Antwoord op vragen van het lid Fritsma betreffende het rapport van de Europese Commissie over de toepassing van richtlijn 2003/86/EG inzake het recht op gezinshereniging
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2008D19801, datum: 2008-12-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: N. Albayrak, staatssecretaris van Justitie (Ooit PvdA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2008Z04352:
- Gericht aan: E.M.H. Hirsch Ballin, minister van Justitie
- Indiener: S.R. Fritsma, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Telefoon (070) 3 70 79 11 Fax (070) 3 70 79 72 www.justitie.nl Datum 3 december 2008 Ons kenmerk 5573417/08/DVB Uw kenmerk 2080902620 Onderwerp Rapport van de Europese Commissie over de toepassing van de richtlijn gezinshereniging De vragen van het lid Fritsma (PVV) d.d. 14 oktober 2008 betreffende het rapport van de Europese Commissie over de toepassing van richtlijn 2003/86/EG inzake het recht op gezinshereniging, worden mede namens de Minister van Justitie beantwoord zoals aangegeven in de bijlage bij deze brief. De Staatssecretaris van Justitie, Vragen van het lid Fritsma (PVV) aan de Minister van Justitie over het bericht dat Nederland volgens de Europese Commissie te hoge eisen stelt bij gezinshereniging (2080902620, ingezonden 14 oktober 2008). Vraag 1 Is het waar dat de Europese Commissie stelt dat de Nederlandse regels voor gezinshereniging in strijd zijn met de Europese regelgeving? Zo ja, hoe beoordeelt u deze stelling? 1) Antwoord vraag 1 De Europese Commissie heeft een verslag uitgebracht over de toepassing van richtlijn 2003/86 inzake het recht op gezinshereniging (hierna: de richtlijn). Hierin wordt de toepassing van de richtlijn in alle 24 lidstaten waarin deze gelding heeft, geëvalueerd. De Europese Commissie geeft aan het te betreuren dat door lidstaten ruim gebruik is gemaakt van de facultatieve bepalingen die maken dat de richtlijn slechts kan worden gezien als een eerste stap op weg naar harmonisatie. Het verslag van de Europese Commissie is niet in het bijzonder gericht op Nederland en bevat geen juridische onderbouwing voor een eventuele schending. Nederland kan hieruit niet afleiden dat de Europese Commissie van mening is dat de Nederlandse regels in strijd zijn met Europese regelgeving. Binnen de Europese Unie komt de Europese Commissie de bevoegdheid toe om toe te zien op de toepassing van de verdragen en de secundaire wetgeving. In dat kader staan haar mogelijkheden ter beschikking om op te treden tegen lidstaten die hierop inbreuk plegen. Van deze mogelijkheid heeft de Europese Commissie tot op heden, waar het de implementatie van de richtlijn in Nederland betreft, geen gebruik gemaakt. Vraag 2 Hoe gaat u er zorg voor dragen dat de bestaande regels betreffende gezinsmigratie, waar de Europese commissie nu over struikelt, onverkort gehandhaafd blijven? Antwoord vraag 2 Ik ben van mening dat de richtlijn gezinshereniging in Nederland op correcte wijze geïmplementeerd is. Er bestaat op dit moment geen aanleiding om het beleid terzake aan te passen. Vraag 3 Deelt u de mening dat de stelling van de Europese commissie bewijst dat een gezamenlijk Europees immigratiebeleid zeer slecht is voor Nederland? Zo neen, waarom niet? Antwoord vraag 3 Nee, deze mening deel ik niet. Ik ben overtuigd van de voordelen van de Europese interne markt, en het recht op vrij verkeer van personen dat daarvan onderdeel uitmaakt. Ik ben dan ook voorstander van verdere harmonisatie, ook op het terrein van vreemdelingenbeleid, waar samenwerking binnen de Europese Unie een meerwaarde vormt. Vraag 4 Zo ja, wat gaat u er aan doen om de zeggenschap over immigratie weer helemaal naar Nederland toe te trekken? Antwoord vraag 4 Uit mijn antwoord op vraag 3 kunt u afleiden dat ik er geen voorstander van ben om het Europese migratiebeleid terug onder de nationale competenties te brengen. Wel zal ik er bij toekomstige onderhandelingen over mogelijke nieuwe richtlijnen of aanpassing van bestaande richtlijnen, op blijven aandringen dat belangrijke elementen van het Nederlandse vreemdelingenbeleid behouden blijven. Vraag 5 Hoe worden de andere problemen opgelost die we "dankzij" Europa op immigratiegebied hebben, zoals de Europa-route, waarmee niet westerse immigranten massaal de Nederlandse regels voor gezinsmigratie (kunnen) ontduiken? Antwoord vraag 5 Uw vragen betreffende de “Europa-route” (d.d. 19 augustus 2008) heb ik op 4 november jl. beantwoord. Vraag 6 Deelt u tenslotte de mening dat het noodzakelijk is om een immigratiestop in te stellen voor mensen uit moslimlanden om de rampzalige islamisering van onze samenleving een halt toe te roepen? Zo neen, waarom niet? Antwoord vraag 6 Nee, deze mening deel ik niet. Zoals laatstelijk nog aangegeven in reactie op de vragen van de vaste Kamercommissie van Justitie naar aanleiding van de blauwdruk modern migratiebeleid, deelt het kabinet de door de PVV voorgestane beperkingen op het immigratiebeleid niet. Volkskrant, 8 oktober 2008 De richtlijn gezinshereniging (2003/86/EG) vindt geen toepassing in Ierland, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk Kamerstukken II 2008/2009, aanhangsel bij de handelingen Kamerstukken II 2008/2009, 30573, nr. 13 5573417/08/DVB/3 december 2008 PAGE 2 / NUMPAGES 3 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Directie Vreemdelingenbeleid Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen. j1