Preview document (🔗 origineel)

---

Hieronder treft u de antwoorden aan op de vragen van de leden
Blanksma-van den Heuvel en Van Vroonhoven-Kok (beiden CDA) over het
eisen van een verklaring van erfrecht (ingezonden op 6 oktober 2008) die
mij werden toegezonden bij brief van 7 oktober 2008, met kenmerk
2008Z03826/ 2080901930. Deze vragen beantwoord ik mede namens de
minister van Justitie.

Vraag 1

Kent u het artikel “Verklaring erfrecht vaak onnodig”; Bond:
“Banken jagen consumenten op hoge onkosten”? 

Antwoord vraag 1

Ja.

Vraag 2

Is het waar dat banken consumenten op onnodige kosten jagen doordat ze
standaard een verklaring van erfrecht eisen, terwijl dat niet in alle
gevallen noodzakelijk is? Hoe vaak komt dit voor? Wat gaat u aan deze
praktijk doen?

Antwoord vraag 2

Een verklaring van erfrecht heeft een bewijsrechtelijke functie: als
iemand volgens de verklaring van erfrecht erfgenaam is, kan bevrijdend
aan deze persoon worden uitbetaald. Sommige banken zien in bepaalde
gevallen af van het vragen van een verklaring van erfrecht. Dat zal
meestal afhangen van de omvang van het banktegoed, van het soort
rekening (of er een en/of- rekening is) en van het feit wie de erfgenaam
is: de langstlevende bijvoorbeeld al dan niet in combinatie met kinderen
(waarbij een wettelijke verdeling van toepassing is) of alleen kinderen
of derden. De banken bepalen zelf in welke gevallen wordt afgezien van
de verklaring van erfrecht. Ik beschik niet over de informatie welke
individuele banken in welke specifieke gevallen afzien van een
verklaring van erfrecht. 

Vraag 3

Bent u van mening dat notarissen hierbij eveneens een rol zouden moeten
spelen, bijvoorbeeld in de zin dat zij consumenten erop zouden moeten
wijzen dat een verklaring van erfrecht niet in alle gevallen is vereist?
Hoe gaat u ervoor zorgen dat notarissen deze rol beter gaan uitvoeren?

Antwoord vraag 3

De notarissen bepalen niet in welke situaties een verklaring van
erfrecht moet worden overlegd. De vraag of een verklaring van erfrecht
aan de banken moet worden overlegd is in de eerste plaats een zaak
tussen de bank, de erflater en de erfgenaam. Met de Koninklijke
Notariële Beroepsorganisatie zal ik bespreken of hierover meer
informatie aan de consument kan worden verstrekt.

Hoogachtend,

de minister van Financiën,

Wouter Bos

 De Telegraaf, 30 augustus 2008.

	 PAGE  2  /  NUMPAGES \* ARABIC \* MERGEFORMAT  2 

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA 's Gravenhage 

Directie Financiële Markten



Datum

Uw brief (Kenmerk)

Ons kenmerk

19 november

2008Z03826/2080901930

FM/2008/2484 U

Onderwerp

Kamervragen van de leden Blanksma- van den Heuvel en Van Vroonhoven- Kok







Geachte voorzitter,