[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Leijten over de ongelijkheid in zorgtoewijzing als gevolg van de Wmo

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2008D16068, datum: 2008-11-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z05378:

Preview document (🔗 origineel)


De Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA  DEN HAAG





Ons kenmerk	Inlichtingen bij	Doorkiesnummer	Den Haag

DMO-K-U-2890945

                                 17 nov. 08

Onderwerp	Bijlage(n)	Uw brief

Kamervragen

	1	30 oktober 2008







Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Leijten
(SP) over de ongelijkheid in zorgtoewijzing als gevolg van de Wmo
(2080903980).

De Staatssecretaris van Volksgezondheid,

Welzijn en Sport,

mw. dr. J. Bussemaker

Antwoorden op Kamervragen van   REF bmkHetLidDeLeden  het Kamerlid
Leijten   REF bmkKamerleden    over   REF bmkOnderwerp  de ongelijkheid
in zorgtoewijzing als gevolg van de Wmo .

(  REF bmkNummer  2080903980 )

1

Erkent u dat er in Zeeuws-Vlaanderen grote verschillen zijn in hoe het
Wmo-beleid uitpakt voor de burgers? 1)

1

Tussen de drie gemeenten in Zeeuws-Vlaanderen is er inderdaad verschil
voor wat betreft het vragen van eigen bijdragen voor Wmo-voorzieningen.
In de Wmo zijn gemeenten verantwoordelijk voor de vormgeving van de
gemeentelijke eigen bijdrageregeling. Gemeenten kunnen een eigen
bijdrage heffen, maar hoeven dit niet te doen. Het Rijk laat de gemeente
vrij in het vaststellen van de hoogte van de eigen bijdrage en de
criteria tot het heffen ervan. De gemeente moet zich daarbij wel houden
aan de grenzen die het Rijk stelt, binnen deze grenzen heeft de gemeente
de beleidsvrijheid. De kaders die door het Rijk zijn vastgesteld zijn in
de Algemene Maatregel van Bestuur vastgelegd, met name in 

hoofdstuk 4.

2

Bent u van mening dat het beleid van de gemeente Sluis als voorbeeld kan
dienen voor andere gemeenten? Zo ja, waarom? Zo neen, waarom niet? 

2

De gemeente Sluis is door mij diverse malen aangehaald als goed
voorbeeld in het kader van de Wmo. Voor het vaststellen van een
hulpvraag van mensen gaat de gemeente op huisbezoek. Tijdens het
huisbezoek wordt integraal gekeken naar de vraag van de burger. Zo’n
benadering past goed bij de bedoelingen van de Wmo.

3

In hoeverre hebben mensen, als de familie Van E., invloed op de wijze
waarop het beleid uitpakt? 

3

De familie van E. kan op verschillende momenten het beleid van de
gemeente Sluis beïnvloeden: meepraten over de beleidsnota Wmo en de
Wmo-verordening, maar ook door met de cliëntenorganisaties en Wmo-raad
ervaringen en informatie te delen en bij het gemeentelijk
tevredenheidsonderzoek een mening te geven. U zult begrijpen dat als de
regels binnen een gemeente zijn vastgesteld, deze voor alle inwoners op
dezelfde manier moeten worden toegepast, om rechtsongelijkheid binnen de
gemeente te voorkomen. Als een burger het niet eens is met een
beslissing van de gemeente kan hij bezwaar aantekenen tegen deze
beschikking.

4

In welk opzicht kunnen deze mensen gebruik maken van keuzevrijheid?

4

Bij een besluit voor individuele voorzieningen is er keuzevrijheid voor
een voorziening in natura of een persoonsgebonden budget. Als een burger
kiest voor een voorziening in natura, moet hij daarbij kunnen kiezen uit
meerdere aanbieders.

5

Erkent u dat deze mensen, om in aanmerking te komen voor hulp en
ondersteuning, zullen moeten verhuizen naar een andere gemeente met een
ander beleid? Zo ja, vindt u dit een gewenste, solidaire en sociale
ontwikkeling? Zo neen, welke maatregelen gaat u treffen om er voor te
zorgen dat mensen die chronisch ziek en/of gehandicapt zijn overal in
Nederland gebruik kunnen maken van dezelfde voorzieningen?

