[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Lijst van vragen over de stand van zaken Deltaplan Inburgering

Deltaplan inburgering

Lijst van vragen

Nummer: 2008D19069, datum: 2008-12-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.DOC), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z03860:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Lijst van vragen – Deltaplan inburgering

Kamerstuknummer	:	31143-25

Vragen aan	:	Regering

Commissie	:	Algemene commissie Wonen, Wijken en Integratie



	Vraag	Blz.

van	

tot

1	Wanneer kan de Kamer de resultaten van de vijf ontwikkelonderzoeken
(analfabeten, laagopgeleiden, middelopgeleiden, hoogopgeleiden en
e-learning) verwachten?	0	 

2	Wanneer kan de Kamer de resultaten van het onderzoek best practices in
de intake verwachten?	0	 

3	Wat is het percentage duale trajecten in verhouding tot het totaal
aantal inburgeringstrajecten in de jaren 2006,2007 en 2008? Wat zijn de
absolute aantallen?	0	 

4	In welke gemeenten worden de zes vormen (re-integratie, werk,
ondernemerschap, (beroeps)opleiding, vrijwilligerswerk en
opvoedingsondersteuning) van duale trajecten aangeboden?	0	 

5	Welke afspraken heeft het kabinet met de gemeenten en sociale partners
gemaakt over de uitvoering van inburgeringstrajecten met re-integratie?
0	 

6	Welke afspraken heeft het kabinet met de gemeenten en sociale partners
gemaakt over de wijze waarop werkende inburgeraars een
inburgeringsprogramma kunnen volgen?	0	 

7	Wat is de stand van zaken inzake de uitbreiding van het
inburgeringsexamen met een profiel voor (startende) ondernemers?	0	 

8	Wanneer kan de Kamer de resultaten van het onderzoek naar de oorzaak
van het beperkte aanbod van geĂŻntegreerde trajecten verwachten?	0	 

9	Wat is de stand van zaken inzake de ontwikkeling van een
competentieprofiel voor de uitvoerders van inburgering? Wanneer kan de
Kamer de resultaten verwachten?	0	 

10	Wat is de stand van zaken inzake de ontwikkeling van instrumenten
voor een goed evenwicht tussen kwaliteit en prijs?	0	 

11	Wat is de omvang van de groep (vrouwelijke) inburgeraars die gebaat
is bij een wijkgerichte aanpak? Hoeveel samenwerkingspartners zijn er in
de wijken gevonden en wat heeft deze aanpak tot op heden opgeleverd?	0	 

12	Wat is de stand van zaken inzake het innovatietraject met de
wijkgerichte aanpak in vijf wijken?	0	 

13	Hoeveel maatschappelijke organisaties werken mee aan het
buddyproject? Hoeveel inburgergidsen zijn op dit moment actief in
Nederland en is er een toolkit voor deze gidsen beschikbaar?	0	 

14	Is de kwaliteit van inburgering verbeterd in 2007 en 2008? Wat was uw
doel en wat heeft u gerealiseerd?	0	 

15	Hoe wilt u de kwaliteit van de inburgering in 2009 verbeteren?	0	 

16	Hoe groot zijn de exploitatieverliezen in 2007 en 2008?	0	 

17	Hoeveel inburgeraars hebben het inburgeringsexamen afgelegd en
hoeveel van hen zijn geslaagd in 2007 en 2008?	0	 

18	Wat is uw verwachting ten aanzien van het aantal succesvol afgelegde
inburgeringsexamens in 2009,2010 en 2011?	0	 

19	Kunt u uiteenzetten wat de redenen zijn dat de ISI-registratie nog
niet goed functioneert? Zijn er problemen met het registratiesysteem qua
gebruiksgemak of onduidelijke communicatie? Zijn er verbeteringen door
te voeren? En welke maatregelen hebben de partijen (ministerie en
gemeenten) al genomen om de registratie te verbeteren?	3	 

20	Wat is de actuele stand van zaken met betrekking tot de
versnellingsplannen van de G4?	4	 

21	Kunt u uiteenzetten in welke mate de makkelijk te bereiken
inburgeringskandidaten reeds zijn aangezocht om een cursus te volgen, in
vergelijking met de moeilijk te bereiken kandidaten?	4	 

22	Zijn er mogelijkheden om de reeds aangezochte inburgeringskandidaten
nogmaals te vragen om mee te doen aan een cursus? Is het mogelijk voor
inburgeraars, die er voor hebben gekozen om zelfstandig het traject
richting inburgeringsexamen in te gaan,zich alsnog aan te melden voor
een cursus (indien ze merken dat de kwaliteit en de organisatie van de
cursussen sterk verbeterd zijn?	4	 

23	Hoeveel taalkoppels zijn er op dit moment actief?	4	 

24	Hoeveel aanjaagteams zijn er en uit hoeveel personen bestaat een
team? Kunt u een nadere omschrijving geven van de werkzaamheden van
aanjaagteams?	4	 

