[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Opmerkingen rapporteurs bij 1ste voortgangsrapportage groot project EHS

Verslag van een rapporteur

Nummer: 2008D17343, datum: 2008-11-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z07438:

Preview document (🔗 origineel)


Van	Harm-Evert Waalkens (rapporteur) en 

Janneke Snijder-Hazelhoff (plv. rapporteur)	MEMO

Aan	Vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 

	Onderwerp	Opmerkingen rapporteurs bij 1ste voortgangsrapportage groot
project EHS

Datum	21 november 2008



	Bijlagen

	

Ten geleide



	Tijdens het algemeen overleg op 27 november aanstaande met de minister
van LNV staat de  1ste voortgangsrapportage over het groot project EHS
op de agenda. Afgesproken is dat wij, als rapporteurs van het groot
project EHS, tijdens dat overleg ingaan op de kwaliteit van deze
voortgangsrapportage. Daarbij nemen we nadrukkelijk de afspraken mee die
daarover tussen de commissie en de minister van LNV eerder dit jaar zijn
gemaakt. 

Voor de goede orde: we geven geen oordeel over de voortgang van de EHS,
maar alleen over de informatie die de minister daarover verstrekt. De
vraag die daarbij centraal staat is, of de informatie die de minster
verstrekt voldoende en van voldoende kwaliteit is voor de Kamer om de
voortgang van de EHS te beoordelen. Het is aan de afzonderlijke fracties
zelf om vervolgens ook inhoudelijk op de door de minister gepresenteerde
informatie in de voortgangsrapportage in te gaan.

Met dit memo informeren wij de commissie LNV over de punten waarop wij
in onze inbreng tijdens het algemeen overleg als rapporteurs aandacht
voor zullen vragen. Het staat de aanwezige leden uiteraard vrij om deze
punten naar voren te brengen of te ondersteunen.

Algemene beeld

Wij zijn de minister erkentelijk dat zij volgens afspraak de 1ste
voortgangsrapportage afgelopen september aan de Kamer heeft aangeboden.
Wij constateren dat de rapportage voor een groot deel de informatie
bevat waar de commissie om heeft gevraagd. Ook de wijze waarop de
informatie wordt gepresenteerd sluit in grote lijnen aan op de
uitgangspuntennotitie van de commissie. Het is daarbij een compacte
rapportage, waarin de minister ook conclusies formuleert. Dit is een
compliment waard.

Daarnaast zijn volgens ons nog wel een aantal belangrijke verbeteringen
gewenst in de informatievoorziening aan de Kamer over de voortgang van
de EHS. Het gaat dan om de volgende punten:

er zijn nog wel wat belangrijke witte vlekken in de
informatievoorziening, dat was voor een deel te voorzien, maar betekent
ook dat vaart moet worden gemaakt met verbeteringen;

er wordt weinig inzicht gegeven in de trends in de voortgang van de EHS;

er zijn vraagtekens bij de kwaliteit en betrouwbaarheid van de
ILG-rapportages en daarmee ook bij de informatie in de
voortgangsrapportage;

de informatie over de bescherming van de gerealiseerde EHS is niet
volledig;

We zullen deze punten kort toelichten.

1.	Invullen van de witte vlekken in de informatievoorziening

Verwerving, inrichting en beheer van de EHS – project “Nulmeting op
kaart”

Uit de voortgangsrapportage blijk dat op dit moment niet precies
duidelijk is wat de restanttaakstelling is voor de EHS, hoeveel
ruilgrond er is, hoeveel onderhanden werk er is bij de inrichting, en
hoeveel natuurbeheer binnen en buiten de EHS plaatsvindt. 

Volgens de minister zal de oplossing voor dit hiaat in de
informatievoorziening worden opgelost met het project “Nulmeting op
kaart”. Dit project zal medio 2009 tot resultaten moeten leiden. Dat
betekent dat pas over het jaar 2009, in de voortgangsrapportage die in
september 2010 naar Kamer zal gaan, de gewenste duidelijkheid op deze
belangrijke punten er zal zijn.

Wij willen nog eens het belang onderstrepen dat in 2009 daadwerkelijk
het project “Nulmeting op kaart” tot de gewenste duidelijk zal
leiden Dit is essentieel voor een verdere versterking van de
informatievoorziening over het groot project EHS. Wij lezen medio 2009
dan ook als een harde deadline voor dit project. Wij vragen de minister
hier op in te gaan.

Kwaliteit van de EHS – nieuw kwaliteitsborgingssysteem

De minister geeft in de voortgangsrapportage aan dat de
kwaliteitssturing voor de EHS op dit moment complex en weinig effectief
is. Zij schetst de stappen die worden genomen om te komen tot een nieuw
kwaliteitsborgingssysteem voor de EHS. Volgens de planning zal dit
systeem medio 2010 gereed zijn. Dat betekent dat pas in 2011 met dit
systeem kan worden gewerkt. 

Wij onderstrepen nogmaals het belang van goede informatie over de
gerealiseerde kwaliteit van de EHS. En zijn van mening dat de planning
voor het moment waarop het kwaliteitsborgingssysteem gereed is wel erg
ver in de toekomst ligt. Het lijkt ons wenselijk  om dit moment naar
voren te halen en er voor te zorgen dat eind 2009 het nieuwe systeem er
ligt en dat de Kamer over 2010 (rapportagemoment in 2011) de door haar
gewenste informatie over de gerealiseerde natuurkwaliteit krijgt, in
plaats van pas over 2011 (rapportagemoment in 2012). Kan de minister
hier op in gaan.