5

Mevrouw van E. heeft net als elke andere inwoner van de gemeente Sluis
recht op de hulp en ondersteuning die zij nodig heeft. Zij maakt niet
alleen gebruik van Wmo-voorzieningen, maar ook van AWBZ-voorzieningen.
Het totale bedrag dat burgers betalen aan eigen bijdragen voor Wmo en
AWBZ is wettelijk gemaximeerd. In een andere gemeente is de eigen
bijdrage voor Wmo-voorzieningen wellicht lager, maar zal de AWBZ eigen
bijdrage hoger uitpakken i.v.m. de anticumulatiebepaling. Het Besluit
Wmo, o.b.v. artikel 15 van de Wmo, stelt hiervoor de kaders vast. 

6

Erkent u dat de Wmo rechtsongelijkheid creëert indien in de ene
gemeente de Wmo meer geld heeft of beschikbaar stelt dan de ander? 

6

Het doel van de Wmo is dat iedereen moet kunnen meedoen in de
samenleving. Voor de uitvoering van de Wmo zijn gemeenten
verantwoordelijk. Juist doordat een gemeente dichter bij de burger staat
en veel beter kan bezien wat de behoefte van haar inwoners is, kan er
lokaal maatwerk geleverd worden. Lokaal maatwerk betekent per definitie
dat er lokale verschillen zijn. Gemeenten hebben op grond van het
financieel arrangement voldoende middelen tot hun beschikking gekregen
voor een verantwoord Wmo-beleid. Het is aan de lokale politiek om daar
invulling aan te geven. Kernvraag is steeds: “Wordt de burger in
voldoende mate gecompenseerd?”

7

Wat is uw reactie op de uitspraak van de heer C. van V., VVD-raadslid,
“we geven zo veel geld uit aan bezopen dingen terwijl de Wmo een
basisvoorziening is”? 2) 

7

De lokale democratie is voor de ontwikkeling en totstandkoming van het
Wmo-beleid van cruciaal belang. Als lid van de gemeenteraad heeft
mevrouw Van V. een belangrijke invloed op het Wmo-beleid. Als zij op
onderdelen van dat beleid wijzigingen wenst, is het zaak om daarvoor een
meerderheid in de gemeenteraad te vinden. Dat is lokale democratie. 

8

Hoe gaat u gemeenteraadsleden in Nederland helpen er voor te zorgen dat
het gemeentebestuur de juiste keuzes maakt om de Wmo uit te voeren?

8

Ik heb in het implementatietraject van de Wmo op verschillende manieren
ook raadsleden geïnformeerd over de Wmo. Ook de VNG heeft activiteiten
georganiseerd om raadsleden zo goed mogelijk te informeren.

9

Bent u bereid het geld dat beschikbaar wordt gesteld voor de Wmo te
oormerken, zodat deze situaties in de toekomst kunnen worden voorkomen? 

9

Nee.

1)   HYPERLINK
"http://www.bndestem.nl/regio/zeeland/3837302/Het-WMObeleid-van-Sluis-is
-ronduit-asociaal.ece" 
http://www.bndestem.nl/regio/zeeland/3837302/Het-WMObeleid-van-Sluis-is-
ronduit-asociaal.ece 

2) 

  HYPERLINK
"http://www.bndestem.nl/regio/zeeland/3844168/Grote-zorgen-over-WMObelei
d.ece" 
http://www.bndestem.nl/regio/zeeland/3844168/Grote-zorgen-over-WMObeleid
.ece 

Postbus 20350

2500 EJ  DEN HAAG

Telefoon (070) 340 79 11

Fax (070) 340 78 34	Bezoekadres:

Parnassusplein 5

2511 VX  DEN HAAG	Correspondentie uitsluitend richten aan het postadres
met vermelding van de datum en het kenmerk van deze brief	Internetadres:

www.minvws.nl



  IF   DOCPROPERTY "propArchiefkopie"  Fout! Onbekende naam voor
documenteigenschap.  = "Archiefkopie"   AUTOTEXT sysArchiefkopie 
AANGETEKEND  ""