[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Arib over de slechte arbeidsomstandigheden van Thaise vrouwen in erotische massagesalons

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2008D19516, datum: 2008-12-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z03918:

Preview document (🔗 origineel)


	Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500  EH  DEN HAAG

	Bezoekadres

Schedeldoekshaven 100

2511 EX  Den Haag

Telefoon (070) 3 70 79 11

Fax (070) 3 70 79 00

Datum	2 december 2008

	Ons kenmerk	5574411/08

	Uw kenmerk	2080902020

	Onderwerp	Beantwoording Kamervragen van het lid Arib (PvdA) 

inzake de slechte arbeidsomstandigheden van Thaise 

vrouwen in erotische massagesalons



























	

In antwoord op uw brief van 8 oktober 2008, deel ik u mee, mede namens 

mijn ambtgenoten van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, dat de schriftelijke vragen
van

het lid Arib (PvdA) over de slechte arbeidsomstandigheden van Thaise

vrouwen in erotische massagesalons (ingezonden 7 oktober 2008) worden
beantwoord zoals aangegeven in de bijlage bij deze brief.

De Minister van Justitie,

2080902020

Vragen van het lid Arib (PvdA) aan de ministers van Justitie en van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de slechte arbeidsomstandigheden
van Thaise vrouwen in erotische massagesalons. (Ingezonden 7 oktober
2008)

1

Hebt u kennisgenomen van het bericht dat 400 Thaise vrouwen in erotische
massagesalons werken onder slechte arbeidsomstandigheden? 1)

Antwoord

Ja

2

Bent u bekend met het onderzoek dat de belangenvereniging de Rode Draad
onder 63 salons heeft gedaan? Zo ja, wat is uw mening over dit onderzoek
en wat vindt u van de bevindingen van de Rode Draad?

Antwoord

Het onderzoek Thaise vrouwen in (erotische) salons in Nederland,
uitgevoerd door de Rode Draad, met subsidie van het Ministerie van OC&W,
is mij bekend. 

De waarde van het onderzoek van De Rode Draad is dat er veel informatie
is verzameld en inzicht wordt geboden in de situatie in Thaise
massagesalons. Uit het onderzoeksrapport blijkt echter ook dat het
moeilijk is om op basis van de bevindingen tijdens het veldwerk
duidelijke conclusies te trekken. 

3

Klopt het dat deze vrouwen lange werkdagen maken en vaak onder het
minimumloon verdienen namelijk slechts € 3 tot € 5 per uur? Zo ja,
hoe kan het dat deze vrouwen op deze wijze worden uitgebuit? 

Antwoord

De Rode Draad concludeert dat de vrouwen vaak minder betaald krijgen dan
het wettelijk minimumloon en dat er te lange werkdagen worden gemaakt.
Op basis van het rapport kan niet geconcludeerd worden of deze situatie
wijdverbreid is of slechts sporadisch voorkomt. De onderzoeken die de
Arbeidsinspectie in deze branche heeft uitgevoerd, hebben geen
overtredingen van de Wet minimumloon- en minimumvakantietoeslag (WML)
opgeleverd. Dit kan mede worden veroorzaakt doordat de vrouwen en
eigenaren tegenover de Arbeidsinspectie andersluidende verklaringen
afleggen dan tegenover de Rode Draad. Dat laat onverlet dat situaties
van onderbetaling bestreden moeten worden. Als er concrete meldingen van
onderbetaling of slechte arbeidsomstandigheden worden gedaan, zal de
Arbeidsinspectie altijd een onderzoek instellen.

4

Welke mogelijkheden zijn er om een scherp toezicht op deze salons te
houden? Welke sancties zijn mogelijk tegen de bazen die zich hieraan
schuldig maken?

Antwoord

De Rode Draad concludeert dat er in voorkomende gevallen sprake is van
vrouwen die onder slechte omstandigheden in massagesalons werken. Ook
zou er sprake zijn van het prostitueren van vrouwen. Zowel de gemeente
als de politie spelen een belangrijke rol in het toezicht op en de
handhaving in de sexbranche. De regie op het prostitutiebeleid ligt bij
gemeenten. De gemeente fungeert als vergunningverlener. Specifiek met
betrekking tot de vergunningvoorwaarden geen minderjarigheid en geen
illegaliteit hebben veel gemeenten toezichthouders van de politie
aangewezen voor het toezicht en de controles van de vergunde
seksbedrijven. De politie heeft daarnaast een strafrechtelijke taak om
binnen de prostitutiebranche strafbare feiten op te sporen.

De Arbeidsinspectie heeft, in de brief inzake prostitutie aan Uw Kamer
van 16 mei 2008, capaciteit toegezegd voor integrale handhavingacties
binnen de prostitutiebranche op initiatief van de gemeenten. Deze acties
worden uitgevoerd via het landelijk dekkend netwerk van Interventieteams
of in het kader van de zogenaamde Vrijplaatsenaanpak (van
Belastingdienst en gemeenten).

