[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

De invoering van het veiligheidsbed in justitiële jeugdinrichtingen

Schriftelijke vragen

Nummer: 2008D15968, datum: 2008-11-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z06809:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2008Z06809 / 2080905270

Vragen van de leden Langkamp en Van Velzen (beiden SP) aan de minister
voor Jeugd en Gezin en de staatssecretaris van Justitie over de
invoering van het veiligheidsbed in justitiële jeugdinrichtingen.
(Ingezonden 14 november 2008)

1

Welke aanleiding ligt ten grondslag aan de tijdelijke regeling
toepassing mechanische middelen jeugdigen in verband met de mogelijkheid
tot gebruik van het veiligheidsbed, zoals gepubliceerd in de
Staatscourant van 10 november 2008? 1) Is het waar dat deze regeling in
werking treedt op 1 januari 2009 en dat hiermee het veiligheidsbed een
juridische basis krijgt? 

2

Is het waar dat het veiligheidsbed reeds drie keer is gebruikt zonder
wettelijke basis en zo ja,  hoe kan dit? 2)

3

Welke instellingen bent u voornemens aan te wijzen waar dit
veiligheidsbed mag worden gebruikt en welke argumenten heeft u specifiek
voor deze instellingen?

4

Bent u voornemens om het gebruik van het veiligheidsbed ook in de
gesloten jeugdzorg instellingen mogelijk te maken? Zo neen, waarom is
het dan nu wel noodzakelijk in de justitiële jeugdinrichtingen?

5

Waaruit blijkt dat juist voor jeugdigen met een civielrechtelijke
maatregel in justitiële jeugdinrichtingen deze ingrijpende maatregel
nodig is?

6

Waarom wordt het veiligheidsbed toegevoegd aan de regeling mechanische
middelen jeugdigen? Wat is de noodzaak van dit zware middel?

7

Zijn de andere mechanische middelen niet toereikend gebleken? Zo neen,
kunt u uiteenzetten waarom niet?

8

Hoe vaak denkt u dat het noodzakelijk c.q. onoverkoombaar is dat dit
middel, het veiligheidsbed, ingezet moet worden?

9

Heeft u de mogelijkheden onderzocht voor alternatieven voor het gebruik
van het veiligheidbed? Zo ja, kunt u de Kamer dit onderzoek doen
toekomen? Zo neen, bent u voornemens dit alsnog te doen?

10

Waarom gaat u in tegen het advies van de Raad voor Strafrechttoepassing
en Jeugdbescherming van 21 september 2007 waarin de Raad de invoering
van het veiligheidsbed afwijst als een te extreem middel? 2)

11

Bent u bereid de tijdelijke regeling toepassing mechanische middelen (1)
in te trekken, gezien het feit dat het veiligheidsbed een zeer ernstige
vrijheidsbeneming betreft, die mogelijk een traumatische ervaring is
voor kinderen die al gedrags- en/of psychische problemen hebben? Zo
neen, waarom niet?

12

Kunt u deze vragen zo spoedig mogelijk beantwoorden, uiterlijk op 25
november 2008 zodat de antwoorden kunnen worden betrokken bij het
algemeen overleg gesloten jeugdzorg?

1) Staatscourant 2008 nr. 523, van 10 november 2008. “Tijdelijke
regeling van de Staatssecretaris van Justitie van 7 oktober 2008, nummer
5536756, houdende wijziging van Regeling toepassing mechanische middelen
jeugdigen in verband met de mogelijkheid tot gebruik van het
veiligheidsbed”

2) ‘Het veiligheidsbed in de justitiële jeugdinrichting. Aanpassing
van de Regeling mechanische middelen jeugdigen.’ RSJ-Advies d.d. 21
september 2007