[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden Van Raak en Gerkens over regionale politiekorpsen die onvoldoende gegevensbescherming waarborgen

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2008D19183, datum: 2008-11-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z04478:

Preview document (🔗 origineel)


Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de schriftelijke vragen die zijn
gesteld door de leden Van Raak en Gerkens (beiden SP) over regionale
politiekorpsen die onvoldoende gegevensbescherming waarborgen. Deze
vragen werden ingezonden op 16 oktober 2008 met kenmerk
2008Z04478/2080902900.

DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES,

Mevrouw dr. G. ter Horst

2008Z04478 / 2080902900

Vragen van de leden Van Raak en Gerkens (beiden SP) aan de minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over regionale politiekorpsen
die onvoldoende gegevensbescherming waarborgen. (Ingezonden 16 oktober
2008)

1

Wat is uw reactie op het onderzoek van het College bescherming
persoonsgegevens 1) waaruit blijkt dat de wettelijke waarborgen met
betrekking tot het verstrekken en bewaren van persoonsgegevens, die
juist ter compensatie van de mogelijkheid van ruimere
gegevensverstrekking in de wet zijn opgenomen, niet goed worden
nageleefd door de politiekorpsen? 

In de periode van juni tot november 2007 heeft het College bescherming
persoonsgegevens (Cbp) onderzocht in hoeverre de infodesks van de
regionale politiekorpsen voorbereid waren op de komst van de Wet
politiegegevens (WPG). Het Cbp constateert dat ten tijde van het
onderzoek de meeste politieregio’s geen volledig beeld hadden van de
in te voeren WPG, nog niet toegerust waren voor de situatie van na 1
januari 2008 en nog geen concrete plannen hadden de noodzakelijke
wijzigingen door te voeren. In dit rapport wordt op basis van voornoemde
bevindingen geconcludeerd dat “niet wordt voldaan aan de eisen die de
WPG stelt aan een zorgvuldige gegevensverstrekking”. Over het
onderzoek rapporteert het Cbp een jaar later, in oktober 2008.

Op zichzelf acht ik een dergelijke conclusie zorgwekkend. In dit
concrete geval maak ik echter de volgende kanttekening. Het
Cbp-onderzoek werd verricht in een periode waarin de WPG nog niet van
kracht was. In die periode was zelfs de datum van inwerkingtreding nog
niet bekend. Dat veel korpsen ten tijde van het onderzoek nog niet waren
voorbereid op de komst van de WPG, is dus wel verklaarbaar. Het voorstel
van Wet politiegegevens werd pas eind juli 2007 aanvaard (en in
september 2007 uitgegeven). Het zou in werking treden op een bij
koninklijk besluit te bepalen tijdstip. In nauw overleg met de
politieorganisatie is gekozen voor een inwerkingtreding van de WPG per 1
januari 2008. Om de korpsen bij de implementatie met raad en daad
terzijde te staan is het Project implementatie WPG in 2006 speciaal voor
dat doel ingericht door de Raad van Hoofdcommissarissen. In het najaar
van 2007 werden vanuit het project diverse - toen reeds volledig
voorbereide - trajecten gestart, waaronder een omvangrijk
opleidingstraject voor politiefunctionarissen, alsmede de inrichting van
een WPG-helpdesk. Ook werd - en wordt nog steeds - expertise beschikbaar
gesteld om korpsen te begeleiden bij het inrichten van hun organisatie
en werkwijzen conform de eisen van de WPG. Daarnaast beschikken alle
korpsen inmiddels over een eigen projectteam dat met de implementatie is
belast.

2

Was u op de hoogte van het niet goed naleven van deze wettelijke
waarborgen door een aantal politiekorpsen? Zo ja, sinds wanneer? Zo ja,
welke maatregelen heeft u genomen? Zijn hiervan al effecten merkbaar?

