[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden De Roon en Fritsma over vingerafdrukken als opsporingsmiddel

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2008D16047, datum: 2008-11-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z02914:

Preview document (🔗 origineel)


	Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500  EA  DEN HAAG

	Bezoekadres

Schedeldoekshaven 100

2511 EX  Den Haag

Telefoon (070) 3 70 79 11

Fax (070) 3 70 79 00

Datum	14 november 2008

	Ons kenmerk	5572324/08

	Uw kenmerk	2080900650

	Onderwerp	Beantwoording Kamervragen van de leden De Roon en Fritsma
(beiden PVV) inzake vingerafdrukken als opsporingsmiddel

























	

In antwoord op uw brieven van 24 september 2008 deel ik u mee, mede
namens de Staatssecretaris van Justitie, dat de schriftelijke vragen van
de 

leden De Roon en Fritsma (beiden PVV) van uw Kamer over vingerafdrukken
als opsporingsmiddel  (ingezonden 23 september 2008) worden beantwoord
zoals aangegeven in de bijlage bij deze brief.

De Minister van Justitie,

2080900650

Antwoorden op de vragen van de leden De Roon en Fritsma (beiden PVV) aan
de Minister van Justitie en de Staatssecretaris van Justitie over
vingerafdrukken als opsporingsmiddel. (Ingezonden 23 september 2008) 

1

Is het u bekend dat er een nieuwe techniek is ontwikkeld om op
eenvoudige wijze uit vingerafdrukken af te leiden of een verdachte in
contact is geweest met verdovende 

middelen, explosieven, vergif en andere stoffen die bij opsporing van
misdrijven relevant kunnen zijn? 

2

Is het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) en de technische recherche
al bezig om zich deze nieuwe opsporingstechniek eigen te maken? Zo neen,
waarom? Ziet u aanleiding om dit in gang te zetten?

3

Ziet u aanleiding om bij verdachten, waarvan een vingerafdruk wordt
genomen bij hun inverzekeringstelling, deze vingerafdruk ook  aan deze
nieuwe techniek te

onderwerpen? Zo neen, waarom niet?  Zo ja, wat gaat u doen om dit te
realiseren? 

Antwoord vragen 1, 2 en 3 

Het is het NFI bekend dat er in de wetenschappelijke wereld o
p het moment onderzoek wordt uitgevoerd naar en gepubliceerd wordt
over nadere
informatie uit vingerafdrukken, zoals het vaststellen van
cocaïnesporen uit een vingerafdruk. De resultaten van deze
onderzoeken zijn niet direct toepasbaar op het zaaksonderzoek in de
forensische context. Hiervoor zal eerst meer toegepast empirisch
onderzoek moeten worden uitgevoerd. Het NFI volgt de ontwikkelingen in
deze onderzoeken nauwgezet.

4

Wilt u deze techniek ook gaan toepassen op asielzoekers wier
vingerafdruk wordt afgenomen en op veroordeelde criminelen die in een
penitentiaire inrichting worden ingesloten? Zo neen, waarom niet? Zo ja,
wat gaat u doen om dit te realiseren?

Antwoord

Van een vreemdeling die te kennen geeft een aanvraag tot het verlenen
van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te willen indienen,
worden identificatiefoto’s vervaardigd en een dactyloscopisch
signalement opgemaakt. De vingerafdrukken worden gebruikt ter
identificatie van de vreemdeling en ten behoeve van de beslissing op de
asielaanvraag.

Persoonsgegevens mogen op basis van de Wet bescherming persoonsgegevens
niet verder worden verwerkt op een wijze die onverenigbaar is met het
doel waarvoor ze zijn verkregen. Het (systematisch) controleren van de
vingerafdrukken van een asielzoeker op de door u genoemde
sporen, zonder dat hij of zij wordt verdacht van het plegen van een
misdrijf op grond waarvan dit geoorloofd is, zou strijdig zijn met de
Wbp. 

Voor veroordeelden die in een penitentiaire inrichting worden
ingesloten, geldt dat de vingerafdrukken die van hen bij insluiting
worden afgenomen tot doel hebben hun identiteit vast te stellen, d.w.z.
te verifiëren dat degene die wordt ingesloten inderdaad degene is die
moest worden ingesloten. Ook voor deze categorie staat de doelbinding
dus in de weg aan het gebruik voor een (ander) doel, zoals in de vragen
bedoeld. 

5572324/08/14 november 2008

  PAGE  3 /  NUMPAGES  3 



Ministerie van Justitie



Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving



Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden





Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts
één zaak in uw brief behandelen.

