[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Pechtold over het onderzoek ‘Lessen in leiderschap, de impact van managers op onze scholen’ van de Hay Group

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2008D20287, datum: 2008-12-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z07860:

Preview document (🔗 origineel)




  DOCPROPERTY adres  De voorzitter van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal

Postbus 20018 

2500 AE  DEN HAAG 



	  DOCPROPERTY plaats  Den Haag 	  DOCPROPERTY _onskenmerk  Ons kenmerk 
  DOCPROPERTY _uwbriefvan  Uw brief van 	  DOCPROPERTY _uwkenmerk  Uw
kenmerk 

5 december 2008   DOCPROPERTY datum   	  DOCPROPERTY onskenmerk  DL/B/
85599	  DOCPROPERTY uwbriefvan  27 november 2008 	  DOCPROPERTY
uwkenmerk  2008Z07860/2080906340 



  DOCPROPERTY _onderwerp  Onderwerp 	  DOCPROPERTY _bijlage  Bijlage(n) 

  DOCPROPERTY onderwerp_fmt  Schriftelijke vragen van het lid Pechtold 	
 DOCPROPERTY bijlage_fmt  1 



Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Lid Pechtold van uw
Kamer over het onderzoek ‘Lessen in leiderschap, de impact  van
managers op onze scholen’ van de Hay Group.

De vragen zijn op 27 november 2008 ingezonden. Het kenmerk van de vragen
is    DOCPROPERTY uwkenmerk  2008Z07860 / 2080906340 .

de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

dr. Ronald H.A. Plasterk



2008Z07860 / 2080906340

Vragen van het lid Pechtold (D66) aan de minister van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap over het onderzoek ‘Lessen in leiderschap, de impact van
managers op onze scholen’ van de Hay Group. (Ingezonden 27 november
2008)

1

Vraag:

Als u in uw antwoord 1) stelt dat het management van een school
verantwoordelijk is voor het personeelsbeleid, bent u dan tevens van
mening dat aan de schoolleiders in het primair onderwijs een
startkwalificatie gesteld zou moeten worden om het beroep te mogen
uitoefenen en vervolgens moeten aantonen dat deze bekwaamheid wordt
onderhouden en verder ontwikkeld wordt? 

Antwoord:

Ik vind het belangrijk dat schoolleiders voldoende gekwalificeerd zijn
om hun taken op een goede wijze te kunnen uitvoeren. Ik heb daarom in de
afgelopen jaren extra geïnvesteerd in het realiseren van een
hoogwaardig scholingsaanbod voor schoolleiders. Voorts zijn door de
Nederlandse Schoolleiders Academie (NSA) bekwaamheidseisen opgesteld
voor schoolleiders. Deze gelden vaak als uitgangspunt voor de
opleidingen en de aanstelling van schoolleiders. De NSA houdt ook een
Register Directeuren Onderwijs (RDO) bij, onder andere ter borging van
de kwaliteit van schoolleiders. 

Het stellen van kwaliteitseisen aan schoolleiders acht ik – gezien de
decentralisatie van arbeidsvoorwaarden – primair een taak van sociale
partners. Sociale partners delen dit uitgangspunt en hebben in het kader
van de ‘aanpak Opbrengstgericht Leiderschap’ aangekondigd hierover
afspraken met elkaar te maken.  

2

Vraag:

Bent u bereid van de besturen te eisen dat schoolleiders in het primair
onderwijs geregistreerd moeten staan, bijvoorbeeld in het register van
de Nederlandse Schoolleiders Academie (NSA)? Zo neen, waarom niet?
Wanneer u dit niet wettelijk wenst te verankeren, op welke manier wilt u
de besturen stimuleren hun schoolleiders aan kwaliteitseisen te laten
voldoen en welke termijn wilt u hieraan verbinden?

Antwoord:

De verantwoordelijkheid voor het stimuleren van registratie bij de NSA
en het stellen van kwaliteitseisen aan schoolleiders ligt in eerste
instantie bij de besturen en de beroepsgroep zelf. Uit het feit dat het
aantal bij de NSA geregistreerde directeuren nog steeds toeneemt, blijkt
dat men deze verantwoordelijkheid serieus neemt. Zoals aangegeven hebben
sociale partners aangekondigd afspraken te maken over kwaliteitseisen
voor schoolleiders.

3

Vraag:

Welke maatregelen nemen de besturen van scholen in het primair onderwijs
momenteel om het management in staat te stellen de professionele ruimte
voor de leraar te versterken?

Antwoord:

Met sociale partners in het primair onderwijs heb ik in het convenant
‘LeerKracht van Nederland’ afgesproken de professionele ruimte van
leraren te vergroten. Deze ruimte zal wettelijk verankerd worden.
Managers en leraren kunnen - vooruitlopend op de wettelijke verankering
– al starten met het uitwerken van deze afspraak uit het convenant.
Voorts heb ik ₠ 30 mln. (structureel) beschikbaar gesteld voor
ondersteunend personeel in het primair onderwijs. Hiervoor zijn 2.600
conciërges en administratieve krachten aangesteld. Deze nemen taken uit
handen van schoolleiders en leraren waardoor er meer tijd besteed kan
worden aan (de organisatie van) het onderwijsproces en aan de lestaken.
Verder blijkt uit de eerste aanvraagtermijn van de Lerarenbeurs voor
scholing – een andere maatregel uit het convenant – dat veel
werkgevers bereid zijn ruimte te geven aan de professionele ontwikkeling
van leerkrachten. Mijns inziens zal dit ook een positief effect hebben
op het versterken van de professionele ruimte van de leerkracht. 

4

Vraag:

Bent u bereid deze vragen te beantwoorden vóór de
begrotingsbehandeling van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen?  

Antwoord:

Ja, daartoe ben ik bereid.

1) Aanhangsel Handelingen nr. 654, vergaderjaar 2008-2009 



  DOCPROPERTY _pagina  blad    PAGE  2 /  SECTIONPAGES   \* MERGEFORMAT 
2 

  DOCPROPERTY e_organisatienaam  Ministerie van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap 

  DOCPROPERTY v_adres  Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den
Haag  T   DOCPROPERTY e_telefoon_org  +31-70-412 3456  F   DOCPROPERTY
e_fax_org  +31-70-412 3450  W   DOCPROPERTY e_website_org  www.minocw.nl


  DOCPROPERTY _pagina  blad    PAGE  2 /  SECTIONPAGES   \* MERGEFORMAT 
4 

 

  DOCVARIABLE clausule