Zoals opgemerkt was ten tijde van het onderzoek geen sprake van
niet-naleving van de wettelijke waarborgen die de WPG stelt, om de
eenvoudige reden dat de WPG toen nog niet van kracht was. Wel was mij op
dat moment bekend dat niet alle korpsen waren voorbereid op de komst van
de WPG. Toch heb ik invoering van de wet per 1 januari 2008 verantwoord
geacht omdat het Project implementatie WPG de korpsen, met inbegrip van
de Koninklijke marechaussee, alsmede de Voorziening tot samenwerking
Politie Nederland voor wat betreft de architectuur en de ICT, intensief
zou begeleiden met training en advies. Dat is ook daadwerkelijk gebeurd
en zal nog voortduren tot 2010. Naar mijn overtuiging zou een nieuwe
meting uitwijzen dat de huidige situatie duidelijk is verbeterd ten
opzichte van die ten tijde van het Cbp-onderzoek. Ik ga ervan uit dat
dit ook zal blijken uit de eerste privacy audit, die in 2010 zal worden
uitgevoerd. 

3

Deelt u de mening dat het op zichzelf niet bezwaarlijk is wanneer in
bepaalde welomschreven gevallen persoonsgegevens bewaard worden, maar
dat het van het grootste belang is hiermee zeer zorgvuldig om te gaan?
Deelt u eveneens de mening dat het voor het draagvlak in de samenleving
voor het verruimen van opslag en verstrekking van persoonsgegevens van
belang is dat de daarmee verbonden wettelijke waarborgen worden
nageleefd? 

Ja, die mening deel ik. Daarom wordt bij de implementatie van de wet
bijzondere aandacht besteed aan de waarborgen rond de verruimde
mogelijkheden van de WPG, onder meer door het intensief trainen van
implementatieteams per korps, van de ‘bevoegd functionarissen’ die
ingevolge de wet voorgenomen doelafwijkend verwerken van politiegegevens
moeten toetsen en van de privacyfunctionarissen die namens de
verantwoordelijke het interne toezicht uitoefenen.

4

Hoe heeft u zich vooraf beraden op de uitvoerbaarheid en
handhaafbaarheid van deze wetgeving? Hoe kan het dat de meeste regionale
politiekorpsen niet voldoende voorbereid waren op de inwerkingtreding
van de Wet politiegegevens per 1 januari 2008? Is er in dit geval sprake
van een te ingewikkelde wet, onwetendheid bij de korpsen, of weerstand
of onwil?

In het najaar van 2007 zijn twee mogelijkheden afgewogen:
inwerkingtreding op het moment waarop alle bedrijfsprocessen binnen de
politieorganisatie voor de volle honderd procent zouden zijn ingericht
conform de WPG, of een snellere inwerkingtreding waarbij de WPG
gaandeweg zou worden ingevoerd. Laatstgenoemde optie had veruit de
voorkeur, omdat de nieuwe regelgeving beter aansluit bij de lopende
ontwikkelingen rond de informatiehuishouding en ICT van de politie.
Daarom is besloten de wet per 1 januari 2008 in te voeren.
Randvoorwaarde was uiteraard wel dat het verwerken van politiegegevens
in de zin van de WPG zal geschieden met inachtneming van de waarborgen
ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer die de WPG daar
tegenover stelt. Duidelijk was dat de WPG noch in de processen en de
producten, noch in de werkwijzen of de ICT, van meet af aan in al zijn
consequenties kon worden ingevoerd. Van weerstand of onwil bij korpsen
om de wet in te voeren, is mij niets gebleken. De politieorganisatie is
steeds intensief betrokken geweest bij de totstandkoming van de wet en
stond en staat daar positief tegenover.

5

Is het waar dat er bepaalde korpsen zijn die niet voornemens zijn
wijzigingen door te voeren om zich wel aan de wettelijke waarborgen
houden? Wat gaat u daar aan doen?

Nee, dat is niet waar. Blijkens het Cbp-rapport hadden veel
geënquêteerden nog weinig kennis over de destijds op handen zijnde WPG
en heeft een aantal van hen verklaard niet op de hoogte te zijn van
voornemens om in de WPG gestelde waarborgen te realiseren. Hieruit kan
echter niet worden afgeleid dat de korpsen weigerachtig zijn hun
wettelijke plicht na te leven. Feitelijk is daarvan ook geen sprake. 

6

Op welke termijn zullen de waarborgen die uit de wet voortvloeien, zoals
het in de gaten houden wie er toegang hebben gekregen tot de bijzondere
politieregisters met gevoelige persoonsgegevens, in het geheel worden
nageleefd?

