Een tot ongewenst verklaard slachtoffer van de Schipholbrand
Schriftelijke vragen
Nummer: 2008D15374, datum: 2008-11-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.M.A.M. de Wit, Tweede Kamerlid (Ooit SP kamerlid)
Onderdeel van zaak 2008Z06552:
- Gericht aan: N. Albayrak, staatssecretaris van Justitie
- Indiener: J.M.A.M. de Wit, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
2008Z06552 / 2080904950 Vragen van het lid De Wit (SP) aan de staatssecretaris van Justitie over een tot ongewenst vreemdeling verklaard slachtoffer van de Schipholbrand. (Ingezonden 12 november 2008) 1 Bent u bekend met het dossier van de heer F.? 1) Is het waar dat de heer F. als slachtoffer van de Schipholbrand een schadevergoeding heeft gekregen wegens het oplopen van een posttraumatische stress stoornis ten gevolge van de verschrikkingen in de nacht van de brand, dat de posttraumatische stress stoornis objectief is vastgesteld in een medisch rapport van 7 september 2008, en dat de Schipholbrand als enige mogelijke oorzaak voor de stoornis is aangewezen? Zo neen, op grond waarvan is deze schadevergoeding precies verstrekt? 2 Is het waar dat momenteel de uitzetting van de heer F. wordt voorbereid, en dat hij niet in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning, zoals andere slachtoffers van de Schipholbrand, vanwege een strafrechtelijke veroordeling? Bent u bekend met het feit dat het door de heer F. gepleegde geweldsdelict plaatsvond kort na de traumatische Schipholbrand? Bent u eveneens bekend met het feit dat de heer F. kort na de Schipholbrand niet direct opvang en psychische begeleiding heeft gekregen? Acht u het denkbaar dat zijn opgelopen trauma een rol zou kunnen spelen bij een plotselinge geweldsuiting? Is naar deze mogelijkheid naar uw mening voldoende medisch onderzoek verricht? Welke onderzoeken zijn dit? 3 Bent u bereid de situatie van de heer F. opnieuw te beoordelen, en te bezien of het, alle omstandigheden van het geval in aanmerking genomen, niet van een bijzondere hardheid zou getuigen de ongewenstverklaring van de heer F. in stand te laten en hem uit te zetten? Zo neen, bent u dan in ieder geval bereid er voor te zorgen dat de heer F. het beroep tegen zijn ongewenstverklaring in Nederland af kan wachten? 1) Persoonsgegevens worden onderhands doorgezonden aan de bewindspersoon