[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

31446, bijgewerkt t/m nr. 24 (3e NvW d.d. 5 februari 2009)

Wijziging van de Wet op de huurtoeslag (uitvoeringstechnische wijzigingen)

Bijgewerkte tekst

Nummer: 2008D16332, datum: 2009-02-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2007Z01078:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Bijgewerkt t/m nr. 24 (3e NvW d.d. 5 februari 2009)



31 446	Wijziging van de Wet op de huurtoeslag (uitvoeringstechnische
wijzigingen)



	Nr. 2	VOORSTEL VAN WET



	Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om enkele
uitvoeringstechnische wijzigingen in de Wet op de huurtoeslag door te
voeren;

	Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij
goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

	De Wet op de huurtoeslag wordt als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het eerste lid komt te luiden:

	1. In deze wet en de bepalingen die daarop berusten wordt verstaan
onder rekenhuur: de huurprijs die de huurder per maand is verschuldigd,
of, als dat lager is dan de huurprijs, een bedrag dat gelijk is aan de
maximale huurprijsgrens, bedoeld in de krachtens de artikelen 10, eerste
lid, en 12, tweede lid, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte
daarover gestelde regels, vermeerderd met:

	a. een bedrag voor door de huurder verschuldigde servicekosten van:

	1(. € 13 voor een eenpersoonshuishouden of een
meerpersoonshuishouden, of

	2(. € 20 voor een eenpersoonsouderenhuishouden of een
meerpersoonsouderenhuishouden, en

	b. in geval van huur van een woonwagen het bedrag dat verschuldigd is
voor de huur van de standplaats.

	2. Het derde lid wordt als volgt gewijzigd:

	a. De aanhef komt te luiden:

	De vermeerdering, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, is slechts
van toepassing als de huurder verschuldigd is:

	b. In de onderdelen a, b en d vervalt: , met een maximum van € 12 per
maand.

	c. In onderdeel c wordt “de kosten” vervangen door “kosten”,
vervalt “, met een maximum van € 12 per maand”, en wordt de
puntkomma aan het slot vervangen door: , of.

	3. Het vierde lid vervalt.

Aa

	Artikel 9, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

	1. In onderdeel a vervalt: of onderhuurder.

	2. In onderdeel b wordt na “behoudens eventueel” ingevoegd “een
onderhuurder en” en wordt “het huishouden van de onderhuurder”
vervangen door: diens huishouden.

B

	Artikel 12 vervalt.

C

	Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het eerste lid, aanhef, komt te luiden:

	Geen huurtoeslag wordt toegekend als de rekenhuur:.

	2. In het vierde lid wordt “met ingang van 1 juli van elk jaar
aangepast” vervangen door: met ingang van 1 januari van elk jaar
gewijzigd.

D

	Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het derde lid worden de onderdelen b en c geletterd a en b.

	2. In het vierde lid wordt “aangepast” vervangen door: gewijzigd.

E

	In artikel 17, vierde lid, wordt “met ingang van 1 juli van elk jaar
aangepast” vervangen door: met ingang van 1 januari van elk jaar
gewijzigd.

F

	In artikel 18, vierde lid, wordt “onderscheidenlijk 1 juli van elk
jaar aangepast” vervangen door: van elk jaar gewijzigd.

G

	In artikel 19, vierde lid, wordt “elk jaar, met ingang van 1 januari
en 1 juli,” vervangen door “met ingang van 1 januari van elk jaar”
en wordt “herzien” vervangen door: gewijzigd.

H

	Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

	a. In onderdeel a vervalt: a.

	b. In onderdeel b vervalt: b.

	2. In het derde lid wordt “met ingang van 1 juli van elk jaar
aangepast” vervangen door: met ingang van 1 januari van elk jaar
gewijzigd.

I

	Artikel 23, tweede volzin, komt te luiden: Artikel 5, tweede lid, is
van overeenkomstige toepassing.

J

	Artikel 27 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Onder vernummering van het vijfde tot en met negende lid tot vierde
tot en met achtste lid worden het eerste tot en met vierde lid vervangen
door drie leden, luidende:

	1. Bij ministeriële regeling worden met ingang van 1 januari van elk
jaar de bedragen, genoemd in de artikelen 5, eerste lid, onderdeel a
(servicekosten), 13, eerste lid, onderdeel a (maximale huurgrens), en
14, eerste lid (norminkomen), gewijzigd met de factor, bedoeld in
artikel 10.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001, met dien verstande dat
in het eerste en tweede lid van laatstgenoemd artikel voor
“kalenderjaar” telkens wordt gelezen “berekeningsjaar” en dat in
het tweede lid van dat artikel voor “Consumentenprijsindex Alle
Huishoudens afgeleid” wordt gelezen “Consumentenprijsindex Alle
Huishoudens”.

	2. Naast de wijziging op grond van het eerste lid kan het bedrag,
genoemd in artikel 14, eerste lid (norminkomen), bij ministeriële
regeling worden gewijzigd ter voorkoming van onbedoelde gevolgen van
maatregelen met betrekking tot de inkomens boven het
minimum-inkomensijkpunt.

