Preview document (🔗 origineel)

---

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 december 2008

De Vaste Commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft mij
gevraagd te reageren op de brief van de Stichting Steun Remigranten
(SSR) over problemen met de zorgtoeslag en vaststelling van inkomen van
remigranten. In mijn brief van 7 november heb ik u medegedeeld dat ik
het wenselijk vond mijn antwoord af te stemmen met het Ministerie van
Financiën en dat ik u daarna nader zou informeren. 

Mede namens de Staatssecretaris van Financiën treft u onderstaand mijn
reactie aan op de brief van de Stichting Steun Remigranten. 

In de brief van SSR wordt geklaagd over de wijze van communicatie van de
Belastingdienst met remigranten en het vaststellen van het NiNbi (Niet
in Nederland belastbaar inkomen). De SSR vindt dat in de praktijk het
probleem van de terug te betalen zorgtoeslag kan worden opgelost door
deze terugbetaling te verrekenen met een Nederlandse uitkering.

Communicatie

De Belastingdienst gaat de communicatie met remigranten over de
zorgtoeslag verbeteren. De Sociale Verzekeringsbank, die veel ervaring
heeft met dienstverlening in het buitenland, gaat de Belastingdienst
daarbij helpen. Gedacht wordt om gebruik te maken van de aanwezigheid
van medewerkers bij de sociaal attachés in het buitenland. Deze
medewerkers kunnen bijvoorbeeld toeslaggerechtigden helpen met het
invullen van aanvraag- en wijzigingsformulieren en het NiNbi-formulier
en aan het geven van voorlichting. Daarnaast zullen begeleidende brieven
en folders vertaald gaan worden. De Belastingdienst en de Sociale
Verzekeringsbank zijn momenteel in gesprek met elkaar om hierover voor
het eind van het jaar afspraken te maken. Het College voor
Zorgverzekeringen communiceert met in het buitenland wonende
verdragsgerechtigden reeds in diverse verschillende talen. 

NiNbi

Voor de bepaling van het recht op zorgtoeslag en de door het College van
zorgverzekering vast te stellen eindafrekening voor de verschuldigde
verdragsbijdrage moet worden uitgegaan van het wereldinkomen van de
betrokkene. Daarom vraagt de Belastingdienst jaarlijks aan niet in
Nederland woonachtige burgers om een opgave van hun niet in Nederland
verdiende inkomen. Hiertoe wordt een NiNbi-formulier verzonden aan de
betrokkene. Indien deze het NiNbi-formulier incorrect invult of het
formulier niet terugstuurt aan de Belastingdienst, is dit als een
verzuim te beschouwen. De inspecteur is gehouden om bij verzuim van de
belastingplichtige het wereldinkomen ambtshalve vast te stellen op basis
van de bij hem beschikbare informatie. Deze vaststelling kan tot gevolg
hebben dat de zorgtoeslag wordt stopgezet en al ontvangen zorgtoeslag
moet worden terugbetaald. Het is dus niet zo dat de Belastingdienst
bewust op onjuiste wijze het inkomen vaststelt. De Belastingdienst gaat
uitsluitend bij verzuim van de belastingplichtige om zijn wereldinkomen
op te geven over tot ambtshalve vaststelling. Uiteraard staan voor de
betrokkene de gebruikelijke wettelijke mogelijkheden van bezwaar en
beroep open tegen de ambtshalve vaststelling. 

Verrekenen met een Nederlandse uitkering

Bij de Belastingdienst/Toeslagen is bekend dat er in het buitenland
aanvragers zijn van een zorgtoeslag, die problemen hebben met het
terugbetalen van teveel ontvangen zorgtoeslag. Deze problemen worden
onder andere veroorzaakt door buitenlandse verboden voor de uitvoer van
deviezen, valutaverschillen of hoge kosten die door banken voor de
terugbetaling van de zorgtoeslag in rekening worden gebracht. Om
tegemoet te komen aan deze problemen hebben de Belastingdienst en de
Sociale Verzekeringsbank de principe-afspraak gemaakt, dat op verzoek
van de burger de terug te betalen toeslag verrekend kan worden met een
uitkering van de Sociale Verzekeringsbank. De burger kan daarbij
gebruikmaken van de standaardbetalingsregeling, dat wil zeggen dat de
verrekening uitgesmeerd kan worden over een periode van maximaal 24
maanden. Voor klanten die zorgtoeslag moeten terugbetalen en klant zijn
van de Sociale Verzekeringsbank wordt hiermee voorzien in een oplossing.
Dit is het gros van het aantal gevallen. Een en ander is nog in
voorbereiding. De verwachting is dat voor het eind van het jaar gestart
kan worden met verrekenen.

Ik vertrouw erop dat met de aangegeven verbeteringen de door de SSR
gesignaleerde problemen binnen afzienbare tijd goeddeels zijn opgelost.
De Belastingdienst houdt de SSR op de hoogte van de voortgang van de
uitvoering van de verbeteringen.

De minister van Volksgezondheid,

Welzijn en Sport,

A. Klink