[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

31466, bijgewerkt t/m nr. 22 (Vierde Nvw d.d. 3 februari ’09)

Wijziging van de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg in verband met de elektronische informatieuitwisseling in de zorg

Bijgewerkte tekst

Nummer: 2008D16335, datum: 2009-02-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2007Z01084:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Bijgewerkt t/m nr. 22 (Vierde Nvw d.d. 3 februari ’09)



31 466	Wijziging van de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg in
verband met de elektronische informatieuitwisseling in de zorg



	Nr. 2	VOORSTEL VAN WET



	Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in de
zorgsector een elektronisch patiëntendossier te gebruiken teneinde de
beschikbaarheid van medische persoonsgegevens op landelijke schaal voor
zorgaanbieders te verbeteren;

	Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij
goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

	De Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg wordt als volgt
gewijzigd:

A

	Aan artikel 1 worden, onder vervanging van de punt aan het slot van
onderdeel h door een puntkomma, veertien onderdelen toegevoegd,
luidende:

	i. landelijk schakelpunt: landelijk schakelpunt als bedoeld in artikel
13a, eerste lid;

	j. landelijke verwijsindex: elektronische landelijke verwijsindex als
bedoeld in artikel 13a, eerste lid, onder a;

	k. zorginformatiesysteem: elektronisch systeem van een zorgaanbieder
voor het verwerken van persoonsgegevens betreffende de gezondheid van
een cliënt;

	l. indexgegevens: gegevens in de landelijke verwijsindex;

	m. patiëntgegevens: persoonsgegevens betreffende de gezondheid van een
cliënt die op grond van deze wet worden verwerkt in een
zorginformatiesysteem;

	n. elektronisch patiëntendossier: indexgegevens en patiëntgegevens;

	o. gebruiksregistratie: elektronische registratie van het gebruik van
de voorzieningen van het landelijk schakelpunt ten behoeve van een
cliënt;

	p. centrale gebruiksregistratie: gebruiksregistratie van het landelijk
schakelpunt;

	q. decentrale gebruiksregistratie: gebruiksregistratie van de
zorgaanbieder;

	r. UZI-abonneenummer: uniek nummer van de zorgaanbieder;

	s. UZI-nummer: uniek nummer van de beroepsbeoefenaar;

	t. beroepsbeoefenaar: natuurlijke persoon die in een register als
bedoeld in artikel 3 van de Wet op de beroepen in de individuele
gezondheidszorg staat ingeschreven of die een beroep uitoefent waarvan
de opleiding krachtens artikel 34, eerste lid, van die wet is geregeld
of aangewezen;

	u. titel: titel als bedoeld in artikel 4, eerste lid, artikel 17,
eerste lid, en artikel 34, derde lid, van de Wet op de beroepen in de
individuele gezondheidszorg;

	v. klantenloket: klantenloket als bedoeld in artikel 13j.

B

	Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Voor de tekst wordt de aanduiding “1. ” geplaatst.

	2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

	2. De zorgaanbieder vermeldt bij het gebruik van de voorzieningen van
het landelijk schakelpunt steeds het burgerservicenummer van de cliënt.

C

	Na artikel 13 wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:

HOOFDSTUK 2A ELEKTRONISCH PATIENTENDOSSIER

Artikel 13a

	1. Een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen
instelling draagt zorg voor de inrichting en het beheer van een
landelijk schakelpunt, waarvan deel uitmaken:

	a. een elektronische landelijke verwijsindex waarin de volgende
indexgegevens kunnen worden opgenomen:

	1o. een vermelding dat een zorgaanbieder beschikt over patiëntgegevens
van een cliënt;

	2o. het burgerservicenummer van de cliënt;

	3o. het UZI-abonneenummer en andere gegevens of persoonsgegevens van de
zorgaanbieder die de vermelding heeft opgenomen;

	4o. het UZI-nummer, de titels en andere persoonsgegevens van de
beroepsbeoefenaar die de vermelding heeft opgenomen;

