Antwoord op vragen van het lid Van der Ham over de enkele feit constructie in de Awgb
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2008D20654, datum: 2008-12-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: G. ter Horst, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Onderdeel van zaak 2008Z03459:
- Gericht aan: G. ter Horst, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Gericht aan: R.H.A. Plasterk, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Indiener: B. van der Ham, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2008-12-03 14:15: Aanvang middagvergadering: regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2009-10-01 10:30: Procedurevergadering BZK (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (2008-2010)
- 2010-03-04 12:00: Extra-procedurevergadering commissie BZK (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (2008-2010)
- 2010-11-02 16:00: Algemene wet gelijke behandeling (Awgb) (31832) (Algemeen overleg), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
Preview document (š origineel)
Naar aanleiding van de schriftelijke vragen van het lid Van der Ham over de zogenaamde āenkele feitā-constructie in de Algemene wet gelijke behandeling, die werden ingezonden op 30 september 2008 met als kenmerk 2080901550, doe ik u hierbij - mede namens mijn ambtgenoot, de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ā het antwoord toekomen. DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES, Mevrouw dr. G. ter Horst 2008Z03459 / 2080901550 Vragen van het lid Van der Ham (D66) aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de zogenaamde āenkele feitā-constructie in de Algemene wet gelijke behandeling (Awgb) die belemmeringen opwerpt voor homoseksuele leraren en leerlingen in het bijzonder onderwijs. (Ingezonden 30 september 2008) 1 Kent u de conclusie van prof. mr. A. Terlouw en prof. mr. A. Hendriks dat de āenkele feit constructieā van artikel 5 Awgb het ālegitieme doelā en de vereiste evenredigheid ontbeert die volgens de Europese gelijkebehandelingsrichtlijn noodzakelijk zijn? 1) Ja. 2 Wat is uw reactie op de conclusie van de hoogleraren Terlouw en Hendriks dat de ingebrekestelling door de Europese Commissie op het punt van de uitvoering van de gelijkebehandelingsrichtlijn 2), anders dan de Nederlandse regering tot nog toe veronderstelt, wel degelijk een aanpassing vraagt van de āenkele feit constructieā zoals die is neergelegd in artikel 5 van de Awgb? Wat is uw reactie op de conclusie van Terlouw en Hendriks dat de regering de ingebrekestelling van de Europese commissie op dit punt ten onrechte niet serieus neemt? Het kabinet neemt het standpunt van de Europese Commissie zeer serieus. De Commissie heeft in haar āmet redenen omkleed adviesā echter niet de āenkele-feitconstructieā genoemd. In het āmet redenen omkleed adviesā staat dat Nederland naar het oordeel van de Commissie Richtlijn 2000/78/EG niet correct heeft omgezet door: 1. geen correcte algemene definitie van directe of indirecte discriminatie te geven, 2. indirecte discriminatie op grond van leeftijd niet te verbieden, 3. een algemene uitzondering op het discriminatieverbod toe te staan voor particuliere werkverhoudingen, 4. een algemene uitzondering op het discriminatieverbod toe te staan voor rechtsverhoudingen binnen kerkgenootschappen en het geestelijk ambt. Bij de toelichting op het laatstgenoemde punt noemt de Europese Commissie ook het tweede lid van artikel 5 van de Awgb en merkt daarbij op dat dit artikel naar haar oordeel niet duidelijk maakt dat aan de "dubbele test" moet worden voldaan dat het doel legitiem moet zijn en het vereiste evenredig aan dat doel. 3 Vormt deze kritiek voor u aanleiding dit artikel te wijzigen zodat het wel aan de eisen van de gelijkebehandelingsrichtlijn voldoet? Zo neen, waarom niet? In het Kabinetsstandpunt zal worden aangegeven op welke manier wordt gereageerd op het āmet redenen omkleed adviesā van de Europese Commissie. 4 Wat is uw reactie op het advies van de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) n.a.v. deĀ ingebrekestelling van Nederland door de Europese Commissie, waarin de CGB stelt dat artikel 5, derde lid, Awgb, niet overeenstemt met de gelijkebehandelingsrichtlijn en dat wetsaanpassing derhalve geboden is? 3) Zie het antwoord op vraag 3. 5 Bent u bereid om de Raad van State te verzoeken advies uit te brengen over de vraag of artikel 5 Awgb aanpassing behoeft aan de gelijkebehandelingsrichtlijn? Zo neen, waarom niet? Aangezien de enkele-feitconstructie raakt aan de bescherming van grondrechten, is het kabinet voornemens de volgende vraag voor te leggen aan de Raad van State: "Zijn er mogelijkheden, en zo ja welke, om de artikelen van de Awgb waarin de zogenoemde enkele-feitconstructie voorkomt, zodanig aan te passen aan de terminologie en / of de strekking van de Europese richtlijn 2000/78/EG dat de enkele-feitconstructie geschrapt wordt, terwijl de destijds in de Awgb neergelegde balans tussen grondrechten - in het bijzonder de balans tussen het nondiscriminatiebeginsel en de vrijheid van godsdienst en de vrijheid van onderwijs - behouden blijft." 