[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Tang over de evaluatie van het aanwijzingsbesluit van vliegveld Rotterdam Airport van oktober 2001

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2008D18427, datum: 2008-11-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2007Z05265:

Preview document (🔗 origineel)


 DOCPROPERTY "brief._contactpersoon" Contactpersoon 

 DOCPROPERTY "brief.contactpersoon" - 

 DOCPROPERTY "brief._datum" Datum 

27 november 2008

 DOCPROPERTY "brief._onskenmerk" Ons kenmerk 

 DOCPROPERTY "brief.onskenmerk" VenW/DGLM-2008/1446 

 DOCPROPERTY "brief._doorkiesnummer" Doorkiesnummer 

 DOCPROPERTY "brief.doorkiesnummer" - 

 DOCPROPERTY "brief._bijlagen" Bijlage(n) 

 DOCPROPERTY "brief.bijlagen" - 

 DOCPROPERTY "brief._uwkenmerk" Uw kenmerk 

 DOCPROPERTY "brief.uwkenmerk" 2070828240 

 DOCPROPERTY "brief._onderwerp" Onderwerp 

Kamervragen

 DOCPROPERTY "brief.aanhef" Geachte voorzitter, 

Hiermee beantwoord ik de vragen die het lid Tang heeft gesteld over de
evaluatie van het aanwijzingsbesluit van vliegveld Rotterdam Airport van
oktober 2001. 

1.	Bent u zich ervan bewust dat in het besluit inzake de aanwijzing van
het luchtvaartterrein Rotterdam Airport, dat in oktober 2001 in werking
trad, artikel 16, lid 1 stelt dat een evaluatie van de milieueffecten
van dat besluit zal plaatsvinden zoals omschreven in bijlage H van dat
besluit? 

1.	Ja. 

2.	Bent u zich ervan bewust dat bijlage H van dat besluit het doel van
de evaluatie omschrijft, alsmede dat er een evaluatieprogramma zal
worden opgesteld en dat bijlage H nauwkeurig de punten specificeert die
daarin in kaart gebracht dienen te worden en de aspecten die daarbij aan
de orde zullen komen?  

2.	Ja. 

3.	Waarom is die evaluatie niet uitgevoerd binnen de wettelijk
vastgelegde periode van drie jaar na inwerkingtreding van het
aanwijzingsbesluit? 

3.	In bijlage H van het aanwijzingsbesluit 2001 Luchtvaartterrein
Rotterdam Airport staat dat “de evaluatie over 3 jaar na
inwerkingtreding van het besluit zal moeten plaatsvinden en aan de hand
van actuele en beschikbare gegevens zal dienen plaats te vinden.”
Omdat de bedoelde informatie in andere processen beschikbaar zou komen,
is geen separaat eigenstandig evaluatiedocument opgesteld. Hieronder
licht ik deze trajecten en hun producten toe.

Sinds de vaststelling van het aanwijzingsbesluit 2001 zijn op het gebied
van het aspect geluid door de Inspectie Verkeer en Waterstaat periodiek
handhavingsrapportages opgesteld aan de hand van de rapportages die de
exploitant elk kwartaal aan de Inspectie  moet aanbieden. Deze
rapportages geven periodiek een beeld van de situatie met betrekking tot
de handhaving in enig gebruiksplanjaar van de geluidszones (Ke en bkl). 

In de loop van 2004 is op basis van deze rapportages voor het eerst een
dreigende overschrijding van de Ke-geluidszone geconstateerd, te weten
in twee  handhavingspunten. De belangrijkste oorzaak hiervan was dat de
Inspectie op 

1 november 2003 in de handhaving was overgegaan op een berekening van de
geluidbelasting op basis van feitelijk gevlogen routes in plaats van
gemodelleerde routes. Hierdoor werden verschillen zichtbaar tussen het
feitelijke vlieggedrag en de aannames die waren gedaan bij de berekening
van de Ke-geluidszone ten behoeve van het aanwijzingsbesluit 2001.

Ook is in die tijd een fout geconstateerd in het voor de aanwijzing 2001
gebruikte rekenmodel. 

Twee andere ontwikkelingen in die tijd:

wijziging van het Ke-berekeningsvoorschrift op 8 oktober 2004 (vervallen
van de zogenoemde “afkap”);

beëindiging van de operationele vluchten vanaf Marinevliegkamp
Valkenburg op 1 januari 2005 waardoor Rotterdam Airport geconfronteerd
werd met extra verzoeken om regerings- en militaire vluchten af te
handelen.

    

Genoemde ontwikkelingen zijn voor de exploitant van de luchthaven reden
geweest om in 2005 het bevoegd gezag te verzoeken, de aanwijzing 2001
aan te passen. Het verzoek tot aanpassing betrof met name een aanpassing
van de Ke-geluidszone. 