	5o. de categorie van de patiëntgegevens;

	6o. gegevens betreffende de vermelding;

	b. voorzieningen waarmee een zorgaanbieder indexgegevens van een
cliënt elektronisch kan vastleggen, bijwerken, wijzigen en vernietigen;

	c. voorzieningen waarmee een zorgaanbieder door tussenkomst van het
landelijk schakelpunt indexgegevens van een cliënt aan een andere
zorgaanbieder kan verstrekken;

	d. voorzieningen waarmee indexgegevens van een cliënt elektronisch
kunnen worden opgevraagd en geraadpleegd;

	e. voorzieningen waarmee door tussenkomst van het landelijk schakelpunt
patiëntgegevens van een cliënt bij een zorgaanbieder elektronisch
kunnen worden opgevraagd en geraadpleegd;

	f. voorzieningen waarmee een centrale gebruiksregistratie kan worden
vastgelegd, bijgewerkt, bewaard, opgevraagd en geraadpleegd.

	2. Van het landelijk schakelpunt maken voorts deel uit voorzieningen
waarmee een cliënt:

	a. zijn elektronisch patiëntendossier elektronisch kan opvragen en
raadplegen;

	b. de hem betreffende centrale gebruiksregistratie elektronisch kan
opvragen en raadplegen;

	c. zijn indexgegevens al dan niet elektronisch volledig kan afschermen
voor het opvragen en raadplegen door een zorgaanbieder of een categorie
van zorgaanbieders.

	3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels
gesteld met betrekking tot de inrichting en het beheer van het landelijk
schakelpunt, in ieder geval wat betreft de beveiliging van
persoonsgegevens door middel van onder meer een doorlopende controle op
gegevensverwerkingen, de beschikbaarheid van de voorzieningen en het
toezicht op het functioneren van het landelijk schakelpunt, teneinde te
voorzien in passende waarborgen voor de bescherming van de persoonlijke
levenssfeer van de cliënt, voor een tijdige en nauwkeurige verwerking
van de juiste gegevens en voor een elektronisch patiëntendossier
waarbij uitsluitend de desbetreffende cliënt betreffende gegevens
worden verwerkt.

	4. Bij of krachtens de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het
eerste lid, worden met het oog op het functioneren van het landelijk
schakelpunt regels gesteld met betrekking tot het bestuur en beheer van
alsmede het toezicht op de instelling die het landelijk schakelpunt
inricht en beheert.

	5. Personen werkzaam bij of ten behoeve van de beheerder van het
landelijk schakelpunt voor wie niet reeds uit hoofde van ambt of beroep
een geheimhoudingsplicht geldt, zijn verplicht tot geheimhouding van de
gegevens die zij op grond van deze wet verwerken, behoudens voor zover
enig wettelijk voorschrift hen tot mededeling verplicht.

Artikel 13b

	1. De beheerder van het landelijk schakelpunt:

	a. doet Onze Minister jaarlijks voor 1 juli schriftelijk verslag van de
inrichting, het beheer en het functioneren van het landelijk schakelpunt
alsmede van het bestuur en beheer van de instelling;

	b. verstrekt desgevraagd aan Onze Minister alle inlichtingen over de
inrichting, het beheer en het functioneren van het landelijk schakelpunt
alsmede over het bestuur en beheer van de instelling.

	2. Indien de beheerder van het landelijk schakelpunt naast de
inrichting en het beheer van het landelijk schakelpunt andere
activiteiten uitvoert:

	a. houdt de beheerder een afzonderlijke boekhouding bij ter zake van de
inrichting en het beheer van het landelijk schakelpunt;

	b. verantwoordt de beheerder in zijn jaarrekening de inrichting en het
beheer van het landelijk schakelpunt afzonderlijk.

Artikel 13c

	1. Indien naar het oordeel van Onze Minister de beheerder van het
landelijk schakelpunt de inrichting en het beheer van het landelijk
schakelpunt verwaarloost of indien het bestuur en beheer van de
instelling het functioneren van het landelijk schakelpunt kan
belemmeren, kan Onze Minister aanwijzingen geven en de noodzakelijke
voorzieningen treffen.