Zoals ik in mijn antwoord op vraag 2 aangaf, worden de korpsen bij de
invoering van de WPG intensief begeleid door het Project implementatie
WPG. Vanuit dit project worden de korpsen geïnstrueerd over alle
aspecten van de WPG, waaronder ook het aspect van autorisaties waarmee
de toegang tot de diverse soorten van politiegegevens wordt gereguleerd.
Mede door deze handreikingen vanuit het project zijn de korpsen in staat
de waarborgen van de WPG na te leven. 

1) ‘Politie infodesk. Onderzoek naar de inrichting van de politie
infodesk en de waarborgen voor de bescherming van persoonsgegevens’.
Onderzoeksrapport, College bescherming persoonsgegevens, oktober 2008

  HYPERLINK
"http://www.cbpweb.nl/downloads_rapporten/rap_2008_politie_infodesk.pdf?
refer=true&theme=purple" 
http://www.cbpweb.nl/downloads_rapporten/rap_2008_politie_infodesk.pdf?r
efer=true&theme=purple 





  DOCPROPERTY  Datum_kop  \* MERGEFORMAT  Datum 

  DOCPROPERTY  Datum  \* MERGEFORMAT  26 november 2008 

  DOCPROPERTY  Kenmerk_kop  \* MERGEFORMAT  Kenmerk 

  DOCPROPERTY  Kenmerk  \* MERGEFORMAT  2008-0000563316 







  DOCPROPERTY  Rubricering  \* MERGEFORMAT   

  DOCPROPERTY  Rubricering  \* MERGEFORMAT   	Pagina   PAGE   \*
MERGEFORMAT  2  van   NUMPAGES   \* MERGEFORMAT  5 







  DOCPROPERTY  Directie  \* MERGEFORMAT  Directoraat-generaal Veiligheid


  DOCPROPERTY  Onderdeel  \* MERGEFORMAT  Bestuur en Organisatie 

  DOCPROPERTY  Bezoekadres  \* MERGEFORMAT  Schedeldoekshaven 200

2511 EZ  Den Haag 

  DOCPROPERTY  Postadres  \* MERGEFORMAT  Postbus 20011

2500 EA  Den Haag 

  DOCPROPERTY  InternetAdres  \* MERGEFORMAT  www.minbzk.nl 

  DOCPROPERTY  Contactpersoon_kop  \* MERGEFORMAT  Contactpersoon 

  DOCPROPERTY  CPNaam  \* MERGEFORMAT  mr. A.D. Gietema  

  DOCPROPERTY  T_kop  \* MERGEFORMAT  T    DOCPROPERTY  CPTel  \*
MERGEFORMAT  070-4267013 

  DOCPROPERTY  CPEmail  \* MERGEFORMAT   



  DOCPROPERTY  Kenmerk_kop  \* MERGEFORMAT  Kenmerk 

  DOCPROPERTY  Kenmerk  \* MERGEFORMAT  2008-0000563316 

  DOCPROPERTY  UwKenmerk_kop  \* MERGEFORMAT   

  DOCPROPERTY  UwKenmerk  \* MERGEFORMAT   

  DOCPROPERTY  Bijlagen_kop  \* MERGEFORMAT  Bijlagen 

  DOCPROPERTY  AantalBijl  \* MERGEFORMAT  1 







  DOCPROPERTY  Retouradres_kop  \* MERGEFORMAT  > Retouradres   
DOCPROPERTY  Retouradres  \* MERGEFORMAT  Postbus 20011 2500 EA  Den
Haag 

  DOCPROPERTY  Rubricering  \* MERGEFORMAT   

  DOCPROPERTY  Aan  \* MERGEFORMAT  De voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA  Den Haag 



  DOCPROPERTY  Datum_kop  \* MERGEFORMAT  Datum 	  DOCPROPERTY  Datum 
\* MERGEFORMAT  26 november 2008 

  DOCPROPERTY  Onderwerp_kop  \* MERGEFORMAT  Betreft 	  DOCPROPERTY 
Onderwerp  \* MERGEFORMAT  Schriftelijke vragen met kenmerk
2008Z04478/2080902900 



  DOCPROPERTY  Rubricering  \* MERGEFORMAT   	Pagina   PAGE   \*
MERGEFORMAT  1  van   NUMPAGES   \* MERGEFORMAT  5