[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Ouwehand over het hoge aantal sterfgevallen bij wedstrijden met duiven

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2008D20190, datum: 2008-12-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z04972:

Preview document (🔗 origineel)


  FORMTEXT  Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 

  FORMTEXT  Directie Landbouw 

  FORMTEXT  Bezuidenhoutseweg 73 

Postadres:   FORMTEXT  Postbus 20401 

  FORMTEXT  2500 EK  's-Gravenhage 

Telefoon:   FORMTEXT  070 - 3786868 

Fax:   FORMTEXT  070 - 3786100 











  FORMTEXT  De Voorzitter van de Tweede Kamer 

  FORMTEXT  der Staten-Generaal 

  FORMTEXT  Postbus 20018 

  FORMTEXT  2500 EA  's-GRAVENHAGE 

  FORMTEXT        

  FORMTEXT        

  FORMTEXT        

  FORMTEXT        

  FORMTEXT        

  FORMTEXT  23 oktober 2008 	  FORMTEXT  2008Z04972/ 

2080903550	  FORMTEXT  DL. 2008/2901 	  FORMTEXT  5 december 2008 

  FORMTEXT  Kamervragen over het hoge aantal sterfgevallen bij
wedstrijden met duiven 	  FORMTEXT  3784746 	  FORMTEXT       


Geachte Voorzitter,

Hierbij stuur ik u de antwoorden op vragen van het lid Ouwehand (PvdD)
over het hoge aantal sterfgevallen bij wedstrijden met duiven.

1

Hoe beoordeelt u de berekening van de Dierenbescherming dat 1600 van de
2100 duiven zijn omgekomen of verdwaald tijdens een recent gehouden
eenhoksrace die plaatsvond onder auspiciën van de Nederlandse
Postduivenhouders Organisatie (NPO)? 

Volgens de Nederlandse Postduivenhouders Organisatie (NPO) zijn 2062
duiven aangeleverd voor het Dutch Open. Op 22 mei 2008 ontving de
Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) de melding dat de ziekte Newcastle
Disease (NCD) was aangetoond bij enkele postduiven. Diezelfde dag is de
VWA langsgegaan om de situatie te inspecteren. Ter plekke werden
ongeveer 1500 duiven aangetroffen, waarvan er reeds 153 dood en 

100 ziek waren. Na de inspectie is een periode van quarantaine
ingesteld. In de periode na 22 mei zijn nog meer duiven ziek geworden,
waardoor het totaal aan zieke duiven op 173 duiven is gekomen. In
totaal zijn er door de VWA dus 326 duiven geruimd, die al dood waren of
gedood zijn. Uiteindelijk waren er volgens de NPO 1203 duiven over aan
het eind van de periode van quarantaine van twee maanden. 

Na de periode van quarantaine is door de organisatie van de wedstrijd
een vervolg gegeven aan de training van de duiven. Bij het continueren
van de training zijn 541 duiven verloren gegaan. Vervolgens is gestart
met de drie officiële trainingsvluchten, in aanloop naar de eindvlucht.
Op deze drie trainingsvluchten zijn 152 duiven verloren. Uiteindelijk
zijn er 510 duiven aan de eindvlucht gestart. Hiervan zijn uiteindelijk
487 duiven teruggekeerd. Na de periode van quarantaine zijn er in totaal
dus nog 716 duiven verloren. 

De verliezen die geleden zijn onder de groep duiven die meededen aan het
Dutch Open zijn zeer fors te noemen. Er kunnen ook vraagtekens gezet
worden bij de beslissing van de wedstrijdleiding van het Dutch Open om
de wedstrijd te continueren na de uitbraak van de ziekte en de periode
van quarantaine. Ik zal een gesprek aangaan met de NPO, met als doel
afspraken te maken om verliezen, in de mate waarin deze geleden zijn
tijdens het Dutch Open, niet meer voor te laten komen in de toekomst.

2

Wat is in het algemeen uw oordeel over de duivensport in relatie tot
dierenwelzijn?

Naar mijn mening is er geen reden om de duivensport te verbieden, mits
er zorg wordt gedragen voor het waarborgen van de gezondheid en het
welzijn van de aan wedstrijden deelnemende duiven. In het verleden heeft
de NPO laten zien hiertoe de eigen verantwoordelijkheid te nemen. Zo
heeft de organisatie in samenwerking met de Wageningen Universiteit en
Researchcenter en de Katholieke Universiteit Leuven onderzoek gedaan of
laten doen naar onder andere hittestress bij sportduiven, welzijn van
duiven tijdens transport, gewenste mandbezetting tijdens transport en
klimaatbehoeften van postduiven tijdens transport. 

Tevens heeft de werkgroep Wetenschappelijk Onderzoek Welzijn Duiven
(WOWD) onderzoek gedaan naar de verliezen onder jonge duiven. Op basis
van de uitkomsten van deze onderzoeken is door de NPO meermaals de eigen
regelgeving aangepast om de gezondheid en het welzijn van de duiven te
kunnen waarborgen. 

3

Kunt u een overzicht geven van het aantal vluchten met duiven dat
jaarlijks plaatsvindt, het soort vluchten en de afstanden die hierbij
moeten worden afgelegd, het aantal duiven dat hiervoor wordt gebruikt,
de leeftijd van deze duiven en de hoogte van de uitval onder de duiven,
zowel door sterfte als door vermissing?