6 Is de āenkele feitā-constructie, zoals geformuleerd in artikel 5 van de Awgb, aan de orde gekomen in de recente gesprekken van de minister van BZK en het ministerie van OCW met de heer Hammarberg, Commissaris voor mensenrechten van de Raad van Europa? Zo ja, welke opvattingen formuleerde de Commissaris voor mensenrechten op dit punt? In het gesprek tussen de minister van BZK en de heer Hammarberg is uiteengezet wat de enkele-feitconstructie inhoudt. De bijeenkomst had een informatief karakter. De heer Hammarberg heeft bij deze gelegenheid nog geen inhoudelijke reactie gegeven. Tussen het ministerie van OCW en het Commissariaat van de mensenrechten van de Raad van Europa is er informatie uitgewisseld. Ook daarbij werd nog geen inhoudelijke reactie gegeven. 7 Vormen de opvattingen die de Commissaris voor mensenrechten van de Raad van Europa aan u kenbaar heeft gemaakt aanleiding dit artikel te wijzigen? Zo neen, waarom niet? Zie het antwoord op vraag 6. 8 Vormen de ingebrekestelling door de Europese Commissie op het punt van de uitvoering van de gelijkebehandelingsrichtlijn, het advies van de Commissie Gelijke Behandeling, de eventuele opvattingen van de Commissaris voor de mensenrechten van de Raad van Europa en de kritiek van Terlouw en Hendriks, tezamen aanleiding om artikel 5 van de Awgb aan te passen? Zo neen, waarom niet? Zie het antwoord op vraag 3. 9 Kent u de volgende passage uit het boek āChristenUnie op het plucheā: āDe ChristenUnie heeft 'gescoord' op punten van bijvoorbeeld (ā¦) de uitzonderingspositie van christelijke scholen betreffende de Algemene Wet Gelijke Behandeling.ā? 4) Ja. 10 Is het waar dat tijdens de coalitieonderhandelingen afspraken zijn gemaakt over de Algemene wet gelijke behandeling en/of het voortbestaan van de āenkele feit constructieā? Nee. 11 Zo ja, welke afspraken zijn gemaakt? Waarom zijn deze niet in het Coalitieakkoord opgenomen? Zie antwoord op vraag 10. 12 Wanneer kan de Kamer de reactie van de regering op de evaluaties van de Awgb tegemoet zien? Het kabinet is voornemens om in december het eerste deel van het kabinetsstandpunt naar uw Kamer te sturen.Ā Het tweede deel zal volgen nadat het advies van de Raad van State is ontvangen. 1) āGebrekkig implementatie algemene gelijkebehandelingsrichtlijn door Nederlandā, NJCM-bulleting, jrg. 33 (2008), nr. 5 2) Brief van de Europese Commissie, 31 januari 2008 3) Advies inzake de ingebrekestelling van Nederland door de Europese Commissie in verband met het niet correct omzetten van Richtlijn 2000/78/EG; Commissie Gelijke Behandeling, maart 2008. 4) Pagina 153 DOCPROPERTY Datum_kop \* MERGEFORMAT Datum DOCPROPERTY Datum \* MERGEFORMAT 8 december 2008 DOCPROPERTY Kenmerk_kop \* MERGEFORMAT DOCPROPERTY Kenmerk \* MERGEFORMAT 2008-0000606988 DOCPROPERTY Rubricering \* MERGEFORMAT DOCPROPERTY Rubricering \* MERGEFORMAT Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 2 van NUMPAGES \* MERGEFORMAT 4 DOCPROPERTY Directie \* MERGEFORMAT DOCPROPERTY Onderdeel \* MERGEFORMAT CZW DOCPROPERTY Bezoekadres \* MERGEFORMAT Schedeldoekshaven 200 2511 EZ Den Haag DOCPROPERTY Postadres \* MERGEFORMAT Postbus 20011 2500 EA Den Haag DOCPROPERTY InternetAdres \* MERGEFORMAT www.minbzk.nl DOCPROPERTY Contactpersoon_kop \* MERGEFORMAT Contactpersoon DOCPROPERTY CPNaam \* MERGEFORMAT mr. M.P. van Haren mr. G.J. Boon DOCPROPERTY T_kop \* MERGEFORMAT T DOCPROPERTY CPTel \* MERGEFORMAT (070) 426 8555/7508 DOCPROPERTY CPEmail \* MERGEFORMAT pauline.haren@minbzk.nl DOCPROPERTY Kenmerk_kop \* MERGEFORMAT DOCPROPERTY Kenmerk \* MERGEFORMAT 2008-0000606988 DOCPROPERTY UwKenmerk_kop \* MERGEFORMAT Uw Kenmerk DOCPROPERTY UwKenmerk \* MERGEFORMAT 2008Z03459 / 2080901550 DOCPROPERTY Bijlagen_kop \* MERGEFORMAT Bijlagen DOCPROPERTY AantalBijl \* MERGEFORMAT 1 DOCPROPERTY Retouradres_kop \* MERGEFORMAT > Retouradres DOCPROPERTY Retouradres \* MERGEFORMAT Postbus 20011 2500 EA Den Haag DOCPROPERTY Rubricering \* MERGEFORMAT DOCPROPERTY Aan \* MERGEFORMAT De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag DOCPROPERTY Datum_kop \* MERGEFORMAT Datum DOCPROPERTY Datum \* MERGEFORMAT 8 december 2008 DOCPROPERTY Onderwerp_kop \* MERGEFORMAT Betreft DOCPROPERTY Onderwerp \* MERGEFORMAT Brief aan Vz Tweede Kamer nav Kamervragen DOCPROPERTY Rubricering \* MERGEFORMAT Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 1 van NUMPAGES \* MERGEFORMAT 4