25	Hoe duidt u het relatief grote exploitatieverlies van de gemeente
Amsterdam (€ 26,2 miljoen) in verhouding met de totaal ingediende
exploitatie verliezen (€ 35,5 miljoen)?	5	 

26	Wat is de huidige stand van zaken met betrekking tot de 41 gemeenten
die hadden aangegeven geen enkele (juridische) aansprakelijkheid te
erkennen en geen deel van het exploitatieverlies te willen vergoeden?	5	


27	Hoeveel gemeenten moeten nog afspraken maken met taalaanbieders voor
het afhandelen van het exploitatieverlies?	5	 

28	Wat gebeurt er met de niet bestede middelen voor inburgering en rente
over deze middelen bij gemeenten die weigeren Ă©Ă©n derde deel van het
exploitatieverlies te dragen?	5	 

29	Hoeveel gemeenten volgen het advies van de VNG op oftewel hoeveel
gemeenten gebruiken de rente over de niet bestede middelen voor het
voldoen van een deel van het exploitatieverlies? 	5	 

30	Welke maatregelen gaat u nemen om gemeenten te bewegen tot het
vergoeden van een deel van het exploitatieverlies? 	5	 

31	Op pagina 6 van de brief staat dat er “naast belemmeringen op
gebied van wet- en regelgeving, de schaalgrootte van gemeentelijke
organisatie, de bestuurlijke complexiteit, de aanpassing van de
uitvoeringsorganisatie op de vereisten van de wet en de omvang en het
bereiken van de doelgroep hierin een rol spelen”. Zou in theorie juist
de schaalgrootte niet juist een positief effect moeten hebben bij de
aanpak van de problematiek, gezien de professionaliteit van de
organisatie, de mankracht die ingezet kan worden en de grotere doelgroep
van inburgeraars? Waarom houdt de schaalgrootte op andere
beleidsterreinen wel een doelmatigheid in en is dat in dit geval juist
een hinder?	6	 

32	Wat heeft u met betrokken partijen er aan gedaan om het rendement van
de genomen maatregelen (intensivering werving, verbetering van
informatie-uitwisseling, het verruimen van kinderopvang etc.) te
vergroten waardoor de instroom kan verbeteren?	6	 

33	Hoeveel inburgeraars zijn in de jaren 2005, 2006, 2007 en 2008
gestart met een inburgeringstraject?	6	 

34	Zijn de mogelijkheden van kinderopvang verruimd in de G4?	6	 

35	Wat is het totaal aantal voorzieningen in Amsterdam, Den Haag,
Rotterdam en Utrecht in 2008?	7	 

36	Zijn er inburgeraars die er voor kiezen om direct na de beschikking
het inburgeringsexamen te doen omdat ze reeds de taal goed spreken en
deze verplichting dus niet uitstellen tot het verlopen van het
beschikkingstermijn? Kunt u een overzicht geven van het aantal afgenomen
examens op dit moment?	8	 

37	Zijn er voldoende examinatoren op dit moment?	8	 

38	Welke aanwijzingen heeft u voor de veronderstelling dat de
inburgeraars die niet aan het door de gemeente aangeboden
inburgeringsprogramma deelnemen mogelijk zelf de inburgering ter hand
nemen of deelname aan de inburgering uitstellen?	8	 

39	Wordt inburgeringsplichtigen, die weigeren om van een door de
gemeente aangeboden inburgeringsprogramma gebruik te maken, altijd
gevraagd om welke reden(en) zij dit aanbod weigeren? Zo nee, waarom
niet?	8	 

40	Wordt het instrument van de bestuurlijke boete, dat door gemeenten op
verschillende momenten in het inburgeringsproces kan worden ingezet
indien inburgeringsplichtigen verwijtbaar niet voldoen aan hun
verplichtingen, in gevallen waarin daarvan sprake is te allen tijde
toegepast? Zo nee, waarom niet?	8	 

41	Welke rol speelt de factor “onwil” bij de inburgeringsplichtingen
die geen gebruik van het door de gemeente aangeboden
inburgeringsprogramma maken? Op welke informatie baseert u dit?	8	 

42	Kunt u een overzicht geven van de gemiddelde doorlooptijd van werving
tot plaatsing en inzicht geven in de huidige problemen bij de
uitvoeringsorganisatie?	9	 

43	Wat wordt precies bedoeld met het ‘toegankelijker’ maken van het
inburgeringsexamen? Waarom moet het inburgeringsexamen toegankelijker en
eenvoudiger worden gemaakt?	9	 

44	Op welke wijze en op welke termijn zal het inburgeringsexamen
toegankelijker en eenvoudiger gemaakt worden?	9	 

45	Op welke wijze en op welk termijn zal een capaciteit voor kortdurende
kinderoppasvoorzieningen bewerkstelligd worden? 	9	 

46	Op welke wijze zullen combinaties tussen inburgering en kinderopvang
in peuterspeelzalen en in de VVE gestimuleerd worden?	9	 



  FILENAME  GRT_RGR_WWI_31143-25 (2).DOC 		  PAGE  1 /  NUMPAGES  3