Antwoord op vragen van het lid Van der Ham over verloren schilderijen bij het rijk
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2008D16155, datum: 2008-11-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.H.A. Plasterk, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit PvdA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2008Z05149:
- Gericht aan: G. ter Horst, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Gericht aan: R.H.A. Plasterk, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Indiener: B. van der Ham, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag DOCPROPERTY adres DOCPROPERTY plaats Den Haag DOCPROPERTY _onskenmerk Ons kenmerk Uw kenmerk: DOCPROPERTY _uwbriefvan DOCPROPERTY _uwkenmerk 17 november 2008 DOCPROPERTY datum DCE/73007 2008Z05149/2080903710 DOCPROPERTY uwbriefvan DOCPROPERTY uwkenmerk DOCPROPERTY _onderwerp Onderwerp DOCPROPERTY _bijlage Vermiste schilderijen bij het rijk DOCPROPERTY bijlage_fmt Hierbij ontvangt u antwoorden op de vragen gesteld door het lid Van der Ham (D 66) aan de ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over verloren schilderijen bij het rijk . De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, dr. Ronald H.A. Plasterk Kamervragen 2008Z05149/2080903710 DCE/73007 1. Vraag: Is het waar dat het Rijk 3000 schilderijen uit eigen collectie kwijt is? Kunt u dit toelichten? Antwoord: Ja. Het genoemde aantal betreft overigens niet uitsluitend schilderijen, onder de vermiste werken bevinden zich ook werken op papier en voorwerpen van kunstnijverheid. Over de maatregelen om het beheer van de rijkscollectie op orde te krijgen bent u sedert juli 2005 geïnformeerd (TK 2004-2005, 27 470, nr 2, en TK 2006-2007, 27 470, nr. 13). De maatregelen, waaronder regelmatige publicatie van de actuele stand van vermissingen op de website van het Instituut Collectie Nederland en doorlichten van het omvangrijke relatiebestand, zijn in het bijzonder gericht op vergroting van de transparantie om te voorkomen dat gebreken uit het verleden zich voor kunnen blijven doen. De vergrote transparantie in combinatie met het doorlichten van de nog lopende contracten en het verkleinen en opschonen van het klantenbestand heeft tot gevolg dat er ook na de laatste informatie over dit onderwerp, in 2007, nieuwe vermissingen aan het licht zijn gekomen, zoals overigens soms ook eerder als vermist aangemerkte werken weer zijn teruggevonden. Helaas is het saldo nog negatief. Door middel van de publicatie van de lijst werken blijft de claim van het rijk op die werken duidelijk. 2. Vraag: Wat zijn de protocollen ten aanzien van uitleen aan overheidsinstellingen en ambtenaren? Worden deze goed nagevolgd? Is er controle op navolging? Bent u van plan deze te verbeteren? Kunt u uw antwoorden toelichten? Antwoord: Voor het beheer van collectie door het rijk geldt de op grond van de Comptabiliteitswet 2001 vastgestelde Regeling materieelbeheer museale voorwerpen, die met ingang van 1 april 2007 deels is en per 1 januari 2009 volledig in werking zal zijn getreden (Stcrt 2006, nr 238). Deze regeling geeft de overheidsorganisaties onder andere voorschriften omtrent verblijfsregistratie van de museale voorwerpen en controle daarop. Of de regels worden nageleefd komt tot uitdrukking in de auditrapporten van de ministeries, dit kan voor het eerst worden vastgesteld in het jaarverslag 2008. Voorts is de Erfgoedinspectie op grond van artikel 12 van de regeling met toezicht belast. Het beschikbaar stellen van stukken uit de rijkscollectie aan derden wordt beheerst door contracten. De verbeteringsacties hebben in het recente verleden plaats gevonden. De effecten daarvan zijn nog niet zichtbaar, die zullen pas later blijken. Vandaar ook het voornemen om het nieuwe beheerstelsel twee jaar na volledige inwerkingtreding te evalueren. De bruikleencontracten van ICN zijn aangescherpt en worden nu telkens voor bepaalde tijd aangegaan. Ook is het cliëntenbestand sterk gereduceerd. 3. Vraag: Wat is de waarde van de verloren schilderijen? Waren de schilderijen verzekerd? Zo neen waarom niet? Wat zijn de consequenties van het verlies? Antwoord: De museale voorwerpen vertegenwoordigen alle een culturele waarde. In de eerder bedoelde brieven van maart 2007 en juli 2005 heb ik u geïnformeerd dat minder dan 2% van de vermiste voorwerpen een financiële waarde heeft van meer dan € 10.000. De museale voorwerpen zijn niet verzekerd. In het algemeen verzekert het rijk zijn risico niet. Met de ministeries is een compensatieregeling afgesproken. Ook bij de bruikleennemers, bijvoorbeeld gemeenten, provincies, z.b.o.’s of andere instellingen is financiële compensatie geclaimd voor de vermissingen. Daarnaast blijft de Staat zijn aanspraak houden op de vermiste werken; het streven blijft erop gericht ze weer aan de rijkscollectie toe te voegen. Mijn beleid blijft gericht op een zorgvuldig beheer van ons erfgoed DOCPROPERTY _pagina blad PAGE 1 / SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT 1 DOCPROPERTY e_organisatienaam Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap DOCPROPERTY v_adres Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T DOCPROPERTY e_telefoon_org +31-70-412 3456 F DOCPROPERTY e_fax_org +31-70-412 3450 W DOCPROPERTY e_website_org www.minocw.nl DOCPROPERTY _pagina blad PAGE 2 / SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT 3 DOCVARIABLE clausule