De Arbeidsinspectie stelt altijd een onderzoek in naar aanleiding van
klachten over arbeidsomstandigheden of onderbetaling. Als onderbetaling
van het wettelijk minimumloon of van de vakantiebijslag wordt
geconstateerd, legt de Arbeidsinspectie aan de werkgever een
bestuurlijke boete op. Bij gebleken onderbetaling wordt de werkgever
verplicht het te weinig betaalde loon alsnog uit te betalen. Als de
Arbeidsinspectie of de politie constateert dat een werkgever zich
schuldig maakt aan illegale tewerkstelling wordt, afhankelijk van de
rechtsvorm van de werkgever, een boete opgelegd van € 4.000 of  €
8.000 per illegaal tewerkgestelde vreemdeling. Bij herhaalde recidive
wordt de werkgever strafrechtelijk vervolgd voor overtreding van de Wet
arbeid vreemdelingen (Wav). 

Wanneer er sprake is van een dermate ernstige situatie dat er gesproken
kan worden van uitbuiting kan de eigenaar strafrechtelijk worden
aangepakt. Ook wanneer vrouwen gedwongen worden tot prostitutie is
strafrechtelijke opsporing en vervolging mogelijk. Beide delicten zijn
strafbaar ingevolge artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht (het
mensenhandelartikel). Overtreding van het mensenhandelartikel kan leiden
tot een gevangenisstraf die kan oplopen tot maximaal 15 jaar. 

5

Herinnert u zich de eerdere schriftelijke vragen van het lid Arib over
illegale prostitutie in Chinese kapsalons? Wat is er sindsdien
ondernomen om dit soort praktijken in kapsalons en massagesalons terug
te dringen? 2)

Antwoord 

Ja. In de beantwoording behorende bij de door het lid Arib gestelde
vragen wordt reeds aangegeven dat de Minister van BZK, in nauwe
samenwerking met mij, een wetsvoorstel regulering prostitutie
voorbereidt. Onder dit wetsvoorstel zal er een duidelijk onderscheid
geïntroduceerd worden tussen legale en illegale prostitutie. Met de
invoering van de wet zal er een einde komen aan de huidige situatie
waarbij het mogelijk is dat een bedrijf legaal opereert zonder
vergunning. Dat betekent dat onder de nieuwe wetgeving een kapsalon waar
prostitutie plaatsvindt een vergunning dient te hebben. Wanneer de
kapsalon deze vergunning niet heeft, kan bestuurlijk en strafrechtelijk
opgetreden worden. 

Het onderscheid tussen het legale deel en het illegale deel van de
prostitutiesector wordt met het wetsvoorstel duidelijker zowel voor de
branche, de klant en de prostituee alsmede voor de toezichthouders. 

Sinds de beantwoording van de eerdere schriftelijke vragen over illegale
prostitutie in Chinese kapsalons is de ontwikkeling van het wetsvoorstel
voortgezet. De verwachting is dat het wetsvoorstel nog deze maand in
consultatie gaat. 

Voorts hebben zowel de Arbeidsinspectie als de SIOD recent onderzoeken
verricht in de kappersbranche en aanverwante branches, waaronder
massagesalons. De onderzoeken van de Arbeidsinspectie hebben betrekking
op de controle van de naleving van de Wet minimumloon en de Wet arbeid
vreemdelingen. De Arbeidsinspectie heeft in de eerste 10 maanden van
2008 in totaal 214 werkgevers gecontroleerd in de genoemde branches. Bij
17% van de controles in deze branche is een overtreding geconstateerd.
In veruit de meeste gevallen gaat het hierbij om illegale
tewerkstelling. Dit percentage overtredingen komt overeen met het
gemiddelde aantal overtredingen dat de Arbeidsinspectie aantreft in alle
onderzochte branches.

De meeste controles van de Arbeidsinspectie in kapsalons en
massagesalons worden uitgevoerd in nauwe samenwerking met de politie.
Bij (een vermoeden van) illegale prostitutie handelt de politie de zaak
af. Eventuele signalen van uitbuiting worden door de Arbeidsinspectie
direct gemeld bij de SIOD en daarmee bij het EMM (Expertisecentrum
Mensenhandel en Mensensmokkel)

Signalen over uitbuiting van werknemers worden altijd door de SIOD
onderzocht. Indien sprake is van een redelijk vermoeden van overtreding
van artikel 273f start de SIOD een strafrechtelijk onderzoek. Sinds 2007
heeft de SIOD 7 opsporingsonderzoeken verricht naar vermeende uitbuiting
in Chinese kapsalons c.q. massagesalons. Deze onderzoeken, die veelal in
samenwerking met de politie werden uitgevoerd, hebben in geen enkel
geval geleid tot het opmaken van proces verbaal voor overtreding van
artikel 273f van het Wetboek van strafrecht.

1) ANP, 5 oktober 2008

2) Aanhangsel Handelingen nr. 1180, vergaderjaar 2007-2008 

 TK 2007/2008, 25 437, nr. 56

 Dit betreft de branches met BIK-codes  9302 (Kapper/schoonheidszorg) en
9304 (massagesalons, fitnesscentra, sauna’s e.d.). BIK staat voor
“Bedrijfsindeling Kamers van Koophandel”. De Kamer van Koophandel
kent aan elk bedrijf dat zich inschrijft in het Handelsregister een
activiteitencode toe.

 Zie ook persbericht ANP van 4 november 2008 ‘Justitie houdt
verdachten mensenhandel aan’

5574411/08/2 december 2008

 PAGE  5 / NUMPAGES  5 



Ministerie van Justitie



Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving



Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden





Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts
één zaak in uw brief behandelen.