Antwoord op vragen van de leden Smeets en Besselink over het verdwijnen van de sportopleidingen uit Sittard-Geleen en Tilburg
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2008D19077, datum: 2008-12-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.H.A. Plasterk, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit PvdA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2008Z06408:
- Gericht aan: R.H.A. Plasterk, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Indiener: P.E. Smeets, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: M. Besselink, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (š origineel)
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag DOCPROPERTY adres DOCPROPERTY plaats Den Haag DOCPROPERTY _onskenmerk Ons kenmerk DOCPROPERTY _uwbriefvan DOCPROPERTY _uwkenmerk Uw kenmerk 1 december 2008 DOCPROPERTY datum DOCPROPERTY onskenmerk HO&S/BL/81773 DOCPROPERTY uwbriefvan DOCPROPERTY uwkenmerk 2008Z06408 / 2080904850 DOCPROPERTY _onderwerp Onderwerp DOCPROPERTY _bijlage DOCPROPERTY onderwerp_fmt Verdwijnen sportopleidingen uit Sittard/Geleen en Tilburg DOCPROPERTY bijlage_fmt Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de leden Smeets en Besselink over het verdwijnen van de sportopleidingen uit Sittard/Geleen en Tilburg. Deze vragen werden ingezonden met uw brief van 12 november 2008 met kenmerk 2008Z0608 / 2080904850. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, dr. Ronald H.A. Plasterk Vraag 1 Bent u op de hoogte van het voornemen van de Fontys Sport Hogeschool (FHS) om de sportopleidingen te concentreren in Eindhoven? Antwoord Ja. Vraag 2 Hoe beoordeelt u dit in het licht van de investeringen die zowel de gemeente Sittard-Geleen als Tilburg in overleg met Fontys hebben gevoerd om een āstate of the artā sportcomplex neer te zetten, waarvan in overleg met maatschappelijke organisaties al plannen waren voor een bredere maatschappelijke impuls? Antwoord Zowel Fontys als burgemeester en wethouders van Tilburg hebben mij hun opvattingen toegelicht. Naar ik heb begrepen zijn de aanvankelijk scherpe toonzetting en beweringen over het niet nakomen van afspraken in de media van de zijde van de gemeente Tilburg inmiddels van tafel en door Tilburg teruggenomen. Beide partijen hebben nu overeenstemming bereikt over de benutting door Fontys van de sportaccommodatie op het Stappegoorterrein tot 1 maart 2012 en de gemeente zal zich niet (langer) verzetten tegen de verplaatsing van de sporthogeschool. Wat betreft de locatie Sittard is duidelijk dat Fontys geen mogelijkheden ziet om te participeren in een nieuwe sportaccommodatie. Hoewel de gemeente Sittard-Geleen deze uitkomst betreurt, ziet zij ervan af nadere (juridische) stappen te zetten om het besluit van Fontys ongedaan te maken. Binnenkort zal ik op hun verzoek met Sittard-Geleen en de Provincie Limburg in overleg treden over de gevolgen van het besluit van Fontys. Overigens overweegt Fontys op het gebied van sportonderwijs actief te blijven in Limburg door een samenwerkingsverband aan te gaan met de Hogeschool Zuyd en de Universiteit Maastricht. Vraag 3 Wat is uw mening over het feit dat in Sittard een CIOS-opleiding is gevestigd en dat het vertrek van de FSH betekent dat de zo gepropageerde doorgaande leerlijn wordt verbroken? Komt hierdoor niet een van de doelstellingen binnen het huidige onderwijsbeleid onder druk te staan? Antwoord De doorgaande lijn in de programmering, zoals die in de huidige setting in Sittard is gegarandeerd, zal uiteraard ook na de verplaatsing van het hbo naar Eindhoven gegarandeerd moeten blijven. Deze lijn wordt niet verbroken met het verplaatsen van de Fontys-sportopleidingen van Sittard naar Eindhoven, want deze heeft immers betrekking op de programmering van het opleidingsaanbod als zodanig en niet op de vestiging waar dit wordt aangeboden. Het is de verantwoordelijkheid van de instellingen zorg te dragen voor de vormgeving, inrichting en uitvoering van deze doorgaande programmering. Vraag 4 Vindt u dat in de spreiding van hogescholen ook het regionale perspectief een belangrijke rol speelt, zoals bijvoorbeeld bij het in stand houden van de hbo-instelling in Zeeland? Zo ja, bent u bereid hierover met Fontys in overleg te treden? Antwoord Het regionale perspectief is een van de invalshoeken bij de doelmatige spreiding van voorzieningen op het terrein van het hoger beroepsonderwijs. Dit hoeft overigens niet te betekenen dat in elke regio een volledig assortiment aan opleidingen beschikbaar zou moeten zijn. Uitgangspunt is dat elke opleiding, gezien de mobiliteit van de doelgroep, een landelijke functie heeft en daarbinnen is het vervolgens primair aan de instellingen te bepalen hoe zij op een verantwoorde wijze voorzien in voldoende aanbod. Voor zover ik het kan overzien heeft Fontys op onderhavig dossier een zorgvuldige afweging gemaakt. Mijn betrokkenheid komt aan de orde op het moment dat Fontys de aanvraag indient tot goedkeuring van de verplaatsing van de opleidingen naar Eindhoven. Die aanvraag zal ik beoordelen op doelmatige spreiding van voorzieningen aan de hand van beide vereisten (d. en e.) van de Beleidsregel doelmatigheid hoger onderwijs (Staatscourant 10 juli 2006, nr. 131, pagina 11). Gezien het feit dat hiermee geen uitbreiding van hbo-voorzieningen plaatsvindt, geldt bij verplaatsing van opleidingen de zogeheten ālichteā doelmatigheidstoets. DOCPROPERTY _pagina blad PAGE 1 / SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT 1 DOCPROPERTY e_organisatienaam Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap DOCPROPERTY v_adres Rijnstraat 50,Ā Postbus 16375,Ā 2500 BJĀ Den HaagĀ T DOCPROPERTY e_telefoon_org +31-70-412 3456 F DOCPROPERTY e_fax_org +31-70-412 3450 W DOCPROPERTY e_website_org www.minocw.nl DOCPROPERTY _pagina blad PAGE 2 / SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT 3 DOCVARIABLE clausule