[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Van der Ham over CO2-opslag

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2008D16482, datum: 2008-11-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.DOC), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z03347:

Preview document (🔗 origineel)




Hierbij zend ik u, mede namens de Minister van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de antwoorden op de vragen die
zijn gesteld door het lid Van der Ham over CO2-opslag. De vragen werden
mij toegestuurd op 29 september 2008 onder nummer 2008Z03347 /
2080901310. 

1

Kent u het rapport van McKinsey over de opvang en opslag van CO2 (CCS)?
Wat is uw reactie op de conclusie van dit rapport dat er te weinig
CCS-(proef)projecten worden gestart om Europese doelstellingen te halen?


Antwoord

Ja. In het rapport wordt geconcludeerd dat, naast energiebesparing en
het gebruik van duurzame energie, aanvullende maatregelen nodig zijn om
de klimaatdoelstellingen te kunnen realiseren en dat CCS in dat verband
een belangrijke en betaalbare bijdrage kan leveren. 

Die conclusie is in lijn met de inzet van het kabinet, zoals uiteengezet
in het Energierapport en in het Werkprogramma ‘Schoon en Zuinig’.
Het kabinet is van mening dat de technologische ontwikkeling van CCS
moet worden versneld, zodat CCS vanaf 2020 een betaalbare optie is die
door de markt zal worden toegepast naast de andere beschikbare opties. 

Het is de inzet van het kabinet om bij de nieuw te bouwen kolencentrales
zo spoedig mogelijk CCS toe te passen. Het kabinet is daarover reeds in
gesprek met de betrokken sector. Uiteraard vormt de Europese dimensie
daarbij een belangrijk aandachtspunt voor het kabinet. 

Ik licht de twee belangrijkste punten van zorg uit het rapport van
McKinsey: 

het tijdig van de grond komen van voldoende financiële middelen voor
grote CCS- demonstratieprojecten (zogenoemde ‘flagships’) in de EU,
zodat grootschalige toepassing van CCS kan worden versneld;

het kostenniveau van CCS vs de opbrengsten uit CO2 handel in de jaren
direct na afloop van de demonstratiefase (2020-2030) is volgens McKinsey
niet voldoende om aansluitend aan de demonstratiefase gelijk de volgende
ronde CCS projecten van de grond te krijgen. 

Het eerste deel sluit aan bij uw vraag over de proefprojecten, het
tweede deel verwijst naar de projecten die na afloop van de
demonstratiefase door de markt zullen worden gerealiseerd.

Wat betreft het eerste punt, is de Nederlandse inzet erop gericht dat de
EU voldoende middelen beschikbaar zal stellen om 12
‘flagship’-projecten snel van start te kunnen laten gaan, zodat
ervaring met grootschalige toepassing wordt opgedaan en schaalvoordelen
kunnen worden gerealiseerd. Echter, mocht blijken dat de EU niet tijdig
en/of niet voldoende middelen beschikbaar stelt, dan zal het kabinet
bezien hoe de demonstratieprojecten in Nederland kunnen worden
ondersteund.

Wat betreft het tweede zorgpunt van McKinsey, acht het kabinet het nog
te vroeg om een inschatting te kunnen maken van het prijsniveau van CO2
in de periode 2020-2030. Op dit moment zijn de onderhandelingen over het
klimaat- en het energiepakket in de EU nog in volle gang. Tevens zijn de
uitkomsten van de klimaatonderhandelingen in Kopenhagen (december 2009)
van groot belang voor de ontwikkeling van de toekomstige CO2-prijs.
Uiterlijk bij de evaluatie van het Werkprogramma ‘Schoon en Zuinig’
in 2010, zal het kabinet naar aanleiding van de uitkomsten van genoemde
onderhandelingen aangeven of er eventueel aanvullende maatregelen zullen
worden genomen om de verdere uitrol van CCS te stimuleren. 

2

Wat vindt u van de suggestie om energiecentrales een prestatienorm van
hooguit 350 gram kooldioxide per kilowatt op te leggen?

Antwoord

Het kabinet hoopt dat de CO2-marktprijs zich zodanig zal gaan
ontwikkelen, dat energiecentrales na afloop van de demonstratiefase zelf
zullen kiezen voor CCS, zonder dat daarvoor door de overheid aanvullende
verplichtingen worden opgelegd. Echter, als de CO2-marktprijs zich
anders ontwikkelt (zie McKinsey rapport), dan zal het kabinet (en de EU)
moeten bezien op welke wijze invulling zal worden gegeven aan de visie
dat kolencentrales CCS moeten gaan toepassen. Een prestatienorm tot Best
Beschikbare Techniek verklaren, beschouwt het kabinet in een dergelijke
situatie als serieuze mogelijkheden. Uiterlijk bij de evaluatie van het
programma Schoon en Zuinig, in 2010, zal een en ander nader worden
bezien. 

(w.g.)	Maria J.A. van der Hoeven

Volgvel minute

 \PAGE 3 

Paraaf en datum

Minute





Auteur	Toestelnummer	Classificatienummer

Van Diggelen



Datum	Uiterste verzenddatum	Verzendwijze

1-10-2008	spoed

	Aan	Informatiekopie aan	Medeafdoening van ons kenmerk

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Binnenhof 4

2513 AA  ‘s-GRAVENHAGE





Medeparaaf en datum





Datum	Uw kenmerk	Ons kenmerk	Bijlage(n)

18 november 2008

ET/ED / 8178042

	Onderwerp



	Beantwoording vragen van het lid Van der Ham over CO2-opslag



Bezoekadres	Doorkiesnummer	Telefax

Bezuidenhoutseweg 30	070-379 7771

	Hoofdkantoor

Bezuidenhoutseweg 30

Postbus 20101

2500 EC  's-Gravenhage	Telefoon (070) 379 89 11

Telefax (070) 347 40 81

Email ezpost@minez.nl

Website www.minez.nl	Behandeld door



G. van Diggelen



Verzoeke bij beantwoording van deze brief ons kenmerk te vermelden