Van de in 2005 gestarte aanwijzingsprocedure maakte een MER-procedure
verplicht deel uit. Aangezien het Milieueffectrapport (MER) op
hoofdlijnen dezelfde informatie zou bieden als bedoeld in het kader van
de evaluatie in artikel 16 van het aanwijzingsbesluit 2001 was het
parallel uitbrengen van een separaat evaluatiedocument conform artikel
16 lid 1 in 2005 niet zinvol. Het Milieueffectrapport zone aanpassing
Rotterdam Airport is in 2006 door de exploitant aangeboden en door het
bevoegd gezag aanvaard. Op basis daarvan hebben de  minister van VROM en
ik een voorontwerp aanwijzingsbesluit opgesteld. Dit is in 2007 in
bestuurlijk overleg met de regio besproken. 

Op grond van dat bestuurlijk overleg heb ik in de zomer van 2007
gedeputeerde Van Heijningen om advies gevraagd hoe meer draagvlak te
verkrijgen in de regio voor het voorgenomen besluit. Op basis van het
advies van Van Heijningen is de exploitant najaar 2007 verzocht een
extra variant van het voorkeursalternatief te onderzoeken en het
Milieueffectrapport hierop aan te vullen. Begin 2008 heeft de exploitant
besloten het eerder aanvaarde MER te herzien, in het bijzonder met het
oog op de leesbaarheid ten behoeve van de tervisielegging. Uw Kamer is
over deze processtappen in separate brieven geïnformeerd. 

Samenvattend: De evaluatie conform artikel 16 van het aanwijzingsbesluit
2001 is niet separaat uitgevoerd, maar de bedoelde informatie komt ter
beschikking in het MER of is opgenomen in eerdere rapportages. De
bedoelde evaluatie is dan ook door de gebeurtenissen in de tijd
achterhaald.

4.	Bent u bereid om deze evaluatie, separaat van de MER van de thans
lopende procedure rond de eventuele wijziging van het
aanwijzingsbesluit, de komende maanden als aparte exercitie alsnog uit
te voeren, en hierover te rapporteren met inachtneming van het in de
vragen 1 en 2 gestelde? Zo neen, waarom niet? Zo ja, wanneer kan de
evaluatie verwacht worden?  

4.	Ik ben van mening dat de belangrijkste elementen van de evaluatie van
de milieueffecten zoals verwoord in Bijlage H, worden gerapporteerd in
de handhavingsrapportages en in het MER van 2006 en het herziene MER,
dat momenteel ter beoordeling en aanvaarding voorligt. Procedureel is de
evaluatie niet meer aan de orde door de opeenvolgende gebeurtenissen die
ertoe hebben geleid dat op basis van een nieuw MER een nieuw
aanwijzingsbesluit genomen zal worden. 

Over de uitkomsten van het nieuwe MER kan de Kamer zich een oordeel
vormen in het kader van de besluitvorming ten aanzien van het nog te
nemen aanwijzingsbesluit. Conform de procedure in de Luchtvaartwet zal
dit besluit aan de Kamer worden voorgelegd. Dit zal naar verwachting
medio 2009 plaatsvinden. 

 DOCPROPERTY "brief.groetregel" Hoogachtend, 

  DOCVARIABLE "brief.ondertekening"  DE MINISTER VAN VERKEER EN
WATERSTAAT,

Camiel Eurlings 

		 DOCPROPERTY "brief.onskenmerk"  \* MERGEFORMAT VenW/DGLM-2008/1446 

	 PAGE   2 

	  DOCPROPERTY "brief.minrws"   		 DOCPROPERTY "brief.ministeriecode"
abcdefgh   DOCPROPERTY "brief.dirrws"   

 DOCPROPERTY "brief.directoraat"  

 DOCPROPERTY "brief.directie"   DOCPROPERTY "brief.dienstonderdeel"  
DOCPROPERTY "brief.postadres" Postbus 20901, 2500 EX Den Haag

  DOCPROPERTY "brief.bezoekadres" Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG
Den Haag

 	 DOCPROPERTY "brief.telefoon" Telefoon 070 - 351 6171

  DOCPROPERTY "brief.telefax" Fax 070 - 351 7895

  DOCPROPERTY "brief.emailadres"   DOCPROPERTY "brief.internetadres"  

 DOCPROPERTY "brief.bereikbaar" bereikbaar met tram 9 (station hs en cs)
en bus 22 (station cs)  



		 DOCPROPERTY "brief.onskenmerk"  \* MERGEFORMAT VenW/DGLM-2008/1446 

 DOCVARIABLE "brief.adres" Aan

de voorzitter van de Tweede Kamer 

der Staten-Generaal

Binnenhof 4

2513 AA  DEN HAAG 

 DOCPROPERTY "brief.kixcode"