	2. Alvorens een aanwijzing te geven of een voorziening te treffen,
stelt Onze Minister, spoedeisende gevallen uitgezonderd, de beheerder
van het landelijk schakelpunt in de gelegenheid om binnen een door Onze
Minister te stellen termijn de inrichting en het beheer van het
landelijk schakelpunt alsnog naar behoren uit te voeren en het
functioneren van het landelijk schakelpunt te waarborgen.

Artikel 13d

	1. De beheerder van het landelijk schakelpunt richt het landelijk
schakelpunt zo in dat:

	a. de zorgaanbieder zijn zorginformatiesysteem overeenkomstig het
bepaalde bij of krachtens de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in
artikel 13a, derde lid, aan kan sluiten op het landelijk schakelpunt en
de voorzieningen, bedoeld in artikel 13a, eerste lid, onderdelen b tot
en met e, van het landelijke schakelpunt kan gebruiken;

	b. de beheerder van het klantenloket zijn informatiesysteem
overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens de algemene maatregel van
bestuur, bedoeld in artikel 13a, derde lid, aan kan sluiten op het
landelijk schakelpunt en de voorzieningen, bedoeld in artikel 13a,
eerste lid, onderdelen b en d, van het landelijke schakelpunt kan
gebruiken.

	2. De beheerder van het landelijk schakelpunt houdt een centrale
gebruiksregistratie bij.

	3. De beheerder van het landelijk schakelpunt gebruikt de centrale
gebruiksregistratie voor de doorlopende controle op gegevensverwerking,
bedoeld in artikel 13a, derde lid.

Artikel 13e

	1. Op verzoek van een cliënt verschaft de beheerder van het landelijk
schakelpunt de cliënt inzage in de indexgegevens van de cliënt en de
centrale gebruiksregistratie met betrekking tot de cliënt.

	2. Op verzoek van de cliënt zorgt de beheerder van het landelijk
schakelpunt voor:

	a. volledige afscherming van de indexgegevens van de cliënt voor het
opvragen en raadplegen door een zorgaanbieder of een categorie van
zorgaanbieders;

	b. gehele of gedeeltelijke vernietiging van de indexgegevens van de
cliënt.

	3. De beheerder van het landelijk schakelpunt draagt zorg voor een
deugdelijke vaststelling van de identiteit en het burgerservicenummer
van de cliënt die een recht uitoefent dat voortvloeit uit het eerste en
tweede lid.

	4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur of bij ministeriële
regeling worden regels gesteld over de wijze waarop de beheerder van het
landelijk schakelpunt de identiteit en het burgerservicenummer van de
cliënt vaststelt.

	5. De cliënt kan de in artikel 13a, tweede lid, bedoelde voorzieningen
gebruiken om:

	a. zijn elektronisch patiëntendossier en de hem betreffende centrale
gebruiksregistratie elektronisch op te vragen en te raadplegen;

	b. zijn indexgegevens elektronisch volledig af te schermen voor het
opvragen en raadplegen door een zorgaanbieder of een categorie van
zorgaanbieders.

	6. Onder vermelding van het burgerservicenummer van de cliënt, geeft
de beheerder van het landelijk schakelpunt kennis van de afscherming of
vernietiging, bedoeld in de voorgaande leden, aan de zorgaanbieders die
de desbetreffende indexgegevens hebben vastgelegd.

