Antwoord op vragen van het lid Van Raak over de uitspraken van de kroonprins over publiek-private samenwerking
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2008D17478, datum: 2008-11-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.P. Balkenende, minister-president (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2008Z04480:
- Gericht aan: J.P. Balkenende, minister-president
- Indiener: A.A.G.M. van Raak, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 Postadres 2500 EA DEN HAAG Postbus 20001 2500 EA Den Haag Bezoekadres Binnenhof 19, Den Haag Contactpersoon E-mail Telefoon Fax Datum Kenmerk Onderwerp 17 november 2008 3070910 vragen lid Van Raak nr.2080902920 Hierbij doe ik u toekomen de antwoorden op de vragen van het lid Van Raak (SP) over de uitspraken van de kroonprins over publiek-private samenwerking, nr.2080902920 (ingezonden 16 oktober 2008). DE MINISTER-PRESIDENT, Minister van Algemene Zaken, mr.dr. J.P. Balkenende Vragen van het lid Van Raak (SP) aan de minister-president, minister van Algemene Zaken over de uitspraken van de kroonprins over publiek-private samenwerking. (Ingezonden 16 oktober 2008) 1 Deelt de regering de opvatting van de kroonprins dat in Nederland vaker 'aparte uitvoeringsorganisaties van overheid en markt' moeten worden opgericht voor de ruimtelijke inrichting van grote gebieden? 1) In Nederland hebben we uitstekende voorbeelden van projecten waarbij de publieke en private partijen in de planning en uitvoering nauw samenwerken. Voorbeelden zijn de Blauwe Stad in Groningen en de Grensmaas in Limburg. Er wordt daar gewerkt in een gezamenlijke uitvoeringsorganisatie, waar publieke en private partijen deel van uitmaken. Succesvolle voorbeelden verdienen navolging. De opvatting van de Prins van Oranje om vaker aparte uitvoeringsorganisaties van overheid en markt op te richten dient dan ook in dat licht te worden bezien. 2 Waarom is de kroonprins de aangewezen persoon om dit regeringsbeleid in de openbaarheid te brengen? De Prins van Oranje heeft in zijn speech op de bijeenkomst "Gebiedsontwikkeling, geen zaak voor de elite" aangegeven dat hij de afgelopen jaren een groot aantal gebieden in ontwikkeling heeft bezocht waaronder: de Bloemendalerpolder, Valkenburg, de Oude Rijn-zone, de IJsseldelta, Hart van de Heuvelrug, de Blauwe stad en Meerstad. Op basis van deze bezoeken heeft hij inzichten ontwikkeld over gebiedsontwikkeling die hij heeft gedeeld met de toehoorders. 3 Welke andere onderwerpen van regeringsbeleid zal de kroonprins in de toekomst nog meer onder zijn hoede nemen? De Prins van Oranje heeft zich bezig gehouden met verschillende onderwerpen en dit zal ook in de toekomst het geval zijn. 4 Deelt u de opvatting dat de kroonprins, en mogelijk toekomstig staatshoofd, boven de partijen dient te staan en zich om die reden terughoudend moet opstellen in actuele politieke discussies? De ministeriële verantwoordelijkheid voor de Prins van Oranje is niet dezelfde als voor de onschendbare Koning maar omvat meer dan bij de overige leden van het koninklijk huis (Kamerstukken II 2000/1, 27400 III A, p. 4) 1) 'Prins: meer publiek-private samenwerking in natuur', NRC Handelsblad, 14 oktober 2008 Pagina 2/2