Preview document (🔗 origineel)

---

  DOCPROPERTY adres  De voorzitter van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA Den Haag

 

 



	  DOCPROPERTY plaats   	  DOCPROPERTY _onskenmerk  Ons kenmerk 	Uw
brief van  DOCPROPERTY _uwbriefvan   	Uw kenmerk  DOCPROPERTY _uwkenmerk
  

5 december 2008   DOCPROPERTY datum   	HO&S/2008/86121	  DOCPROPERTY
uwbriefvan   	2008Z04259/208090520  DOCPROPERTY uwkenmerk   



  DOCPROPERTY _onderwerp  Onderwerp 	  DOCPROPERTY _bijlage   

Vragen van lid Besselink	  DOCPROPERTY bijlage_fmt   



Hierbij zend ik u de antwoorden op de Kamervragen van het lid  Besselink
over een niet-erkende universitaire masteropleiding op Saxion
hogescholen, die wel universitaire masterdiploma’s afgaf.

De vragen werden mij toegezonden bij uw bovenaangehaalde brief.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

dr. Ronald H.A. Plasterk

2008Z04259 / 2080902520

Vragen van het lid Besselink (PvdA) aan de minister van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap over een niet-erkende universitaire
masteropleiding op Saxion Hogescholen die wel universitaire
masterdiploma’s afgaf. (ingezonden 13 oktober 2008)

1. Vraag: Heeft u kennisgenomen van de berichtgeving 1) over de afgifte
van universitaire masterdiploma’s door Saxion Hogescholen die niet
afgegeven hadden mogen worden omdat de hbo-instelling hiertoe niet meer
niet gerechtigd was?

 Antwoord: Ja

2. Vraag: Is het waar dat onder anderen door tussentijdse wetswijziging
reeds gestarte opleidingen, die tot die tijd wel universitaire
mastertitels mochten afgeven voor opleidingen, dat vanaf dat moment niet
meer mochten? Zo ja, was dit voldoende bekend bij de instellingen?

Antwoord: Nee, tot de invoering van de bachelormaster-structuur werden
er op grond van de wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk
onderzoek (WHW) geen mastergraden verleend. Er is dus geen wijziging
opgetreden in de positie van instellingen die onder de WHW vallen.

3. Vraag: Kunt u uiteenzetten op welke wijze hier het overgangsrecht
geregeld is voor studenten die vóór het ingaan van mogelijke
wijzigingen al studeerden op een erkende opleiding welke oorspronkelijk
wel gerechtigd was om dergelijke universitaire masterdiploma’s af te
geven?

Antwoord: Er is geen sprake van een wijziging in het systeem. In 2002 is
de bachelor-masterstructuur ingevoerd. Vanaf dat moment is de graad
Master of Arts voorbehouden aan het wetenschappelijk onderwijs. Voor die
tijd had de graad Master geen wettelijke status en werd deze verleend
aan een veelheid aan opleidingen. Er was geen sprake van overgangsrecht
in de wet. Daaraan bestond geen behoefte omdat er tot de invoering van
de bamastructuur geen mastergraden in de zin van de WHW bestonden.

4. Vraag: Hoeveel hbo-instellingen hebben mogelijk nu nog de bevoegdheid
om universitaire masterdiploma’s af te geven? Wat vindt u in dat
verband van het principe dat hbo-instellingen universitaire diploma’s
kunnen afgeven?

Antwoord: In principe kunnen hogescholen wo-opleidingen verzorgen. Er
zijn op dit moment geen hogescholen die wo-getuigschriften afgeven. Met
de invoering van de bamastructuur is het mogelijk geworden dat alle
universiteiten en hogescholen (post) initiële bachelor- en mastergraden
kunnen verlenen. Ik heb daar geen bezwaar tegen. 

5. Vraag: Zijn er op dit moment meer opleidingen in Nederland waarbij de
situatie kan bestaan dat er onterecht universitaire masterdiploma worden
afgeven? Zo ja, heeft u zicht op de hoeveelheid opleidingen en studenten
waar zich dergelijke situaties kunnen voordoen en hoe gaat u voorkomen
dat nog een keer kan gebeuren?

Antwoord: Mij is bekend dat ten onrechte Master of Arts graden
(voorbehouden aan het wo) in het vooruitzicht zijn gesteld. Om hoeveel
opleidingen respectievelijk studenten het gaat is mij niet bekend. Ik
kan niet voorkomen dat de situatie zich nog een keer zal voordoen. Er is
sprake van handelen in strijd met de wet en dat manifesteert zich altijd
pas als de overtreding heeft plaatsgevonden. De wet biedt mij de
mogelijkheid sancties tegen instellingen uit te voeren, maar ik ben
daarin terughoudend. Als blijkt dat een instelling de wet overtreedt is
een gesprek op bestuurlijk niveau dikwijls toereikend om herhaling in de
toekomst te voorkomen. 

6. Vraag: Is het waar dat er eerder bij soortgelijke situaties door
InHolland en de Hanze Hogeschool alsnog erkenning van de diploma’s
heeft plaatsgevonden?

Zo ja, op grond waarvan is dit toen gebeurd?

Antwoord: Nee, dat is niet gebeurd. De NVAO heeft voor de hier bedoelde
opleidingen die voor de invoering van de bamastructuur waren beoordeeld
een overgangsregeling gemaakt, waarbij de gegevens van die beoordeling
konden dienen als input voor de toets nieuwe opleiding, die zij voor
deze opleidingen moesten aanvragen. Nadat zij de toets nieuwe opleiding
met goed gevolg hadden ondergaan, hebben deze twee instellingen
mastergraden verleend in overeenstemming met de wet, dat wil zeggen met
vermelding van het vakgebied of beroepenveld waarop de mastergraad
betrekking heeft.

7. Vraag: Bent u bereid dit voor deze groep studenten bij Saxion
Hogescholen ook te gaan doen?

Antwoord: Nee. In de gevallen bij andere hogescholen heb ik niet
ingegrepen. Dat zal ik hier evenmin doen. De wet is vanaf de invoering
van de bamastructuur en accreditatie duidelijk geweest over wat deze
inhielden voor de instellingen en opleidingen. Ingeval van ingrijpen van
mijn kant zou dat precedentwerking hebben en zou onduidelijkheid
ontstaan over het niveau van wo-masters. Ook zijn enkele hogescholen
door de rechter al veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding;
er is ten aanzien van deze studenten van Saxion geen sprake van een
unieke situatie.

 1) de Volkskrant, 9 oktober 2008: ‘Hogeschool gaf ten onrechte
mastertitel’ en 

 De Stentor / Deventer Dagblad, 8 oktober 2008: ‘Verkeerde diploma
voor Saxion-studenten’

  DOCPROPERTY _pagina  Fout! Onbekende naam voor documenteigenschap.   
PAGE  1 /  SECTIONPAGES   \* MERGEFORMAT  1 

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Rijnstraat 50,  Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag, T +31-70-4122016 F
+31-70-4123456 www.minocw.nl