Artikel 13f

	1. De zorgaanbieder:

	a. sluit zijn zorginformatiesysteem aan op het landelijk schakelpunt;

	b. legt de indexgegevens van de cliënt voor wat betreft de door hem
verleende zorg vast in de landelijke verwijsindex en werkt deze gegevens
indien nodig bij;

	c. kan door tussenkomst van het landelijk schakelpunt indexgegevens van
de cliënt voor wat betreft de door hem verleende zorg aan een andere
zorgaanbieder verstrekken;

	d. legt patiëntgegevens voor wat betreft de door hem verleende zorg
vast in zijn zorginformatiesysteem en werkt deze gegevens indien nodig
bij;

	e. verstrekt door tussenkomst van het landelijk schakelpunt
patiëntgegevens van de cliënt voor wat betreft de door hem verleende
zorg op verzoek aan een andere zorgaanbieder;

	f. kan ten behoeve van de door hem aan de cliënt te verlenen zorg het
elektronisch patiëntendossier van de cliënt voor wat betreft door
andere zorgaanbieders verleende zorg door tussenkomst van het landelijk
schakelpunt opvragen en raadplegen en vervolgens bewaren;

	g. houdt een decentrale gebruiksregistratie bij.

	2. De zorgaanbieder is slechts bevoegd tot de verwerking, bedoeld in
het eerste lid, onderdelen b tot en met f, van het elektronisch
patiëntendossier voor zover:

	a. dat noodzakelijk is met het oog op een goede behandeling of
verzorging van zijn cliënt;

	b. zijn cliënt daartegen geen bezwaar heeft gemaakt bij de
zorgaanbieder of bij het klantenloket.

	3. De zorgaanbieder is slechts bevoegd tot de opvraging, bedoeld in het
eerste lid, onderdeel f, van het elektronisch patiëntendossier indien
de cliënt hem daartoe toestemming heeft gegeven.

Artikel 13g

	1. De zorgaanbieder verschaft de cliënt algemene informatie over het
elektronisch patiëntendossier:

	a. op verzoek van de cliënt;

	b. voordat de zorgaanbieder de allereerste indexgegevens van de cliënt
in de landelijke verwijsindex vastlegt, anders dan bij wijze van de
initiële vastlegging, bedoeld in artikel II, tweede lid, van de wet van
de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van […] tot
wijziging van de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg in verband
met de elektronische informatieuitwisseling in de zorg (Stb. […]).

	2. Bij het verschaffen van de algemene informatie over het elektronisch
patiëntendossier wijst de zorgaanbieder de cliënt op de mogelijkheid
bezwaar als bedoeld in artikel 13f, tweede lid, onderdeel b, te maken.

	3. Op verzoek van de cliënt verschaft de zorgaanbieder de cliënt
inzage in:

	a. de door deze zorgaanbieder in het elektronisch patiëntendossier van
de cliënt opgenomen gegevens;

	b. de decentrale gebruiksregistratie met betrekking tot de cliënt.

	4. Op verzoek van de cliënt zorgt de zorgaanbieder voor de gehele of
gedeeltelijke vernietiging van de door de zorgaanbieder in het
elektronisch patiëntendossier van de cliënt vastgelegde gegevens.

Artikel 13h

	De verwerking, bedoeld in artikel 13f, eerste lid, onderdelen b, c, d
en f en artikel 13g, derde lid, onder a, en vierde lid, van het
elektronisch patiëntendossier wordt uitsluitend verricht door de
beroepsbeoefenaar die de cliënt zorg verleent.

Artikel 13i

	1. Bij algemene maatregel van bestuur kan, voor zover noodzakelijk met
het oog op een zwaarwegend algemeen belang, worden bepaald voor welke
vormen van zorg en voor welke categorieën van cliënten, zorgaanbieders
en beroepsbeoefenaren de artikelen 13d tot en met 13h ten behoeve van
daarbij aan te geven doeleinden gelden.

	2. Bij de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het eerste lid,
worden nadere regels gesteld over de gegevens en persoonsgegevens die
noodzakelijk zijn voor het elektronisch patiëntendossier en voor de
centrale en decentrale gebruiksregistraties.

