[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden Zijlstra en Teeven over metingen bij snelheidscontroles

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2008D15348, datum: 2008-11-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z04632:

Preview document (🔗 origineel)


	Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500  EH  DEN HAAG

	Bezoekadres

Schedeldoekshaven 100

2511 EX  Den Haag

Telefoon (070) 3 70 79 11

Fax (070) 3 70 79 00

Datum	11 november 2008

	Ons kenmerk	5573095/08

	Uw kenmerk	2080903140

	Onderwerp	Beantwoording Kamervragen van de leden Zijlstra en Teeven
(beiden VVD) inzake over metingen bij snelheidscontroles

























	

In antwoord op uw brief van 21 oktober 2008, deel ik u mee dat de 

schriftelijke vragen van de leden Zijlstra en Teeven (beiden VVD) van uw
Kamer over metingen bij snelheidscontroles (ingezonden 20 oktober 2008) 

worden beantwoord zoals aangegeven in de bijlage bij deze brief.

De Minister van Justitie,

2080903140

Antwoorden op de vragen van de leden Zijlstra en Teeven (beiden VVD) aan
de minister van Justitie over metingen bij snelheidscontroles.
(Ingezonden 20 oktober 2008)

1

Hebt u kennisgenomen van de tv-rapportage over onjuiste
snelheidsmetingen? 1)

Antwoord

Ja.

2

Hoe is het mogelijk dat de gemeten gemiddelde snelheid bij deze
snelheidscontrole hoger uitvalt dan de hoogste snelheid die de gevolgde
auto gedurende de opname heeft gereden?

Antwoord

Gelet op de beelden van de televisiereportage is kennelijk bedoeld te
vragen hoe het mogelijk is dat de gemiddelde snelheid van het gevolgde
voertuig hoger uitvalt dan de hoogste snelheid van het metende voertuig.


Voor een mobiele trajectsnelheidsmeter, zoals is uitgevoerd tijdens de
televisiereportage, is de snelheid van het metende (politie)voertuig
niet relevant. Het is slechts noodzakelijk te weten binnen welke tijd
het te volgen voertuig een bepaald traject heeft afgelegd. Daarom dienen
“verstreken tijd” en “afgelegd traject” van het te volgen
voertuig gemeten te worden. Deze twee metingen starten gelijktijdig, te
weten op het moment dat het dienstvoertuig door het te volgen voertuig
wordt ingehaald. De tijdmeting wordt echter beëindigd zodra het
gevolgde voertuig – na een minimale meettijd – een vast punt heeft
gepasseerd. Op dit moment loopt de trajectmeting echter nog door totdat
ook het (metende) dienstvoertuig datzelfde vaste punt heeft gepasseerd
teneinde dat traject te kunnen meten. Zo is verklaarbaar dat de snelheid
van het metende voertuig lager ligt dan de snelheid van het gemeten
voertuig en dat de tijdmeting eerder is gestopt dan de afstandsmeting.

3

Op welke wijze wordt de snelheidscontrole vanuit een rijdende
politieauto gedaan? Is het waar dat de snelheidscontrole vanuit een
rijdende politieauto niet een volautomatisch proces is? Is het waar dat
een agent hierbij handmatig de meting van de tijd en de meting van de
afstand moet starten en stopzetten?

Antwoord

Snelheidscontroles vanuit een rijdende politieauto kunnen worden
uitgevoerd via een mobiele trajectsnelheidsmeter of een geijkte
boordsnelheidsmeter. De eerste methode – waarbij de politie handmatig
de tijd- en afstandsmeting in- en uitschakelt – is hierboven
beschreven. 

De meting door middel van een boordsnelheidsmeter wordt uitgevoerd door
een voertuig over een gelijkblijvende afstand te volgen en vervolgens de
snelheid van de snelheidsmeter van het dienstvoertuig (de
boordsnelheidsmeter) af te lezen en deze (aan de hand van het
bijbehorende ijkrapport) te herleiden tot de gemeten snelheid.

4

Op welke wijze kan de juistheid en betrouwbaarheid van een
snelheidsmeting vanuit een rijdende politieauto gegarandeerd worden?
Voldoet een deels handmatige procedure aan een dergelijke garantie van
juistheid en betrouwbaarheid?

Antwoord

Als waarborg voor juiste en betrouwbare snelheidsmeting geldt een
voorgeschreven ijking door het Nederlands Meetinstituut van de gebruikte
meetapparatuur, op grond van het bepaalde in de Regeling meetmiddelen
politie en de Aanwijzing snelheidsoverschrijdingen en
snelheidsbegrenzers (Aanwijzing 2006A008, Stcr. 2006, 175). Voorts
worden de door het meetmiddel gemeten snelheden naar beneden op hele
cijfers afgerond waarna een correctie wordt toegepast aan de hand van
correctietabellen die in de voornoemde Aanwijzing zijn opgenomen. 

Niet geijkte boordsnelheidsmeters worden in beginsel niet gebruikt voor
het constateren van snelheidsoverschrijdingen. Wanneer in uitzonderlijke
gevallen toch van een niet geijkte boordsnelheidsmeter gebruik wordt
gemaakt, dient – in overeenstemming met de Aanwijzing – zo spoedig
mogelijk na constatering van de snelheidsovertreding de afwijking van de
boordsnelheidsmeter te worden bepaald met behulp van geijkte apparatuur.


5

Wat gaat u doen om eventuele onjuistheden in snelheidscontroles vanuit
rijdende politieauto’s te voorkomen?

6

Wat zijn de consequenties van een eventuele vaststelling dat de
snelheidscontroles vanuit rijdende politieauto’s niet voldoen aan de
eisen van juistheid en betrouwbaarheid?

Antwoorden 5 en 6

Gelet op de voorgeschreven ijking van snelheidsmeters en de correcties
die standaard op de gemeten snelheden worden toegepast, acht ik de
juistheid en betrouwbaarheid van de snelheidscontroles vanuit rijdende
politieauto’s met voldoende waarborgen omkleed.

1) Hengeveldsestraat, RTV Utrecht, 1 oktober 2008

5573095/08/ 11 november 2008

  PAGE  4 /  NUMPAGES  4 



Ministerie van Justitie



Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving



Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden





Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts
één zaak in uw brief behandelen.

