31721, bijgewerkt t/m nr. 15 herdruk (NvW d.d. 4 december ’08)
Wijziging van de Spoedwet wegverbreding en de Tracéwet in verband met de vereenvoudiging van de onderzoekslast (Wet versnelling besluitvorming wegprojecten)
Bijgewerkte tekst
Nummer: 2008D16630, datum: 2008-12-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2008Z03377:
- Indiener: C.M.P.S. Eurlings, minister van Verkeer en Waterstaat
- Medeindiener: J.M. Cramer, minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Volgcommissie: vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (2008-2010)
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat (2008-2010)
- 2008-09-24 14:30: Procedurevergadering VW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat (2008-2010)
- 2008-09-30 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2008-10-07 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2008-10-13 16:00: Spoedwet wegverbreding (Schriftelijk commentaar algemeen), vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat (2008-2010)
- 2008-10-22 10:15: Procedurevergadering VW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat (2008-2010)
- 2008-10-28 14:00: Spoedwet wegverbreding (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat (2008-2010)
- 2008-11-19 10:15: Procedurevergadering VW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat (2008-2010)
- 2008-11-25 18:15: Extra Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat (2008-2010)
- 2008-11-26 18:15: Extra procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat (2008-2010)
- 2008-12-03 13:00: Procedurevergadering VW (TIJDSTIP GEWIJZIGD) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat (2008-2010)
- 2008-12-04 13:30: Aanvang middagvergadering: regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2008-12-04 14:00: Inbreng 2de nader verslag wetsvoorstel 31 721 Wijz. Spoedwet wegverbreding en Tracéwet i.v.m. vereenvoudiging onderzoekslast (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat (2008-2010)
- 2008-12-09 17:15: Extra procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat (2008-2010)
- 2009-01-12 15:00: wijziging Spoedwet wegverbreding en de Tracéwet (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat (2008-2010)
- 2009-01-13 15:15: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Bijgewerkt t/m nr. 15 herdruk (NvW d.d. 4 december ’08) 31 721 Wijziging van de Spoedwet wegverbreding en de Tracéwet in verband met de vereenvoudiging van de onderzoekslast (Wet versnelling besluitvorming wegprojecten) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in de Spoedwet wegverbreding en de Tracéwet nadere regels te stellen voor de besluitvorming ten behoeve van wegprojecten teneinde spoedige besluitvorming mogelijk te maken voor projecten waarbij vertraging is ontstaan; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: ARTIKEL I De Spoedwet wegverbreding wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 3 komt te luiden: Artikel 3 (verhouding tot Tracéwet en Wet milieubeheer) 1. Ten aanzien van de in de bijlage genoemde wegaanpassingsprojecten is de Tracéwet niet van toepassing. 2. Indien op grond van artikel 7.2 van de Wet milieubeheer een milieueffectrapport wordt opgesteld ten aanzien van een in de bijlage genoemd wegaanpassingsproject: a. kan in dat milieueffectrapport, in afwijking van artikel 7.10, eerste lid, onder b, onderdeel 2, van die wet, volstaan worden met een beschrijving van de voorgenomen activiteit en van de wijze waarop zij zal worden uitgevoerd; b. zijn de artikelen 7.10, derde lid, 7.12, eerste tot en met derde lid, vierde lid, eerste volzin, vijfde en zesde lid, 7.13 tot en met 7.16, 7.20, eerste lid, 7.26 en 7.39 tot en met 7.43 van die wet niet van toepassing. Aa Na artikel 3 wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 3a (verhouding tot prijsbeleid) 1. Het bepaalde in het tweede en derde lid is van toepassing op wegaanpassingsprojecten opgenomen in de bij deze wet behorende bijlage 2. 2. Bij de toepassing van de artikelen 6, vijfde lid, en 9, eerste lid, worden voornemens tot invoering van een prijs voor het rijden met een motorrijtuig op de weg buiten beschouwing gelaten. 