	3. Bij of krachtens de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het
eerste lid, worden nadere regels gesteld over de eisen aan de
gegevensverwerkingen, bedoeld in de artikelen 13d tot en met 13h, in
ieder geval wat betreft de beveiliging van persoonsgegevens door middel
van onder meer een doorlopende controle op gegevensverwerkingen, de
beschikbaarheid van persoonsgegevens alsmede de inrichting en het beheer
van de bij de gegevensverwerkingen te gebruiken zorginformatiesystemen,
teneinde te voorzien in passende waarborgen ter bescherming van de
persoonlijke levenssfeer van de cliënt en voor een elektronisch
patiëntendossier waarbij uitsluitend de desbetreffende cliënt
betreffende gegevens worden verwerkt.

	4. De regels, bedoeld in het tweede en derde lid, kunnen onderscheid
maken tussen verschillende vormen van zorg en categorieën van
cliënten, zorgaanbieders of beroepsbeoefenaren zodat het elektronisch
patiëntendossier toereikend, ter zake dienend en niet bovenmatig is.

Artikel 13j

	1. Onze Minister of een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur
aangewezen instelling draagt zorg voor de inrichting en het beheer van
een klantenloket:

	a. dat eenieder op verzoek algemene informatie verschaft over het
elektronisch patiëntendossier;

	b. met behulp waarvan de cliënt:

	1o. inzage wordt verschaft in zijn indexgegevens en de hem betreffende
centrale gebruiksregistratie;

	2o. zijn indexgegevens volledig kan afschermen voor het opvragen of
raadplegen door een zorgaanbieder of een categorie van zorgaanbieders;

	3o. zijn indexgegevens geheel of gedeeltelijk kan laten vernietigen;

	c. waar een cliënt bezwaar kan maken tegen de verwerking, bedoeld in
artikel 13f, eerste lid, onderdelen b tot en met f, van het elektronisch
patiëntendossier;

	d. waar een cliënt ondersteuning kan krijgen bij het herstellen of
beëindigen van verwerkingen van persoonsgegevens die niet voldoen aan
een wettelijk voorschrift met betrekking tot het elektronisch
patiëntendossier.

	2. Indien de beheerder van het klantenloket op verzoek van de cliënt
indexgegevens heeft afgeschermd of vernietigd dan wel de toegang van een
zorgaanbieder of een categorie van zorgaanbieders tot zijn elektronisch
patiëntendossier heeft geblokkeerd, geeft hij daarvan, onder vermelding
van het burgerservicenummer van de cliënt, kennis aan de zorgaanbieder
of de zorgaanbieders die indexgegevens heeft of hebben vastgelegd.

	3. De beheerder van het klantenloket draagt zorg voor een deugdelijke
vaststelling van de identiteit en het burgerservicenummer van de
cliënt.

	4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur of bij ministeriële
regeling worden regels gesteld over de wijze waarop de beheerder van het
klantenloket de identiteit en het burgerservicenummer van de patiënt
vaststelt.

	5. De beheerder van het klantenloket vermeldt bij het gebruik van de
voorzieningen van het landelijk schakelpunt steeds het
burgerservicenummer van de cliënt.

	6. Personen werkzaam bij of ten behoeve van de beheerder van het
klantenloket voor wie niet reeds uit hoofde van ambt of beroep een
geheimhoudingsplicht geldt, zijn verplicht tot geheimhouding van de
gegevens die zij op grond van deze wet verwerken, behoudens voor zover
enig wettelijk voorschrift hen tot mededeling verplicht.

D

	Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Aan het eerste lid wordt toegevoegd: en, voor zover het een
zorgaanbieder betreft, de voorzieningen, bedoeld in artikel 13a, eerste
lid.

	2. Er worden drie leden toegevoegd, luidende:

	3. De beheerder van het register van zorgaanbieders kent een
zorgaanbieder die wordt opgenomen in het register van zorgaanbieders een
UZI-abonneenummer toe, tenzij aan de zorgaanbieder reeds een
UZI-abonneenummer is toegekend.

	4. De beheerder van het register van zorgaanbieders draagt er zorg voor
dat een UZI-abonneenummer slechts éénmaal wordt aangemaakt en
toegekend.