Meerjarig (retro-)perspectief van de realisaties ontbreekt

In de uitgangspuntennotitie van de commissie werd gevraagd om ook
meerjarige realisatiecijfers op te nemen voor het meerjarige perspectief
op de realisatie van de EHS. Het gaat dan om een lijndiagram met
realisaties per jaar en niet slechts om het weergeven van de
restanttaakstelling zoals nu gebeurt is. In de uitgangspuntennotitie
heeft de commissie ook concrete voorbeelden aangegeven hoe dat grafisch
zou kunnen worden vormgegeven. Zo wordt in Ă©Ă©n oogopslag duidelijk wat
in de afgelopen jaren is gerealiseerd, waar we nu staan en waar we naar
toe moeten. Wij kunnen ons voorstellen dat in de volgende rapportage
voor een meerjarig perspectief aan wordt gesloten bij de wens van de
commissie zoals neergelegd in de uitgangspuntennotitie. Wij vragen de
minister hier op in te gaan.

2.	Kwaliteit en betrouwbaarheid ILG-rapportages provincies onduidelijk

De minister geeft aan dat de kwaliteit van de ILG-rapportages 2007 van
de provincies op onderdelen niet voldoende is. Daarbij zijn er, zoals
blijkt uit de beantwoording van de schriftelijke vragen door de
minister, ook nog geen duidelijke afspraken over ‘de controle op en
borging van gegevens over het ILG’. 

Dat is een probleem, want een groot deel van de informatie over de EHS
in de voortgangsrapportage is afkomstig uit de ILG-rapportages. De Kamer
weet dus op dit moment niet hoe betrouwbaar de informatie over de EHS is
die afkomstig is van de provincies. In de bestuursakkoorden met de
provincies is afgesproken dat de provincies hun ILG-rapportages voorzien
van een accountantsverklaring. Hiervoor is in de bestuursakkoorden ook
een accountantsprotocol opgenomen. Wij constateren dat deze
accountantsrapporten op dit moment ontbreken.

De minister streeft naar afspraken met het IPO op het punt van kwaliteit
en betrouwbaarheid van de ILG-rapportages voor de rapportage over het
jaar 2008. 

Wij willen de minister er nog eens dringend op wijzen dat de
betrouwbaarheid en kwaliteit van de ILG-rapportages van cruciaal belang
is voor het groot project EHS, en overigens ook voor de monitoring van
de uitvoering van de bestuursakkoorden zelf. De betrouwbaarheid en
juistheid van de ILG-rapportages voor het uitvoeringsjaar 2008 moet naar
ons idee expliciet gewaarborgd zijn. Kan de minister hier op ingaan. 

Daarnaast heeft het ons bevreemd dat de ILG-rapportages van de
provincies de Kamer pas begin november hebben bereikt. Deze rapportages
dienden de provincies immers al voor 1 april aan de minster te sturen.
We willen de minister vragen de ILG-rapportages in het vervolg, zoals
ook was afgesproken, in september aan de Kamer aan te bieden.

3.	Informatie over bescherming gerealiseerde EHS voor belangrijk deel
afwezig

De minister geeft een redelijk goed beeld van de wijze waarop de
provincies de EHS hebben verankerd in hun streekplannen. 

De minister geeft aan geen informatie op te willen nemen in de
voortgangsrapportage over de stand van zaken omtrent de doorwerking van
de EHS in de bestemmingsplannen op gemeentelijk niveau. Zij geeft
daarvoor als reden, dat zij niet verantwoordelijk is voor de
bestemmingsplannen van de gemeenten.

De minister herhaald in de schriftelijke beantwoording overigens wel dat
deze doorwerking van de ruimtelijke bescherming van de EHS in de
bestemmingsplannen Ă©Ă©n van de doelen is van het Rijksbeleid, te
realiseren in 2008. 

De minister is inderdaad niet primair verantwoordelijk voor de
doorwerking van de EHS in de bestemmingsplannen van de gemeenten. Dat
zijn de gemeenten zelf. De commissie LNV heeft in haar
uitgangspuntennotitie dan ook alleen gevraagd om informatie over de
voortgang van die planologische doorwerking. De Kamer wil immers zicht
houden op die voortgang, aangezien het Rijksbeleid en een
Rijksdoelstelling betreft, zoals de minister ook onderschrijft. De
minister geeft immers ook informatie over de voortgang die provincies
maken op de verschillende Rijksdoelstellingen, waaronder de
planologische doorwerking in de streekplannen.

Om een goed beeld te krijgen van de bescherming van de gerealiseerde EHS
is het naar ons idee cruciaal om in het vervolg ook informatie op te
nemen over de stand van zaken omtrent de beoogde planologische
doorwerking van de EHS in de bestemmingsplannen van gemeenten. En dat
daarbij aangegeven wordt in hoeverre de Rijksdoelstelling voor 2008 is
bereikt. Daarnaast willen we de minister verzoeken om in de volgende
voortgangsrapportage uitgebreid in te gaan op de wijze waarop de EHS
onder de nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening een plaats gaat krijgen
in het ruimtelijke Rijksbeleid. Kan de minister hier op in gaan.













  



Datum	21 november 2008

Referentie

	Onderwerp	Opmerkingen rapporteurs bij 1ste voortgangsrapportage groot
project EHS



	Vervolg Memo

	Bladzijde	  PAGE  2