Antwoord op vragen van het lid Teeven over de vermeende onmogelijkheid van aanhouding buiten heterdaad in huizen van bewaring en gevangenissen
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2008D19845, datum: 2008-12-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.M.H. Hirsch Ballin, minister van Justitie ()
Onderdeel van zaak 2008Z07432:
- Gericht aan: E.M.H. Hirsch Ballin, minister van Justitie
- Indiener: F. Teeven, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Datum 3 december 2008 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de vermeende onmogelijkheid van aanhouding buiten heterdaad in huizen van bewaring en gevangenissen. In antwoord op uw brief van 24 november 2008, deel ik u dat de schriftelijke vragen van het lid Teeven (VVD) van uw Kamer over de vermeende onmogelijkheid van aanhouding buiten heterdaad in huizen van bewaring en gevangenissen (ingezonden 21 november 2008) worden beantwoord zoals aangegeven in de bijlage bij deze brief. De Minister van Justitie, 2080905970 Vragen van het lid Teeven (VVD) aan de minister van Justitie over de vermeende onmogelijkheid van aanhouding buiten heterdaad in huizen van bewaring en gevangenissen. (Ingezonden 21 november 2008) Vraag 1 Hebt u kennisgenomen van dit artikel ‘Arrestatie in cel is voortaan verboden’? 1) Vindt u dat naar aanleiding van een recent arrest van de Hoge Raad aanhouding van een verdachte in een cel (tijdens zijn of haar gevangenschap) niet meer mogelijk zou zijn? Antwoord Ja, ik heb kennisgenomen van het bericht. Het bericht berust op een misverstand. De conclusie van De Telegraaf is dan ook onjuist. Ik verwijs u voor een nadere toelichting naar hetgeen de Hoge Raad daarover bij persbericht van 20 november jongstleden openbaar heeft gemaakt (te raadplegen op HYPERLINK ../../office/www.rechtspraak.nl www.rechtspraak.nl ). Aan de door de Hoge Raad gegeven toelichting heb ik niets toe te voegen. Vraag 2 Deelt u de mening dat voorlopige hechtenis in het belang van het onderzoek een totaal andere grond is voor vrijheidsbeneming dan de executie van een onherroepelijke gevangenisstraf? Geeft de beantwoording van deze vraag, in aanmerking nemende het gewezen arrest, de noodzaak tot het wijzigen van de wet? Antwoord Ja, ik deel uw mening. Het wijzigen van de wet is echter niet nodig aangezien het aanhouden van een gedetineerde in de cel onverminderd mogelijk blijft. Voor het overige verwijs ik u naar het antwoord op vraag 1. Vraag 3 Bent u van mening dat politie en justitie de beschikbare opsporingscapaciteit zo efficiënt mogelijk moeten kunnen inzetten en dat daartegen geen vergezochte juridische bezwaren moeten worden opgeworpen? Antwoord Ja, die mening deel ik. 1) De Telegraaf, 20 november 2008 Toelichting: deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid De Roon (PVV), ingezonden 21 november 2008, (vraagnummer 2008Z07430 / 2080905960) IF REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT = " " " " " REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT Test " Datum 3 december 2008 Ons kenmerk REF dvRefGegevensOnsKenmerk \* MERGEFORMAT 5576898/08 REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 3 van SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT 3 Ons kenmerk 5576898/08 Uw kenmerk 2080905970 Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen. IF SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT 3 > 1"Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 1 van SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT 3 " " " Pagina 1 van 3 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EH DEN HAAG