3. Indien op grond van artikel 7.2 van de Wet milieubeheer een milieueffectrapport wordt opgesteld ten aanzien van een in de bijlage genoemd wegaanpassingsproject, worden voornemens tot invoering van een prijs voor het rijden met een motorrijtuig op de weg buiten beschouwing gelaten zowel bij de beschrijving van de voorgenomen activiteit en van de wijze waarop zij zal worden uitgevoerd, bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder a, als bij de beschrijving van de bestaande toestand van het milieu en van de te verwachten ontwikkeling van dat milieu, bedoeld in artikel 7.10, eerste lid, onderdeel d, van die wet. B Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het derde lid wordt de zinsnede “een of meer overzichtskaarten met een schaal van 1:20 000” gewijzigd in: een of meer overzichtskaarten met een schaal van ten minste 1:20 000. 2. Na het derde lid worden drie leden toegevoegd, luidende: 4. Bij de vaststelling van het wegaanpassingsbesluit wordt, onverminderd de bevoegdheid tot herstel van gebreken, gebruik gemaakt van: a. de verkeersgegevens en de daarop gebaseerde onderzoeken, b. de krachtens artikel 5.20, eerste lid, van de Wet milieubeheer bekendgemaakte gegevens en de daarop gebaseerde onderzoeken, en c. de inventarisatie van de aanwezige flora en fauna en van de gevolgen van de wegaanpassing daarop en de daarop gebaseerde onderzoeken, die ten grondslag hebben gelegen aan het ontwerp-wegaanpassingsbesluit, met dien verstande dat indien de rapporten waarin die gegevens, onderzoeken en inventarisaties en gevolgen zijn vervat, bij de vaststelling van het wegaanpassingsbesluit ouder zijn dan twee jaar, het wegaanpassingsbesluit een motivering van de actualiteit van die rapporten bevat. 5. Het luchtkwaliteitsonderzoek ten behoeve van een wegaanpassingsbesluit wordt beperkt tot het gebied dat zich uitstrekt van de voorafgaande tot en met de eerstvolgende aansluiting op de aan te passen weg en ter weerszijden van dit wegvak tot één kilometer vanuit de meest buiten gelegen rijstroken. Onder aansluiting wordt tevens knooppunt verstaan. 6. Onze Minister en Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer kunnen nadere regels stellen ten aanzien van de methoden en uitgangspunten voor de beoordeling van effecten van een wegaanpassingsproject. C Na artikel 4 wordt een nieuw artikel toegevoegd, luidende: Artikel 4a (specifieke bepalingen met betrekking tot luchtkwaliteit) 1. Artikel 5.16, eerste lid, aanhef, van de Wet milieubeheer is ook van toepassing indien het wegaanpassingsbesluit is genoemd of beschreven in, dan wel past binnen of in elk geval niet in strijd is met een overeenkomstig artikel 3:11, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht ter inzage gelegde ontwerp van het programma, bedoeld in artikel 5.12, eerste lid, van de Wet milieubeheer. 2. In het wegaanpassingsbesluit dat wordt vastgesteld met toepassing van het eerste lid, wordt ten aanzien van het bepaalde in de bijlage 2 bij de Wet milieubeheer uitsluitend aannemelijk gemaakt dat: a. gedurende het eerste jaar na ingebruikneming van de overeenkomstig het wegaanpassingsbesluit aangepaste weg bij de gedurende dat jaar verwachte toename van de concentraties verontreinigende stoffen in de buitenlucht door de toename van het verkeer gedurende dat jaar die rechtstreeks verband houdt met die aanpassing, geen overschrijding plaatsvindt van een grenswaarde voor luchtkwaliteit; of b. de verwachte toename van de concentraties gedurende het onder a bedoelde jaar door de toename van het verkeer gedurende dat jaar die rechtstreeks verband houdt met de overeenkomstig het wegaanpassingsbesluit aangepaste weg, niet 1% van de grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie van zwevende deeltjes (PM10) of stikstofdioxide overschrijdt. 3. Onverminderd artikel 4, eerste lid, bevat een wegaanpassingsbesluit dat vastgesteld wordt met toepassing van het eerste lid tevens de maatregelen die onlosmakelijk verbonden zijn met het wegaanpassingsbesluit voor zover die genoemd of beschreven zijn in het ontwerp van het programma, bedoeld in het eerste lid. D Aan artikel 6, vijfde lid, wordt de volgende volzin toegevoegd: Artikel 4, vierde lid, met uitzondering van het bepaalde onder b en c, is van overeenkomstige toepassing op het plan. E Artikel 18 vervalt. F De bijlage bij de wet wordt gewijzigd als volgt: 1. Onderdeel A wordt gewijzigd als volgt: a. Na het wegaanpassingsproject met wegnummer 2 wordt het volgende wegaanpassingsproject opgenomen: A9 2a A9 Alkmaar-Uitgeest aanleg spitsstrook 2x2 2x3 59,0 70,7 b. Na het wegaanpassingsproject met wegnummer 14 worden de volgende wegaanpassingsprojecten opgenomen: A2 14a A2 Holendrecht-Maarssen aanleg extra rijstrook 2x4 2x5 34,0 57,0 14b A2 Urmond- Maasbracht aanleg spitsstrook 1x2 1x3 239,1 221,7 14c A2/A76 Urmond-Geleen aanleg extra rijstrook en aanpassing knooppunt Kerensheide 2x2 2x3 239,1 (A2) 4,5 (A76) A28 Utrecht - Amersfoort 14d A28 Utrecht – Leusden Zuid aanleg extra rijstrook 2x2 2x3 0 17,8 14e A28 Leusden Zuid – knooppunt Hoevelaken aanleg plusstrook en weefstroken en aanpassing knooppunt Hoevelaken aanleg plusstrook en weefstroken 1x2 1x2 1x3 1x3 17,3 27,7 46,5 (A1) (oostbaan) 17,3 (westbaan) 2. In onderdeel B vervallen de wegaanpassingsprojecten met de wegnummers 18, 19, 21, 27 en 32. 