[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Roemer over de naheffing van brandstoftoeslag bij vliegreizen

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2008D18007, datum: 2008-11-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z04977:

Preview document (🔗 origineel)


 DOCPROPERTY "briefaanparlement._contactpersoon" Contactpersoon 

 DOCPROPERTY "briefaanparlement._datum" Datum 

25 november 2008 DOCPROPERTY "briefaanparlement.datum"  

 DOCPROPERTY "briefaanparlement._onskenmerk" Ons kenmerk 

 DOCPROPERTY "briefaanparlement.onskenmerk" VENW/DGLM-2008/1672 

 DOCPROPERTY "briefaanparlement._doorkiesnummer" Doorkiesnummer 

 DOCPROPERTY "briefaanparlement._bijlagen" Bijlage(n) 

 DOCPROPERTY "briefaanparlement.bijlagen" - 

 DOCPROPERTY "briefaanparlement._uwkenmerk" Uw kenmerk 

2080903580

 DOCPROPERTY "briefaanparlement._onderwerp" Onderwerp 

Kamervragen

 DOCPROPERTY "briefaanparlement.aanhef" Geachte voorzitter, 

Hiermee beantwoord ik mede namens de staatssecretaris van Economische
Zaken de vragen van het lid Roemer (SP) over de naheffing van
brandstoftoeslag bij vliegreizen. (Ingezonden 23 oktober 2008)

1.	Wat is uw mening over de ondoorzichtige naheffingen van
brandstoftoeslagen bij vliegreizen? Vindt u de schommelingen in
brandstofprijzen behoren tot het bedrijfsrisico of tot het
reizigersrisico?

1.	Onderscheid dient te worden gemaakt tussen enerzijds reizen waarbij
meteen bij boeking de volledige reissom wordt betaald en anderzijds
reizen waarbij bij boeking alleen een aanbetaling wordt gedaan.

Het meteen bij boeking betalen van de volledige som is doorgaans het
geval bij losse vliegtickets die bij luchtvaartmaatschappijen (bijv. via
internet) worden geboekt. In deze situatie is voor zover mij bekend geen
sprake van een naheffing van een brandstoftoeslag.

Het doen van alleen een aanbetaling is doorgaans het geval bij
pakketreizen die bij een reisorganisator worden geboekt. Artikel 4, lid
4, sub a, van Richtlijn 90-314-EEG van de Raad van 13 juni 1990
betreffende pakketreizen, met inbegrip van vakantiepakketten en
rondreispakketten (hierna: Richtlijn Pakketreizen) bepaalt limitatief in
welke gevallen de reissom gewijzigd kan worden. Deze bepaling is in
Nederland geïmplementeerd in artikel 7:505, lid 3, BW. De hoofdregel
hierbij is dat een reissom niet gewijzigd kan worden, tenzij de
reisorganisator de bevoegdheid om de reissom te wijzigen in de
overeenkomst heeft bedongen. Stijging of daling van brandstofkosten
kunnen voor de reisorganisator aanleiding zijn de reissom te wijzigen.
Hierbij is de reisorganisator verplicht de wijze van berekening van de
prijsverhoging aan te geven. De reisorganisator kan tot twintig dagen
voor aanvang van de reis de reissom verhogen. 

Indien de Algemene Nederlandse Vereniging van
Reisondernemingen-voorwaarden (ANVR-voorwaarden) van toepassing zijn,
geldt daarnaast, ten aanzien van het verhogen van de reissom, de
volgende aanvullende bescherming: 

de reisorganisator is niet bevoegd de reissom te wijzigen in geval van
“chartervliegreizen binnen Europa” ;

in geval van “overige reizen” (behalve chartervliegreizen binnen
Europa) is de reisorganisator niet bevoegd de reissom vanaf zes weken
voor de dag van vertrek te wijzigen indien de reiziger de gehele reissom
tijdig heeft voldaan. 

Deze ANVR-voorwaarden zijn tot stand gekomen in overleg met de
Consumentenbond.

2.	Wat is uw mening over de gebrekkige transparantie die de
luchtvaartmaatschappijen ten aanzien van de brandstoftoeslagen bieden?
Erkent u dat dit wettelijk wel verplicht is? Hoe gaat u deze
verplichting controleren en handhaven?

