30174, Bijgewerkt t/m nr. 14 (brief verdediging initiatiefvoorstel d.d. 29 oktober 2008)
Voorstel van wet van de leden Halsema, Kalma en Van der Ham houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot opneming van bepalingen inzake het correctief referendum
Bijgewerkte tekst
Nummer: 2008D15428, datum: 2008-10-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2007Z02022:
- Indiener: L.G.J. Voortman, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: P.M.M. Heijnen, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: A.G. Schouw, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2009-02-10 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2009-02-17 19:00: Initiatief-Halsema/Kalma/Van der Ham; opneming in de Grondwet van bepalingen inzake het correctief referendum (30 174) (1e TK) (Plenair debat (initiatiefwetgeving)), TK
- 2010-03-04 12:00: Extra-procedurevergadering commissie BZK (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (2008-2010)
- 2010-03-11 10:30: Procedurevergadering commissie BZK (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (2008-2010)
- 2010-03-25 14:05: Initiatief-Halsema/Kalma/Van der Ham; opneming in de Grondwet van bepalingen inzake het correctief referendum (30 174) (antw 1e termijn) (Plenair debat (initiatiefwetgeving)), TK
- 2012-05-31 10:00: Procedurevergadering cie. Binnenlandse Zaken (Groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2013-03-27 21:30: Voorstel van wet van de leden Heijnen, Voortman en Schouw houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging tenemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot opneming van bepalingen inzake het correctief referendum) (30174) (2 de Termijn Kamer) (Plenair debat (initiatiefwetgeving)), TK
- 2013-04-10 20:00: Voorstel van wet van de leden Heijnen, Voortman en Schouw houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot opneming van bepalingen inzake het correctief referendum) (antwoord 2e termijn) (30174) (Plenair debat (initiatiefwetgeving)), TK
- 2013-04-16 15:15: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Bijgewerkt t/m nr. 14 (brief verdediging initiatiefvoorstel d.d. 29 oktober 2008) 30 174 Voorstel van wet van de leden Halsema, Kalma en Van der Ham houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot opneming van bepalingen inzake het correctief referendum Nr. 6 VOORSTEL VAN WET ZOALS GEWIJZIGD NAAR AANLEIDING VAN HET ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot opneming in de Grondwet van bepalingen inzake het correctief referendum; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: ARTIKEL I Er bestaat grond het hierna in de artikelen II tot en met V omschreven voorstel tot verandering in de Grondwet in overweging te nemen. ARTIKEL II A In artikel 81 van de Grondwet wordt na «gezamenlijk» ingevoegd: behoudens de mogelijkheid van een referendum met toepassing van § 1A. B Na § 1 van hoofdstuk 5 van de Grondwet wordt een nieuwe paragraaf ingevoegd, luidende: § 1A. Referendum Artikel 89a 1. Een voorstel van wet dat door de Staten-Generaal is aangenomen, wordt aan een referendum onder de in artikel 54 bedoelde kiesgerechtigden onderworpen, indien na een inleidend verzoek van een bij de wet te bepalen aantal kiesgerechtigden een bij de wet te bepalen aantal kiesgerechtigden daartoe de wens kenbaar heeft gemaakt. De kamers kunnen een voorstel van wet terzake van het vereiste aantal kiesgerechtigden alleen aannemen met ten minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen. 2. Aan het inleidend verzoek wordt geen gevolg gegeven, indien de Koning de Staten-Generaal kennis heeft gegeven van zijn besluit waarbij aan het voorstel de bekrachtiging is onthouden. Artikel 89b Niet aan een referendum kunnen worden onderworpen: a. voorstellen van wet inzake het koningschap; b. voorstellen van wet inzake het koninklijk huis; c. voorstellen van wet inzake de begroting, bedoeld in artikel 105, eerste lid; d. voorstellen van wet die uitsluitend strekken tot uitvoering van verdragen of besluiten van volkenrechtelijke organisaties; e. voorstellen van rijkswet, behoudens voorstellen van rijkswet tot goedkeuring van verdragen die binnen het Koninkrijk alleen voor Nederland gelden. Artikel 89c De bekrachtiging van een voorstel van wet kan eerst plaatsvinden nadat over dit voorstel een referendum is gehouden of nadat is komen vast te staan dat daarover geen referendum wordt gehouden. Artikel 89d 1. Indien bij het referendum een meerderheid zich tegen het voorstel van wet uitspreekt en deze meerderheid een bij de wet te bepalen deel omvat van hen die gerechtigd waren aan het referendum deel te nemen, vervalt het voorstel van rechtswege. 