[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Van der Ham over vastgoedveilingen

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2008D17581, datum: 2008-11-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z04029:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Geachte Voorzitter,

Hierbij bied ik u, mede namens de minister van Justitie, de antwoorden
aan op de op 8 oktober 2008 door het Kamerlid Van der Ham (D66)
ingezonden schriftelijke vragen over vastgoedveilingen, met kenmerk
2008Z04029 / 2080902240.

Vraag 1

Kent u de bevindingen van professor Brounen en Paul Rijk van de Erasmus
Universiteit over vastgoed veilingen? Wat vindt u hiervan?¹

Antwoord

Ja. Het betreft hier de concepttekst van de oratie van prof. dr. D.
Brounen, welke deze desgevraagd inmiddels ook aan ons ter beschikking
heeft gesteld. In deze op 12 december a.s. te houden inaugurele oratie
komt een aantal bezwaren van het huidige veilingsysteem aan de orde,
welke zeker aandacht verdienen. 

Vraag 2

Wat vindt u van de suggestie om maatregelen te nemen om er voor te
zorgen dat bieders c.q. kopers meer inzicht en informatie krijgen over
het (vastgoed) object waar zij op bieden?

Antwoord

Dat bieders c.q. kopers op een vastgoedveiling meer inzicht en
informatie over het object krijgen achten wij een goede zaak. Gesteld
wordt dat bij executieveilingen een lagere prijs wordt betaald omdat de
staat van onderhoud van de woning door de koper niet kan worden
waargenomen. Er moet derhalve in de prijs een reserve worden ingebouwd
voor achterstallig onderhoud. Toegang tot de woning is wel mogelijk via
inroeping van het beheersbeding van artikel 3:267 BW door de financier.
In de praktijk blijkt dit laatste evenwel zelden te gebeuren. In overleg
met de desbetreffende marktpartijen zal verder onderzocht worden waarom
dit zo is, en welke adequate maatregelen met het oog op vergroting van
inzicht en informatie voor kopers en bieders kunnen worden getroffen.

¹ «Eenmaal, andermaal». Oratie prof. Dr. Brounen.

Vraag 3

Deelt u de mening dat er regionaal grote verschillen zijn ten aanzien
van marktwerking en concurrentievermogen op vastgoedveilingen? Kunt u
dit toelichten?

Antwoord

Behoudens de opmerkingen daarover in de oratie van de onderzoeker,
beschikken wij niet over nadere gegevens omtrent eventuele regionale
verschillen in marktwerking en concurrentievermogen op
vastgoedveilingen.

Vraag 4

Bent u bereid verbetermogelijkheden te onderzoeken? Wat vindt u van de
suggestie om vastgoedveilingen regionaal of nationaal meer te centreren
wat tijd dan wel plaats betreft om concurrentie te bevorderen? Wat is er
gebeurd met voorstellen hieromtrent van de Nederlandse
Mededingingsautoriteit (NMa) uit 2006?

Antwoord

Concurrentie en met name ook een veilingomgeving die transparant en echt
vrij toegankelijk is voor eenieder, is van groot belang. Met name ook
omdat daarmee niet slechts de belangen van de schuldenaar worden gediend
bij een hogere prijs en dus een eventuele restschuld die niet onnodig
groot is, maar ook die van de koper die op deze wijze niet te veel
betaalt. Juist om zulke redenen bereidt de minister van Justitie thans
een wetsvoorstel voor, waardoor veiling van onroerende zaken via
internet mogelijk wordt gemaakt. In de lijn van de voorstellen van de
NMa uit 2006 worden veilingen steeds meer regionaal georganiseerd. Ook
wordt getracht -door middel van cursussen en bijeenkomsten- zoveel
mogelijk kennis over te dragen. Zo organiseert de KNB in januari 2009
wederom een bijeenkomst voor alle veilingnotarissen uit de regio’s.
Wij zullen de KNB vragen in overleg met de desbetreffende marktpartijen
te onderzoeken welke verbetermogelijkheden er verder nog zijn.

Vraag 5 

Hoe beoordeelt u de kwaliteit van de taxaties in de vastgoedmarkt? Bent
u van mening dat er minimale eisen aan moeten worden gesteld om te
voorkomen dat huizen niet ver boven of onder de marktwaarde worden
verkocht, waardoor de marktwerking wordt gefrustreerd of mensen in
financiële problemen komen? Kun u uw antwoord toelichten? Hoe zou de
overheid dit kunnen stimuleren of controleren?

Antwoord

Sinds de verschillende branche-organisaties van makelaars en van
taxateurs, samen met het Contactorgaan Hypothecair Financiers, in 2002
één model taxatierapport hebben ontwikkeld, alsmede het Normblad
Taxatierapport financiering woonruimte november 2002, is de kwaliteit
van de taxaties in de vastgoedmarkt over het algemeen aanmerkelijk
verbeterd. Uitzondering daarop vormen de taxatierapporten die aan het
licht kwamen bij het WODC-onderzoek in het kader van fraude met
vastgoed.

Daarom wordt dezerzijds het initiatief genomen om een overleg te
organiseren met de verschillende brancheverenigingen van makelaars en
taxateurs om daarmee allereerst te bespreken hoe zij zelf de
beroepsbescherming kunnen versterken alvorens wettelijke maatregelen te
overwegen. Dit is ook aangekondigd in de brief die wij, mede namens
enkele andere bewindslieden, op 3 november 2008 aan de Tweede Kamer
stuurden over de aanpak van misbruik en criminaliteit rond vastgoed.

Vraag 6

Welke risico’s brengt een tekort aan marktwerking in de veiling van
vastgoed met zich mee voor de Nationale Hypotheek Garantie wanneer
huizen op grote schaal bij executieverkoop minder opbrengen?  Hoe is het
toezicht hierop geregeld?

Antwoord

Lagere opbrengsten op huizenveilingen zorgen voor hogere
verliesdeclaraties van geldgevers bij de Stichting Waarborgfonds Eigen
Woningen (WEW), de uitvoerder van de Nationale Hypotheek Garantie (NHG).
Hogere verliesdeclaraties kunnen zich vertalen in hogere premies voor de
gebruikers van het instrument NHG; de kopers van woningen die
hypotheekgarantie aanvragen. Om deze reden is het WEW  actief in de
discussies over het verbeteren van het veilingsysteem. In overleg met de
betrokken partijen bij huizenveilingen heeft het WEW diverse
initiatieven genomen en aanbevelingen gedaan. Daarnaast biedt het WEW
mee op een aantal huizenveilingen, als onderdeel van een bredere aanpak
om de oneigenlijke verliezen voor het WEW bij gedwongen verkopen terug
te dringen.

Het eerstelijns toezicht op het WEW ligt bij de Raad van Commissarissen.
In tweede lijn berust dat toezicht bij de minister voor WWI.

Hoogachtend,

de minister voor Wonen, Wijken en Integratie,

E.E. van der Laan

  

		

Directoraat-Generaal Wonen, Wijken en Integratie 24 november 2008
ABC2008101589	Pagina   PAGE  3 /  NUMPAGES  3 

 

VROM verandert! Kijk voor meer informatie op   HYPERLINK
"http://www.vrom.nl"  www.vrom.nl