2.	De verplichting omtrent prijstransparantie is behalve in het
Burgerlijk Wetboek (artikel 7:501 lid 1 BW) en het Gegevensbesluit
georganiseerde reizen (Stb. 1993, 43) in enkele andere wettelijke
bepalingen geregeld. 

Op 1 november jl. is Verordening (EG) Nr. 1008/2008 van het Europees
Parlement en de Raad van 24 september 2008 inzake gemeenschappelijke
regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap (hierna:
Luchtvaartverordening) in werking getreden. Deze verordening beoogt de
transparantie van prijzen voor vliegtickets te vergroten. Ingevolge
artikel 23 van de Luchtvaartverordening moeten ticketprijzen inclusief
alle onvermijdbare bijkomende kosten worden vermeld, en moet daarnaast
de ticketprijs op een aantal elementen worden gespecificeerd, waaronder
brandstoftoeslagen. Deze verplichtingen komen bovenop de verplichtingen
die voortvloeien uit de recentelijk in werking getreden Wet oneerlijke
handelspraktijken (OHP; Stb. 2008, 397). Op grond van deze wet is het
aanbieders van producten en diensten verboden onduidelijke, onvolledige
of misleidende informatie te geven over de belangrijkste kenmerken van
hun product of dienst, waaronder de prijs. De Consumentenautoriteit kan
bij overtreding van de Wet OHP handhavend optreden.  Momenteel wordt de
Luchtvaartverordening, inclusief de handhaving ervan, in Nederland
geïmplementeerd. 

Voorts wijs ik op de Code Reisaanbiedingen, een bijzondere code van de
Nederlandse Reclame Code, die de daarbij aangesloten ondernemingen
verplicht in reclame-uitingen de prijs te vermelden inclusief de bekende
onvermijdbare bijkomende kosten, zoals de vervoerskosten,
luchthavenbelasting, brandstoftoeslag en creditcard toeslagen. Indien
een luchtvaartmaatschappij aangeeft te zijn gebonden aan deze Code, maar
er in de praktijk niet naar handelt, kan dit tevens een oneerlijke
handelspraktijk opleveren. Klachten over het niet naleven van deze code
kunnen worden ingediend bij de Reclame Code Commissie. Daarnaast geldt
bij pakketreizen, zoals in het antwoord op vraag 1 reeds is vermeld, de
verplichting voor reisorganisatoren de wijze van berekening van een
prijswijziging te vermelden.

Verder kan de overheid op het Tarievenbesluit geregeld luchtvervoer  –
indien daartoe aanleiding zou bestaan – in geval van vliegreizen naar
derde landen gegevens opvragen over de opbouw van een vliegtarief
inclusief brandstoftoeslagen. Dat is overigens niet het geval voor wat
betreft bijvoorbeeld de EU of een open skies verdrag op EU niveau met
een derde land. 

3.	Kunt u aangeven waarom in de luchtvaart brandstofheffingen wel na het
afsluiten van een contract kunnen wijzigen terwijl dit in andere
sectoren niet gebeurt? Wat is uw mening hierover? 

3.	Ook in andere sectoren kunnen brandstofheffingen na het afsluiten van
een contract wijzigen. Zo wordt bijvoorbeeld ook in het wegvervoer 
gewerkt met brandstofclausules in de contracten. Juist in sectoren
waarvan de brandstofprijs een belangrijk onderdeel vormt van de totale
kosten, kan ik me voorstellen dat partijen hierover afspraken maken in
hun contract. Dit moet uiteraard wel helder zijn vastgelegd.

4.	Wat is uw mening over het feit dat vele reizigers hun rechten ten
opzichte van de reisorganisatie nauwelijks kennen? Bent u bereid er voor
te zorgen dat reizigers zich beter bewust zijn van hun rechten?

