Antwoord op vragen van de leden Vietsch en Van Vroonhoven-Kok over de Eerste Openluchtschool
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2008D20725, datum: 2008-12-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.H.A. Plasterk, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit PvdA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2008Z06795:
- Gericht aan: R.H.A. Plasterk, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Gericht aan: S.A.M. Dijksma, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Indiener: C.A. Vietsch, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: J.N. van Vroonhoven-Kok, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (š origineel)
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag DOCPROPERTY adres DOCPROPERTY plaats Den Haag DOCPROPERTY _onskenmerk Ons kenmerk DOCPROPERTY _uwbriefvan DOCPROPERTY _uwkenmerk DOCPROPERTY datum 9 december 2008 DOCPROPERTY onskenmerk DCE/85813 DOCPROPERTY uwbriefvan DOCPROPERTY uwkenmerk DOCPROPERTY _onderwerp Onderwerp DOCPROPERTY _bijlage Bijlage(n) DOCPROPERTY onderwerp_fmt voorstel beantwoording kamervragen CDA over scholen in monumentale gebouwen (2008ZO6795/ 2080905180) DOCPROPERTY bijlage_fmt 1 Hierbij ontvangt u mijn antwoorden op de vragen van de leden Vietsch en Van Vroonhoven-Kok (beiden CDA) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw Dijksma, over de Eerste Openluchtschool. (Ingezonden 14 november 2008) de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, dr. Ronald H.A. Plasterk 2008Z06795 / 2080905180 DCE/85787 Vragen van de leden Vietsch en Van Vroonhoven-Kok (beiden CDA) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw Dijksma, over de Eerste Openluchtschool. (Ingezonden 14 november 2008) 1 Bent u bekend met feit dat de Eerste Openluchtschool te Amsterdam van architect Jan Duiker meedingt naar de hoofdprijs van 1 miljoen euro voor restauratie van de Bankgiroloterij? 1) Antwoord Ja, dat is mij bekend, en het is mij ook bekend dat de school de hoofdprijs van ā¬ 1 miljoen gewonnen heeft. 2 Wat is de reden, gezien het feit dat gemeentes verantwoordelijk zijn voor het buitenonderhoud van scholen, dat in dit specifieke geval het budget dat door de gemeente Amsterdam en/of het stadsdeel Oud Zuid is toegewezen aan de school niet toereikend is? Heeft dit te maken met de status van rijksmonument van het pand? Antwoord Alle onderhoudsgelden die sinds de decentralisatie van de onderwijshuisvesting door de Eerste Openluchtschool bij de gemeente zijn aangevraagd, zijn door de gemeenten toegekend. Over de verantwoordelijkheidsverdeling voor het onderhoud merk ik het volgende op. In 1997 is de verantwoordelijkheid voor de onderwijshuisvesting van scholen in het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs gedecentraliseerd naar de gemeenten. Schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor het onderhoud van het gebouw. In grote lijnen wordt het onderhoud dat het schoolbestuur uit de exploitatievergoeding van het Rijk moet betalen wel aangeduid als āonderhoud binnenkantā. Het onderhoud waarvoor het schoolbestuur geld bij de gemeente kan aanvragen wordt aangeduid als āonderhoud buitenkantā. In artikel 92 van de Wet op het Primair Onderwijs is bepaald dat voor bepaalde vormen van, meestal groot, onderhoud jaarlijks door de schoolbesturen aanvragen kunnen worden gedaan bij het gemeentebestuur. Overigens is het niet zo dat er sprake is van een vaststaand onderhoudsbudget voor de schoolgebouwen. Zie hiervoor ook het antwoord bij vraag 6. 3 Kunt u aangeven of de Eerste Openluchtschool bezwaar heeft aangetekend tegen het onderhoudsbudget dat de gemeente ter beschikking stelt en wat de beslissing op dit eventuele bezwaar is geweest? Ā Antwoord De Eerste Openluchtschool heeft geen bezwaar aangetekend, omdat hiervoor geen enkele aanleiding was. Zoals bij het antwoord op vraag 2 is aangegeven is, voor wat betreft het door de gemeente te betalen onderhoud, door het stadsdeel geen drempel opgeworpen en zijn alle voorzieningen, die vanaf de decentralisatie van de onderwijshuisvesting door de school zijn aangevraagd, gehonoreerd. 