3. Onderdeel C vervalt. G Aan de wet wordt een bijlage toegevoegd, luidende: Bijlage 2 bij de Spoedwet wegverbreding Bijlage behorend bij artikel 3a van de Spoedwet wegverbreding Wegaanpassingprojecten als bedoeld in artikel 3a, eerste lid, van de Spoedwet wegverbreding: Wegnummer Omschrijving wegvak 1 A9 Aansluiting Velsen-Raasdorp 2 A9 Knooppunt Raasdorp-knooppunt Badhoevedorp 2a A9 Alkmaar-Uitgeest 6 A12 Woerden-Gouda 7 A12 Utrecht-Bunnik 8 A12 Bunnik-Driebergen 9 A12 Driebergen-Maarsbergen 11 A9 Holendrecht-Diemen 12 A1 ’t Gooi 13 A1/A6 Muiderberg-Almere Stad west (Oostbaan) 14a A2 Holendrecht-Maarssen 14b/c Maasbracht-Geleen 14b A2 Urmond-Maasbracht 14c A2/A76 Urmond-Geleen 14d/e Utrecht-Amersfoort 14d A28 Utrecht-Leusden Zuid 14e A28 Leusden Zuid-knooppunt Hoevelaken 15 A4 Knooppunt Badhoevedorp-knooppunt Nieuwe Meer 16 A10 zuid Knooppunt Nieuwe Meer-knooppunt Amstel 17 A2/A27 Everdingen-Lunetten 20 A1 Hoevelaken-Barneveld 28 A1 Knooppunt Watergraafsmeer-knooppunt Diemen ARTIKEL II De Tracéwet wordt als volgt gewijzigd: A Na artikel 10 wordt in Hoofdstuk III een artikel toegevoegd, luidende: Artikel 10a Indien op grond van artikel 7.2 van de Wet milieubeheer een milieueffectrapport wordt opgesteld ten aanzien van een project als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder b, zijn de artikelen 7.10, derde lid, 7.12, eerste tot en met derde lid, vierde lid, eerste volzin, vijfde en zesde lid, 7.13 tot en met 7.16, 7.20, eerste lid, 7.26 en 7.39 tot en met 7.43 van die wet niet van toepassing. Aa Na artikel 10a wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 10b 1. Het bepaalde in het tweede en derde lid is van toepassing op projecten tot wijziging van een hoofdweg als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder b, opgenomen in de bij deze wet behorende bijlage. 2. In een geval van de wijziging van een hoofdweg als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder b, worden voornemens tot invoering van een prijs voor het rijden met een motorrijtuig op de weg buiten beschouwing gelaten bij de toepassing van de artikelen 11, eerste lid, en 15, eerste lid. 3. Indien op grond van artikel 7.2 van de Wet milieubeheer een milieueffectrapport wordt opgesteld ten aanzien van een project als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder b, worden voornemens tot invoering van een prijs voor het rijden met een motorrijtuig op de weg buiten beschouwing gelaten bij de beschrijving van de alternatieven, bedoeld in artikel 7.10, eerste lid, onderdeel b, onder 2º, van de Wet milieubeheer, alsmede bij de beschrijving van de bestaande toestand van het milieu en van de te verwachten ontwikkeling van dat milieu, bedoeld in artikel 7.10, eerste lid, onderdeel d, van die wet. B [Vervallen] C Aan artikel 15, eerste lid, worden twee volzinnen toegevoegd, luidende: Bij de vaststelling van het tracébesluit inzake de aanleg of wijziging van een hoofdweg, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a en b, wordt, onverminderd de bevoegdheid tot herstel van gebreken, gebruik gemaakt van: a. de verkeersgegevens en de daarop gebaseerde onderzoeken, b. de krachtens artikel 5.20, eerste lid, van de Wet milieubeheer bekendgemaakte gegevens en de daarop gebaseerde onderzoeken, en c. de inventarisatie van en de gevolgen voor de aanwezige flora en fauna en de daarop gebaseerde onderzoeken, die ten grondslag hebben gelegen aan het ontwerp-tracébesluit, met dien verstande dat indien de rapporten waarin die gegevens, onderzoeken en inventarisaties en gevolgen zijn vervat, bij de vaststelling van het tracébesluit ouder zijn dan twee jaar zijn, het tracébesluit een motivering van de actualiteit van die rapporten bevat. Onze Ministers kunnen nadere regels stellen ten aanzien van de methoden en uitgangspunten voor de beoordeling van effecten van een project tot aanleg of wijziging van een hoofdweg. D Na artikel 15 wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 15a 1. Artikel 5.16, eerste lid, aanhef, van de Wet milieubeheer is ook van toepassing indien het tracébesluit inzake de aanleg of wijziging van een hoofdweg, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a en b, is genoemd of beschreven in, dan wel past binnen of in elk geval niet in strijd is met een overeenkomstig artikel 3:11, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht ter inzage gelegde ontwerp van het programma, bedoeld in artikel 5.12, eerste lid, van de Wet milieubeheer. 