positief geboren wordt. Gezondheidsrisico’s voor vrouwen in ontwikkelingslanden kunnen met intensievere inzet op SRGR en gezondheidszorg worden verkleind. Aan onze kant bestaat grote zorg dat deze actie van USAID het tegenovergestelde effect zal hebben. Vraag 3 Bent u bereid, als invloedrijke speler in de aidsbestrijding die Nederland is zowel inhoudelijk als financieel, het belang van preventie en daarmee het gebruik van voorbehoedsmiddelen te onderstrepen bij USAID en USAID te vragen dit besluit te heroverwegen? Zo neen, waarom niet? Antwoord Nederland is een invloedrijke speler op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten, inclusief HIV en AIDS, zowel op het inhoudelijke als het financiële vlak. Ik ben bereid het belang van preventie van onbedoelde zwangerschappen en seksueel overdraagbare aandoeningen inclusief HIV infecties te benadrukken. De beschikbaarheid en het gebruik van voorbehoedmiddelen en in het bijzonder condooms is hiervoor onontbeerlijk. Door de ban van USAID op verstrekking van voorbehoedmiddelen aan MSI komen met name gebruik(st)ers op het platteland, armere vrouwen en jongeren in de problemen. De Nederlandse ambassadeur in Washington DC heeft op korte termijn een kennismakingsgesprek met USAID Administrator Henrietta Fore. Zij zal hierbij de Nederlandse zorgen uitspreken over de ban van USAID op verstrekking van voorbehoedmiddelen aan Marie Stopes International in ten minste zes Afrikaanse landen. Uit contacten met gelijkgezinde Europese landen blijkt dat ook zij hierover hun zorgen hebben geuit bij de Amerikaanse autoriteiten. Tegelijk heb ik stappen ondernomen om de Nederlandse steun aan UNFPA te verhogen voor benodigdheden voor SRGR, waaronder voorbehoedmiddelen. Daarnaast zal met ingang van 2009 de samenwerkingsovereenkomst met MSI worden vernieuwd en (financieel) geactualiseerd.