2. Indien bij het referendum niet een meerderheid die het in het eerste lid bedoelde deel omvat van hen die gerechtigd waren aan het referendum deel te nemen, zich tegen het voorstel van wet uitspreekt, wordt het voorstel terstond bekrachtigd. 3. De kamers kunnen een voorstel van wet terzake van het vereiste deel van hen die gerechtigd waren aan het referendum deel te nemen alleen aannemen met ten minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen. Artikel 89e 1. Indien de bekrachtiging van een voorstel van wet geen uitstel kan lijden, kan, mits het voorstel dit bepaalt, de bekrachtiging terstond plaatsvinden nadat de Staten-Generaal het voorstel hebben aangenomen. Het tot wet geworden voorstel kan overeenkomstig de artikelen 89a en 89b aan een referendum worden onderworpen. 2. Indien bij het referendum een meerderheid als bedoeld in artikel 89d, eerste lid, zich tegen de wet uitspreekt, vervalt de wet van rechtswege. De wet regelt de gevolgen hiervan. Artikel 89f Deze paragraaf is van overeenkomstige toepassing op de goedkeuring die stilzwijgend is verleend aan verdragen. Artikel 89g Alles wat verder het referendum betreft, wordt bij de wet geregeld. ARTIKEL III Na artikel 128 van de Grondwet wordt een nieuw artikel toegevoegd, dat luidt: Artikel 128a 1. Behoudens bij of krachtens de wet te stellen uitzonderingen, worden besluiten, houdende algemeen verbindende voorschriften, die door provinciale staten of de gemeenteraad zijn genomen, en andere bij of krachtens de wet aan te wijzen besluiten van provinciale staten of de gemeenteraad aan een beslissend referendum onderworpen onder de in de artikelen 129 en 130 bedoelde kiesgerechtigden voor provinciale staten onderscheidenlijk de gemeenteraad, indien een bij de wet te bepalen aantal van deze kiesgerechtigden daartoe de wens kenbaar maakt, een en ander volgens bij of krachtens de wet te stellen regels. 2. Indien bij het referendum een meerderheid zich tegen het besluit van provinciale staten of de gemeenteraad uitspreekt en deze meerderheid een bij wet te bepalen deel omvat van hen die gerechtigd waren aan het referendum deel te nemen, vervalt het besluit van rechtswege. ARTIKEL IIIA Na artikel 133 van de Grondwet wordt een nieuw artikel toegevoegd, dat luidt: Artikel 133a 1. Behoudens bij of krachtens de wet te stellen uitzonderingen, worden besluiten, houdende algemeen verbindende voorschriften, die door het waterschapsbestuur zijn genomen, en andere bij of krachtens de wet aan te wijzen besluiten van het waterschapsbestuur aan een beslissend referendum onderworpen onder de bij de wet aangewezen kiesgerechtigden voor het waterschapsbestuur, indien een bij de wet te bepalen aantal van deze kiesgerechtigden daartoe de wens kenbaar maakt, een en ander volgens bij of krachtens de wet te stellen regels. 2. Indien bij het referendum een meerderheid zich tegen het besluit van het waterschapsbestuur uitspreekt en deze meerderheid een bij wet te bepalen deel omvat van hen die gerechtigd waren aan het referendum deel te nemen, vervalt het besluit van rechtswege. ARTIKEL IV Aan artikel 137 van de Grondwet wordt een nieuw lid toegevoegd, dat luidt: 6. Een voorstel tot verandering in de Grondwet kan alleen aan een referendum worden onderworpen nadat het door de Staten-Generaal in tweede lezing is aangenomen. ARIKEL V Aan de Grondwet wordt het volgende additionele artikel toegevoegd: ARTIKEL XXXI De wijziging in artikel 81 alsmede de artikelen 89a tot en met 89g, 128a, 133a en 137, zesde lid, treden eerst na vijf jaren of op een bij of krachtens de wet te bepalen eerder tijdstip in werking. Deze termijn kan bij de wet voor ten hoogste vijf jaren worden verlengd. Het tijdstip van inwerkingtreding kan voor de artikelen 89a tot en met 89g en 137, zesde lid, anders worden vastgesteld dan voor de artikelen 128a en 133a. Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties, PAGE PAGE 1