4 Kunt u aangeven of er meer scholen in Nederland zijn gevestigd in een rijksmonument? Zo ja, kampen deze scholen ook met ontoereikend budget voor onderhoud en hoe worden deze tekorten aangevuld? Antwoord Ja, er zijn ca 110 scholen die in een rijksmonument gehuisvest zijn (situatie begin 2008). Over de problematiek, dan wel mogelijkheden voor scholen die in monumentale gebouwen gevestigd zijn, heb ik mij al eerder gebogen en ik wil deze vraag in die context beantwoorden. Begin 2008 is door OCW opdracht gegeven voor een onderzoek naar scholen die gehuisvest zijn in rijksmonumenten. Dit onderzoek is uitgevoerd door RMIT van de TU Delft (Monumentale schoolgebouwen, een evaluatieonderzoek naar problematiek en mogelijkheden, 2008). De belangrijkste resultaten zijn: een goed planproces bij renovatie van een monument is van groot belang. Door onervarenheid bij opdrachtgevers en door ingewikkelde en langdurige procedures komt dit soms in gevaar. Om monumentale schoolgebouwen goed te onderhouden moeten over het algemeen hogere kosten worden gemaakt. Onderwijskundige ontwikkelingen spelen nauwelijks een rol in de problematiek bij monumentale schoolgebouwen. Integendeel, het grootste deel van de geĆ«nquĆŖteerden vindt het een pluspunt om eigentijds en goed uitgerust onderwijs te kunnen geven in de veelal historische setting van een monumentaal gebouw. Er is een grote mate van tevredenheid over de meerwaarde die het monument oplevert voor de beleving van de school. Uit het onderzoek blijkt dat met instandhouding van monumentale scholen wel hogere kosten gemoeid zijn, maar dat niet dat alle scholen die gehuisvest zijn in een monumentaal schoolgebouw te kampen hebben met tekorten. Wat betreft de hogere kosten kan ik nog aanvullen dat de Monumentenwet 1988 de eigenaar van een monumentale school mogelijkheden biedt via het HYPERLINK "http://www.racm.nl/content/xml_racm/s_brim.xml.asp?toc=n5-1" \l "intrefd216e23#intrefd216e23" Besluit rijkssubsidiĆ«ring instandhouding monumenten (Brim) een beperkte instandhoudingssubsidie aan te vragen. In het Brim is een speciaal artikel opgenomen voor de verdeling van eventuele extra subsidiegelden voor monumenten die een restauratieachterstand hebben. De uitvoering daarvan is afhankelijk van het beschikbaar komen van extra geld. Zo is in de Najaarsnota 2006 ā¬ 140 miljoen extra beschikbaar gesteld . Deze middelen zijn verdeeld via de Regeling rijkssubsidiĆ«ring wegwerken restauratieachterstand (Rrwr) 2007 en de Rrwr 2008. Ook schoolgebouwen konden dus van deze regelingen profiteren. 5 Indien u vraag 4 bevestigend heeft beantwoord, ziet u dan mogelijkheden om deze scholen extra te ondersteunen en zodoende de kwaliteit van onderwijs te waarborgen? Antwoord Zoals ik bij de beantwoording van vraag 4 al opmerkte kampen niet alle scholen in monumentale gebouwen met tekorten. Dat laat onverlet dat ik twee manieren zie waarop ik scholen met een monumentstatus extra kan ondersteunen: ten eerste door het feit dat zij gebruik kunnen maken van subsidieregelingen zoals het Brim en ten tweede wil ik, als vervolg op het onderzoek door RMIT van de TU Delft, een tentoonstelling laten maken met āgood practisesā. Er zijn namelijk scholen die met dezelfde randvoorwaarden het wel voor elkaar krijgen om hun school aan te passen aan de eisen van de moderne tijd, met behoud van de monumentale waarden en het lijkt me een goed idee om de scholen van elkaar te laten leren. Het maken van de tentoonstelling is enigszins vertraagd door de brand en de nasleep daarvan bij TU Delft. 6 Zijn naar uw mening de financiĆ«le middelen die de gemeente Amsterdam en/of het stadsdeel Oud Zuid ter beschikking van deze school stelt in redelijke verhouding ten opzichte van de verdeling van gelden aan de overige scholen in Amsterdam? Zo ja kunt u aangeven of het ook in andere gemeenten voorkomt dat er een onevenredige verdeling van financiĆ«le middelen naar scholen plaatsvindt? Antwoord Voorop moet worden gesteld dat de gemeenten alle scholen op het grondgebied op gelijke voet dient te behandelen. Mede daarom stelt elke gemeente een āVerordening voorzieningen huisvesting onderwijsā op. Aan de hand hiervan stelt de gemeenteraad jaarlijks het huisvestingsprogramma onderwijsgebouwen vast. Daarbij gaat het om het bedrag en de voorzieningen die aan de schoolbesturen worden toegekend. Schoolbesturen kunnen aanvragen indienen om op het huisvestingsprogramma te komen. Alle ingediende aanvragen worden aan de hand van in de verordening vastgestelde criteria geprioriteerd. Hiermee is een eerlijke verdeling van de beschikbare financiĆ«le middelen gewaarborgd. 1) Uitzending Restauratie van de AVRO, 8 november 2008 en Jeugdjournaal, 10 november 2008 DOCPROPERTY _pagina blad PAGE 2 / SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT 2 DOCPROPERTY e_organisatienaam Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap DOCPROPERTY v_adres Rijnstraat 50,Ā Postbus 16375,Ā 2500 BJĀ Den HaagĀ T DOCPROPERTY e_telefoon_org +31-70-412 3456 F DOCPROPERTY e_fax_org +31-70-412 3450 W DOCPROPERTY e_website_org www.minocw.nl DOCPROPERTY _pagina blad PAGE 2 / SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT 6 DOCVARIABLE clausule