2. In het tracébesluit dat wordt vastgesteld met toepassing van het eerste lid, wordt ten aanzien van het bepaalde in de bijlage 2 bij de Wet milieubeheer uitsluitend aannemelijk gemaakt dat: a. gedurende het eerste jaar na ingebruikneming van de overeenkomstig het tracébesluit aangelegde of gewijzigde weg bij de gedurende dat jaar verwachte toename van de concentraties verontreinigende stoffen in de buitenlucht door de toename van het verkeer gedurende dat jaar die rechtstreeks verband houdt met die aanleg of wijziging, geen overschrijding plaatsvindt van een grenswaarde voor luchtkwaliteit; of b. de verwachte toename van de concentraties gedurende het onder a bedoelde jaar door de toename van het verkeer gedurende dat jaar die rechtstreeks verband houdt met de overeenkomstig het tracébesluit aan te leggen of te wijzigen weg, niet 1% van de grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie van zwevende deeltjes (PM10) of stikstofdioxide overschrijdt. 3. Onverminderd artikel 15, in samenhang met artikel 11, tweede lid, bevat een tracébesluit dat vastgesteld wordt met toepassing van het eerste lid tevens de maatregelen die onlosmakelijk verbonden zijn met het tracébesluit voor zover die genoemd of beschreven zijn in het ontwerp van het programma, bedoeld in het eerste lid. 4. Het luchtkwaliteitsonderzoek ten behoeve van een tracébesluit voor de aanleg of wijziging van een hoofdweg, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a en b, wordt beperkt tot het gebied dat zich uitstrekt van de voorafgaande tot en met de eerstvolgende aansluiting op of aan de aan te leggen of te wijzigen weg en ter weerszijden van dit wegvak tot één kilometer vanuit de meest buiten gelegen rijstroken, een en ander voor zover gelegen op Nederlands grondgebied. Onder aansluiting wordt tevens knooppunt verstaan. E Aan artikel 25b, eerste lid, wordt de volgende volzin toegevoegd: Met betrekking tot beroepen tegen het tracébesluit A74 beslist de Afdeling in afwijking van het bepaalde in de eerste volzin binnen zes maanden na ontvangst van het verweerschrift. F Aan de wet wordt een bijlage toegevoegd, luidende: Bijlage bij de Tracéwet Bijlage behorend bij artikel 10b van de Tracéwet Projecten als bedoeld in artikel 10b, eerste lid, van de Tracéwet. Omschrijving project: A2 Oudenrijn-Everdingen A2 Den Bosch-Eindhoven A2 Leenderheide-Valkenswaard A4 Burgerveen-Leiden A12 Gouda-Woerden A12 Woerden-Oudenrijn A12 Maarsbergen-Veenendaal A12 Waterberg-Velperbroek A27 Lunetten-Rijnsweerd A28 Hattemerbroek-Lankhorst A58 Eindhoven-Oirschot N50 Ramspol-Ens ARTIKEL III Artikel 5.16, tweede lid, onderdeel d, van de Wet milieubeheer komt te luiden: d. artikel 15 van de Tracéwet; ARTIKEL IV Ten aanzien van een wegaanpassingsbesluit waarvoor een ontwerp-wegaanpassingsbesluit vóór 1 januari 2009 ter inzage is gelegd, blijft de Spoedwet wegverbreding van toepassing zoals deze luidde voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet. ARTIKEL V Ten aanzien van een tracébesluit inzake de aanleg of wijziging van een hoofdweg, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a en b, van de Tracéwet waarvoor een ontwerp-tracébesluit vóór 1 januari 2009 ter inzage is gelegd, blijft de Tracéwet van toepassing zoals deze luidde voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet. ARTIKEL VI Deze wet wordt aangehaald als: Wet versnelling besluitvorming wegprojecten. ARTIKEL VII Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2009. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 januari 2009, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 1 januari 2009. Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven De Minister van Verkeer en Waterstaat, De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, PAGE PAGE 4