Uit cijfers van het NPO blijkt dat ieder jaar vanaf de tweede helft
maart tot en met september door de twaalf afdelingen en de Nederlandse
Postduivenhouders Organisatie (NPO) diverse duivenvluchten georganiseerd
worden. Het gaat hier om 1 à 2 duivenvluchten per afdeling, per
weekend. De vluchten zijn onder te verdelen in korte afstanden (100 –
350 kilometer), middellange afstanden (350 – 500 kilometer) en lange
afstanden (500 – 1150 kilometer). Het aantal duiven is per vlucht
verschillend en varieert van enkele duizenden tot 60.000 duiven op één
landelijke vlucht waaraan alle afdelingen deelnemen. 

Voor de oude duiven worden er vluchten in alle categorieën
georganiseerd. Voor jonge duiven (duiven in hun geboortejaar) is door de
NPO een afstandsbeperking opgelegd van maximaal 500 kilometer. Deze
afstand is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek, dat door de
werkgroep Wetenschappelijk Onderzoek Welzijn Duiven (WOWD) is uitgevoerd
(zie ook het antwoord op vraag 2). Uit dit onderzoek bleek dat de
verliezen zich voornamelijk beperken tot de eerste drie vluchten met
jonge duiven. Tijdens de eerste drie vluchten met jonge duiven was het
verlies zo’n 3 tot 7 procent. Op vervolgvluchten stabiliseerden de
verliezen zich tot een normaal niveau van zo’n 0 tot 3 procent. 

4 en 5

Kunt u uiteenzetten welke richtlijnen er gelden voor het inzetten van
duiven bij trainingen en wedstrijdvluchten en door wie deze zijn
opgesteld? Acht u deze richtlijnen voldoende om het welzijn van de
duiven te waarborgen? Zo ja, kunt u dit toelichten? Zo neen, op welke
wijze bent u voornemens hier verandering in te brengen?

Kunt u uiteenzetten op welke wijze toezicht wordt gehouden op de
uitoefening van trainingen en wedstrijden met duiven en de naleving van
eventuele richtlijnen? Acht u dit toezicht voldoende? Welke rol ziet u
hierbij weggelegd voor de (landelijke) overheid?

Vanuit mijn ministerie zijn geen richtlijnen opgesteld voor het inzetten
van duiven bij trainingen en wedstrijdvluchten. Ik ben van mening dat de
sector zelf groot belang heeft bij een eerlijk en verantwoord verloop
van wedstrijden. De NPO heeft dan ook eigen reglementen opgesteld. Aan
deze reglementen zijn de verenigingen die wedstrijden organiseren onder
de auspiciën van de NPO, gehouden. Ik ben van mening dat de reglementen
die de sector met betrekking tot het welzijn van de duiven opgesteld
heeft, het welzijn van de duiven voldoende waarborgt. 

Daarnaast is er publieke regelgeving vastgesteld met betrekking tot
diergezondheid, onder andere in de regeling tijdelijke maatregelen
dierziekten. Vanuit deze regeling vloeit de verplichting voort dat
duiven die mee gaan doen aan een wedvlucht, tentoonstelling of show,
minimaal twee weken voor deelname gevaccineerd dienen te worden tegen
Newcastle Disease (NCD). Dit is een besmettelijke dierziekte waar een
bestrijdingsplicht voor geldt.

6

Deelt u de mening dat bij wedstrijden waar grote prijzen aan zijn
verbonden, het risico op benadeling van het welzijn van de betrokken
dieren wordt vergroot?

Nee. De prijzen die eventueel verbonden zijn aan wedstrijden, laten
onverlet dat de organisaties die de wedstrijden organiseren zich dienen
te houden aan de eigen reglementen, en aan de van toepassing zijnde
publieke voorschriften.

7

Hoe beoordeelt u het feit dat basisscholen worden benaderd voor deelname
aan de wedstrijden, waarbij zij kans maken op prijzengeld? Hoe
beoordeelt u het feit dat uit navraag bij deelnemende scholen blijkt dat
de deelnemende scholen niet op de hoogte waren van het aantal bezweken
vogels tijdens genoemde eenhoksrace?

De NPO geeft aan de scholen benaderd te hebben om de kinderen in contact
te laten komen met de duivensport. Om de kinderen ook het
competitie-element te laten ervaren, zijn er aan de scholen duiven
toegekend die punten konden verzamelen waarbij de hoogste vijf
eindigende scholen een geldprijs voor de school konden verdienen. Verder
geeft de NPO aan dat de scholen via enkele nieuwsbrieven op de hoogte
gehouden zijn. 

8, 9 en 10

Bent u bereid een verbod in te stellen op eenhoksraces, gezien de grote
risico’s die hieraan zijn verbonden?

Bent u bereid een verbod in te stellen op meerdaagse wedstrijdvluchten
met duiven?

Bent u bereid een verbod in te stellen op lange wedstrijdvluchten met
jonge duiven?

Nee. Zolang de NPO en de onder de auspiciën van de NPO werkende
verenigingen laten zien zich in te zetten voor de waarborging van zowel
de gezondheid als het welzijn van de aan de wedstrijdvluchten
deelnemende duiven, en zich houden aan de eigen reglementen, zie ik geen
reden een verbod in te stellen op wedstrijdvluchten.

11

Kunt u uiteenzetten welk verband u ziet tussen trainingen en
wedstrijdvluchten met duiven en het aantal duiven in centra van steden?
Zo neen, bent u bereid hiernaar onderzoek te laten doen?

Nee. Tevens zie ik geen aanleiding hier onderzoek naar te doen.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN 

VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg





Datum	Kenmerk	Paraaf:	Vervolgblad

  REF datum  \* MERGEFORMAT  5 december 2008 	  REF onskenmerk  \*
MERGEFORMAT  DL. 2008/2901 	  PAGE  \* MERGEFORMAT  1 



                                                                        
                    

Directie Landbouw



















uw brief van	uw kenmerk	ons kenmerk	datum





	onderwerp	doorkiesnummer	bijlagen