	5. Een zorgaanbieder wordt opgenomen in het register van zorgaanbieders
onder vermelding van zijn UZI-abonneenummer.

E

	Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid komt te luiden:

	3. De beheerder van een register als bedoeld in artikel 14 verschaft
aan een in het register ingeschreven zorgaanbieder, indicatieorgaan of
zorgverzekeraar op diens verzoek een middel waarmee deze ten behoeve van
de raadpleging, bedoeld in artikel 7, eerste lid, toegang kan krijgen
tot de voorzieningen, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder c en d,
van de Wet algemene bepalingen burgerservice-nummer en, voor zover het
een zorgaanbieder betreft, waarmee deze ten behoeve van de verwerking
van gegevens in het elektronisch patiëntendossier, toegang kan krijgen
tot de voorzieningen bedoeld in artikel 13a, eerste lid.

	2. Het vierde en vijfde lid worden vernummerd tot tiende en elfde lid.

	3. Na het derde lid worden zes leden ingevoegd, luidende:

	4. Indien het middel is bestemd voor gebruik door een beroepsbeoefenaar
kent de beheerder van het register voor zorgaanbieders de
beroepsbeoefenaar een UZI-nummer toe, tenzij aan de beroepsbeoefenaar
reeds een UZI-nummer is toegekend.

	5. De beheerder van het register voor zorgaanbieders draagt er zorg
voor dat een UZI-nummer slechts éénmaal wordt aangemaakt en toegekend.

	6. Het middel van een zorgaanbieder is voorzien van diens
UZI-abonneenummer en, indien het middel is bestemd voor gebruik door een
beroepsbeoefenaar, het UZI-nummer van de beroepsbeoefenaar.

	7. Het UZI-abonneenummer en het UZI-nummer kunnen worden gebruikt ter
uitvoering van het bepaalde bij of krachtens deze wet en voor doeleinden
overeenkomstig de bestemming van het middel.

	8. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen andere dan in het zevende
lid bedoelde gevallen worden aangewezen waarin het UZI-abonneenummer en
het UZI-nummer kunnen worden gebruikt.

	9. Bij de maatregel, bedoeld in het achtste lid, kunnen nadere regels
worden gesteld over het gebruik van het UZI-abonneenummer en het
UZI-nummer.

F

	Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Voor de tekst wordt de aanduiding “1. ” geplaatst.

	2. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

	a. De zinsnede “De zorgaanbieder verstrekt” wordt vervangen door:
De zorgaanbieder en de beheerder van het landelijk schakelpunt
verstrekken.

	b. Na “het gebruik van het burgerservicenummer” wordt toegevoegd:
en het verwerken van het elektronisch patiëntendossier.

	3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

	2. Onze Minister is bevoegd een last onder dwangsom op te leggen ter
zake van een gedraging die in strijd is met het eerste lid.

G

	Indien het bij koninklijke boodschap van 27 juli 2007 ingediende
voorstel van wet houdende uitbreiding van de bestuurlijke
handhavingsinstrumenten in de wetgeving op het gebied van de
volksgezondheid (Wet uitbreiding bestuurlijke handhaving
volksgezondheidswetgeving) (Kamerstukken II, 2007/08, 31 122, nrs. 1-2)
na tot wet te zijn verheven in werking is getreden of in werking treedt,
wordt in artikel 16, eerste lid, “artikel 8, eerste lid, van de
Kwaliteitswet zorginstellingen” vervangen door: artikel 7, eerste lid,
van de Kwaliteitswet zorginstellingen.

H

	Na artikel 16 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 16a

	1. Onze Minister is bevoegd een zorgaanbieder als bedoeld in artikel 1,
onderdeel c, onder 1o, een bestuurlijke boete van ten hoogste € 33 500
op te leggen ter zake van overtreding van het bepaalde bij of krachtens
de artikelen 4 tot en met 11, 13f tot en met 13i, 15, 16, 17, 17a en
artikel II van de wet van […] tot wijziging van de Wet gebruik
burgerservicenummer in de zorg in verband met de  elektronische
informatieuitwisseling in de zorg.

