Antwoord op vragen van de leden Van der Staaij, Van Baalen en Haverkamp en Voordewind over de golf van geweld jegens christenen in Noord-Irak
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2008D13739, datum: 2008-11-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.J.M. Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2008Z04424:
- Gericht aan: M.J.M. Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken
- Indiener: C.G. van der Staaij, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: J.C. van Baalen, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: M.C. Haverkamp, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: J.S. Voordewind, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (đ origineel)
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Directie Noord Afrika en Midden-Oosten Bezuidenhoutseweg 67 Postbus 20061 2500 EB Den Haag Datum 5 november 2008 Behandeld Dirk Jan Wierenga Kenmerk DAM-679/08 Telefoon 070-3486445 Blad PAGE \* MERGEFORMAT 1 /1 Fax 070-3486639 Bijlage(n) 1 Betreft Beantwoording vragen van de leden Van der Staaij, Van Baalen, Haverkamp en Voordewind over de golf van geweld jegens christenen in Noord-Irak. Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Van der Staaij, Van Baalen, Haverkamp en Voordewind over de de golf van geweld jegens christenen in Noord-Irak. Deze vragen werden ingezonden op 15 oktober 2008 met kenmerk 2080902800. De minister van Buitenlandse Zaken, Drs. M.J.M. Verhagen Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van de leden Van der Staaij (SGP), Van Baalen (VVD), Haverkamp (CDA) en Voordewind (Christenunie) over de de golf van geweld jegens christenen in Noord-Irak. Vraag 1 Heeft u kennisgenomen van het feit, dat ettelijke duizenden christenen de Iraakse stad Mosul zijn ontvlucht in verband met een golf van geweld jegens deze bevolkingsgroep? 1) Antwoord Het is mij bekend dat in de eerste helft van oktober er in Mosul sprake was van ernstige escalatie van geweld en intimidatie jegens de christelijke bevolking. Daarbij zijn ca. 12 christenen vermoord. Naar verluidt zijn ongeveer 1300 families de stad ontvlucht, de meeste naar nabijgelegen christelijk dorpen op de Nineveh-vlakte. Vraag 2 Is er inderdaad op dit moment in Noord-Irak sprake van een opgelaaide, heftige campagne van zuivering, moord en bedreiging jegens de christelijke bevolkingsgroep? Wat is de oorzaak hiervan? Welke informatie heeft u over deze buitengewoon zorgelijke escalatie? Wie zitten er achter deze golf van geweld? Acht u het waarschijnlijk dat radicale soennieten hiervoor verantwoordelijk zijn? Antwoord De Iraakse regering heeft een onderzoek ingesteld naar de oorzaken en de daders van het geweld. De resultaten zijn nog niet bekend. Hoewel het voor mij thans niet mogelijk is om met zekerheid daarover uitspraken te doen, lijkt het niet onwaarschijnlijk dat Al-Qaeda of vergelijkbare teroristische organisaties verantwoordelijk zijn. Het heterogene Mosul en omstreken is al langere tijd het toneel van ernstig geweld, gericht tegen diverse bevolkingsgroepen. Nadat vanaf eind vorig jaar de zogenaamde soennitische Concerned Local Citizens groups met succes Al-Qaeda en andere extremisten uit andere delen van Irak hebben verdreven, namen veel van deze terroristen hun toevlucht tot Mosul. De Iraakse regering heeft daarop een nog lopende militaire en politiële campagne ingezet om de extremisten ook daar te verdrijven, tot op heden nog niet met het gewenste resultaat. Vraag 3 Doet de Irakese regering naar uw mening er alles aan om dit geweld te stoppen? Welke maatregelen neemt zij? Met welk effect? Hoe beoordeelt u de kritiek vanuit de christelijke gemeenschap dat de autoriteiten hen onvoldoende beschermen? Antwoord Naar aanleiding van het recente geweld tegen christenen, heeft de Iraakse regering nog eens duizend extra manschappen naar Mosul gestuurd. Van de Iraakse autoriteiten werd begepen dat sindsdien het geweld en intimidatie zeer sterk is afgenomen en dat een terugkeer van ontheemden voorzichtig op gang begint te komen. Het geweld tegen christenen in Mosul is overigens ook breed veroordeeld in de Iraakse politiek en maatschappij. Vraag 4 Bent u bereid de Irakese ambassadeur te ontbieden om tekst en uitleg te geven over het geweld tegen christenen in Noord-Irak? Antwoord Op 13 oktober jl. zijn aan de Iraakse ambassadeur in Den Haag de Nederlandse zorgen overgebracht over het geweld tegen christenen in Mosul. De Nederlandse ambassadeur in Bagdad heeft op 25 oktober jl. deze zorgen eveneens overgebracht aan de Iraakse vice-MP Al-Issawi en de Iraakse regering daarbij gevraagd om zich maximaal in te spannen de minderheden de nodige bescherming te bieden. Vraag 5 Hoe kan het systematische geweld jegens deze bevolkingsgroep zo oplaaien onder het oog van de aanwezige internationale (troepen)gemeenschap in Irak? Vraag 6 Wat doet de internationale gemeenschap thans om aan deze geweldsgolf een einde te maken? Vraag 7 Welke mogelijkheden heeft u om deze kwestie te agenderen en te werken aan verbetering? Bent u bereid druk uit te oefenen op de Irakese regering om meer maatregelen te nemen om het geweld tegen christenen een halt toe te roepen? Bent u bereid uw mogelijkheden ter zake optimaal te benutten? Op welke termijn? Antwoord Het geweld tegen christenen in Mosul is internationaal breed veroordeeld. Onder meer de Speciale Vertegenwoordiger van de SGVN in Irak, het EU-voorzitterschap als de VS hebben verklaringen doen uitgaan waarin zij hun zorgen uitten over het geweld. Zoals u bekend, hebben Nederland en de EU in het verleden diverse malen bij de Iraakse autoriteiten aandacht gevraagd voor de positie van etnische en religieuze minderheden. Zo zijn de Nederlandse zorgen over de positie van christenen en andere minderheden overgebracht aan de Iraakse president Talabani, de Iraakse vice-MP Saleh en de Iraakse minister van Buitenlandse Zaken Zebari. Het afgelopen jaar heeft de EU in diverse verklaringen en raadsconclusies haar zorgen uitgesproken over de mensenrechtensituatie in Irak, waaronder in het bijzonder ook de positie van vrouwen, etnische en religieuze minderheden. Meest recentelijk heeft op 25 september jl. een EU-Troika en marge van de AVVN besprekingen gevoerd met een delegatie onder leiding van de Iraakse minister van Buitenlandse Zaken. Bij die gelegenheid is de positie van de christenen eveneens aan de orde gesteld. 1) Reformatorisch Dagblad, 13 oktober 2008