4.	Om ervoor te zorgen dat de consument goed geïnformeerd is over zijn
rechten en plichten én dat meldingen van consumenten bij de juiste
toezichthouder terechtkomen, is het centrale informatieloket ConsuWijzer
opgericht. ConsuWijzer is voor consumenten het eerste aanspreekpunt voor
vragen, meldingen en klachten op het gebied van consumentenbescherming,
mededinging, energie en telecommunicatie. Indien consumenten vragen
hebben over hun rechten en plichten ten aanzien van het (al dan niet
on-line) aanbieden en verkopen van reizen kunnen zij hiervoor de website
van ConsuWijzer raadplegen (  HYPERLINK "http://www.consuwijzer.nl" 
www.consuwijzer.nl ). Ook kunnen consumenten telefonisch of per e-mail
contact opnemen met ConsuWijzer. 

ConsuWijzer wordt maandelijks door ongeveer 80.000 bezoekers bezocht. 

ConsuWijzer is bezig om langs verschillende media meer naamsbekendheid
te genereren, zo werd tot medio oktober een reclameboodschap via de
televisie uitgezonden.  

5.	Kunt u aangeven waarom er nauwelijks geld teruggegeven wordt wanneer
de brandstofprijzen dalen terwijl bij stijgende prijzen er wel extra
toeslagen geheven worden? Wat is uw mening hierover en wat gaat u tegen
deze ongelijkheid doen?

5.	Contracten die partijen onderling afsluiten, kunnen ook in
neerwaartse bijstelling van de reissom voorzien in het geval de
brandstofkosten dalen. De ANVR heeft mij aangegeven dat dit ook wordt
toegepast nu de kerosineprijzen weer een dalende tendens vertonen.
Evenals verhogingen van de kerosineprijzen, werken volgen de ANVR
dalingen van de kerosineprijzen met enige vertraging door in de
ticketprijzen.

6.	Deelt u de mening dat de brandstoftoeslagen in de luchtvaart dermate
ondoorzichtig en daardoor oneerlijk zijn dat deze beter afgeschaft
kunnen worden? Zo neen, waarom niet? Zo ja, welke maatregelen gaat u in
dit verband nemen?

6.	Zoals al aangegeven vormen de brandstofkosten een groot deel van de
totale kosten van een vlucht en is de brandstofprijs aan sterke
fluctuaties onderhevig. Daarom is te begrijpen dat sommige
luchtvaartmaatschappijen een brandstofclausule in hun contracten
opnemen. Er zijn ook luchtvaartmaatschappijen die daar niet voor kiezen.
Het staat bedrijven uiteraard vrij om hun eigen commerciële afwegingen
te maken. Uiteraard is het wel van belang dat de consument de
voorwaarden goed leest alvorens een contract te sluiten, en dat de
luchtvaartmaatschappij consumenten afdoende informeert over de
contractvoorwaarden, waaronder prijsbedingen. Voor het overige verwijs
ik naar het antwoord op vraag 2. 

7.	Bent u bereid deze vragen te beantwoorden ruim vóór het geplande
algemeen overleg over luchtvaart?

7.	Mijn streven is erop gericht uw vragen zo spoedig mogelijk te
beantwoorden.

 DOCPROPERTY "briefaanparlement.groetregel" Hoogachtend,

 

  DOCVARIABLE  briefaanparlement.ondertekening   DE MINISTER VAN VERKEER
EN WATERSTAAT,

Camiel Eurlings 

		 DOCPROPERTY "brief.onskenmerk"  \* MERGEFORMAT Fout! Onbekende naam
voor documenteigenschap. 

	 PAGE   2 

	  DOCPROPERTY "briefaanparlement.minrws"    		 DOCPROPERTY
"briefaanparlement.ministeriecode" abcdefgh   DOCPROPERTY
"briefaanparlement.dirrws"    

 DOCPROPERTY "briefaanparlement.directoraat"   

Postadres Postbus 20901, 2500 EX  Den Haag

Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597  JG Den Haag	Telefoon 070 351 61 71

Fax 070 351 78 95

bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)



		 DOCPROPERTY "briefaanparlement.onskenmerk"  \* MERGEFORMAT
VENW/DGLM-2008/1672 

Aan

  DOCVARIABLE  briefaanparlement.adres   de voorzitter van de Tweede
Kamer

der Staten-Generaal

Binnenhof 4

2513 AA  DEN HAAG 

 DOCPROPERTY "briefaanparlement.kixcode"