	2. Onze Minister is bevoegd een zorgaanbieder als bedoeld in artikel 1,
onderdeel c, onder 2o, een bestuurlijke boete van ten hoogste € 6 700
op te leggen ter zake van overtreding van het bepaalde bij of krachtens
de artikelen 4 tot en met 11, 13f tot en met 13i, 15, 16, 17, 17a en
artikel II van de wet van […] tot wijziging van de Wet gebruik
burgerservicenummer in de zorg in verband met de  elektronische
informatieuitwisseling in de zorg.

	3. Onze Minister is bevoegd een indicatieorgaan een bestuurlijke boete
van ten hoogste € 33 500 op te leggen ter zake van overtreding van
het bepaalde bij of krachtens de artikelen 15, 17 en 17a.

	4. Onze Minister is bevoegd een zorgverzekeraar een bestuurlijke boete
van ten hoogste € 33 500 op te leggen ter zake van overtreding van het
bepaalde bij of krachtens de artikelen 13, 15, 17 en 17a.

I

	

	Artikel 17b komt te luiden:

	

	De voordracht voor een krachtens deze wet vast te stellen algemene
maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het
ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

J

	Artikel 25 komt te luiden:

Artikel 25

	Deze wet wordt aangehaald als: Kaderwet elektronische
zorginformatieuitwisseling.

ARTIKEL II

	1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels
gesteld voor de goede invoering van deze wet.

	2. De regels, bedoeld in het eerste lid, hebben in ieder geval
betrekking op de termijn waarna het elektronisch patiëntendossier kan
worden opgevraagd en geraadpleegd.

	3. De regels, bedoeld in het eerste lid, kunnen onder meer betrekking
hebben op:

	a. de initiële vastlegging van het elektronisch patiëntendossier,
bedoeld in artikel 1, onderdeel n, van de Kaderwet elektronische
zorginformatieuitwisseling door een zorgaanbieder als bedoeld in artikel
1, onderdeel c van de Kaderwet elektronische zorginformatieuitwisseling;

	b. de wijze en het tijdstip waarop de zorgaanbieder de initiële
vastlegging verricht;

	c. het verschaffen van algemene informatie aan de cliënt, bedoeld in
artikel 1, onderdeel f, van de Kaderwet elektronische
zorginformatieuitwisseling over het elektronisch patiëntendossier.

	4. De regels, bedoeld in het eerste lid, kunnen onderscheid maken
tussen verschillende categorieën cliënten, zorgaanbieders en
beroepsbeoefenaren als bedoeld in artikel 1 van de Kaderwet
elektronische zorginformatieuitwisseling.

ARTIKEL III

	In artikel 52, tweede en vijfde lid, van de Algemene Wet Bijzondere
Ziektekosten wordt “Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg”
vervangen door: Kaderwet elektronische zorginformatieuitwisseling.

ARTIKEL IV

	In artikel 10, tweede lid, van de Wet op de beroepen in de individuele
gezondheidszorg wordt “Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg”
vervangen door: Kaderwet elektronische zorginformatieuitwisseling.

ARTIKEL V

	In de artikelen 9, tweede lid, en 14, derde lid, van de Wet toelating
zorginstellingen wordt “Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg”
vervangen door: Kaderwet elektronische zorginformatieuitwisseling.

ARTIKEL VI

	In de artikelen 26, vierde lid, 86, tweede en vijfde lid, en 118, derde
lid, van de Zorgverzekeringswet wordt “Wet gebruik burgerservicenummer
in de zorg” vervangen door: Kaderwet elektronische
zorginformatieuitwisseling.

ARTIKEL VII

	De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk
besluit te bepalen tijdstip, dat voor verschillende artikelen of
onderdelen daarvan alsmede voor verschillende vormen van zorg en
categorieën van cliënten, zorgaanbieders en beroepsbeoefenaren
verschillend kan worden vastgesteld.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

 PAGE    

 PAGE   1