	3. Bij ministeriële regeling worden, met ingang van 1 januari van elk
jaar, de bedragen, genoemd in de artikelen 13, eerste lid, onderdeel b
(maximale huurgrens), 17, tweede lid (bij minimum-inkomensijkpunt
behorende normhuur), 18, derde lid (bij referentie-inkomensijkpunt
behorende normhuur), en 20, eerste en tweede lid
(kwaliteitskortingsgrens en aftoppingsgrenzen), gewijzigd met het
percentage van de huurprijsontwikkeling, zoals die naar redelijke
verwachting in het tijdvak dat loopt van 1 juli van het aan het
berekeningsjaar voorafgaande jaar tot 1 juli van het berekeningsjaar zal
plaatsvinden.

	2. In het vijfde lid (nieuw), eerste volzin, wordt “elk jaar, met
ingang van 1 januari,” vervangen door “met ingang van 1 januari van
elk jaar” en wordt “aangepast” vervangen door: gewijzigd.

	3. Het zesde lid (nieuw) komt te luiden:

	6. De bedragen, bedoeld in het eerste, tweede en derde lid, worden naar
boven afgerond op hele eurocenten, met uitzondering van de bedragen,
genoemd in artikel 5, eerste lid, onderdeel a (servicekosten), die naar
boven worden afgerond op hele euro’s, en met uitzondering van de
norminkomens, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdelen a en b
(maximum inkomen bij een- en meerpersoonshuishoudens), die naar boven
worden afgerond op een veelvoud van € 25. De som van de bedragen,
bedoeld in artikel 14, derde lid, onderdeel b (maximum inkomen bij een-
en meerpersoonsouderenhuishoudens en de bedragen, bedoeld in het vierde
en vijfde lid, worden naar boven afgerond op een veelvoud van € 25.
Bij een volgende wijziging van de bedragen, genoemd in artikel 5, eerste
lid, onderdeel a (servicekosten), de norminkomens en de bedragen,
bedoeld in het vijfde lid, wordt uitgegaan van de bedragen zoals die
waren, voordat zij werden afgerond.

	4. Het zevende lid (nieuw) komt te luiden:

	7. De overeenkomstig het eerste tot en met zesde lid vastgestelde,
vanaf 1 januari geldende minimum-inkomensijkpunten,
referentie-inkomensijkpunten, maximale inkomensgrenzen, normhuren, de
als gevolg daarvan voor de onderscheiden typen huishouden gewijzigde
factoren, bedoeld in artikel 19, tweede lid, maximale huur-,
kwaliteitskortings- en aftoppingsgrenzen, en bedragen, bedoeld in
artikel 5, eerste lid, onderdeel a (servicekosten), worden elk jaar
uiterlijk op 1 november daaraan voorafgaand in de Staatscourant
bekendgemaakt.

	5. Het achtste lid (nieuw) komt te luiden:

	8. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen de bedragen, genoemd in de
artikelen 16 (verhoging van de normhuur), 17, eerste lid, onderdelen c
en d (ouderentoeslag bij minimum-inkomensijkpunt), en derde lid,
onderdelen a en b (verlaging van de normhuur bij
minimum-inkomensijkpunt), en 18, vierde lid, onderdelen a, b, c en d
(verlaging van de normhuur bij referentie-inkomensijkpunt), hoger of
lager worden gesteld.

K

	Hoofdstuk 8 vervalt.

L

	In artikel 50 wordt “artikel 27, eerste lid, onder a, tweede lid,
eerste volzin, en negende lid” vervangen door: artikel 27, achtste
lid.

ARTIKEL IA

[Vervallen]

ARTIKEL II

	1. In afwijking van artikel 27, eerste, tweede en derde lid, van de Wet
op de huurtoeslag worden de in die leden genoemde bedragen, met
uitzondering van de bedragen, bedoeld in artikel 14, eerste lid
(norminkomen), niet gewijzigd met ingang van de datum van
inwerkingtreding van deze wet.

	2. Bij de eerste wijziging na de inwerkingtreding van deze wet van de
bedragen, genoemd in de artikelen 17, tweede lid (bij
minimum-inkomensijkpunt behorende normhuur), en 18, derde lid (bij
referentie-inkomensijkpunt behorende normhuur), wordt een correctie
aangebracht naar de mate waarin de huurprijsontwikkeling op 1 juli van
het direct aan de datum van inwerkingtreding van deze wet voorafgaande
kalenderjaar afweek van de verwachting waarvan werd uitgegaan bij de
aanpassing van die bedragen met ingang van 1 juli van dat kalenderjaar.

ARTIKEL IIA

	Indien het bij koninklijke boodschap van 24 augustus 2007 ingediende
voorstel van wet tot aanpassing van bijzondere wetten aan de vierde
tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Aanpassingswet vierde tranche
Awb), na tot wet te zijn verheven, in werking treedt op het tijdstip van
of na het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel K, van
deze wet, vervalt hoofdstuk 13, artikel 13, onder B, van die wet.

ARTIKEL III

	Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari van een bij
koninklijk besluit te bepalen jaar met uitzondering van:

	a. artikel I, onderdelen B, I en K, dat in werking treedt met ingang
van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet
wordt geplaatst en terugwerkt tot en met 1 januari 2008, en

	b. artikel IIA dat in werking treedt met ingang van de dag na de datum
van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister voor Wonen, Wijken en Integratie,

 PAGE    

 PAGE   5