[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Klacht inzake een gedetineerde met hiv

Brief regering

Nummer: 2008D21075, datum: 2008-12-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z09002:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 december 2008

Op 22 oktober 2008 vroeg de Commissie Justitie van uw Kamer mij te
reageren op een brief van de Hiv-Verenging Nederland (HVN) die een
klacht van het Belangenoverleg niet-justitiegebonden Organisaties
(BONJO) aan de orde stelt betreffende een gedetineerde met hiv. Naar
aanleiding van de brief van de HVN kan ik u het volgende meedelen.

De HVN stelt dat de betrokken gedetineerde na overplaatsing naar de PI
Vught gedurende vier dagen geen hiv-medicatie heeft gekregen. Navraag
leerde dat de gedetineerde zijn hiv-medicatie na overplaatsing, die eind
juli 2008 plaatsvond, wel degelijk dagelijks heeft gekregen. Wel was er
aanvankelijk onduidelijkheid over het exacte tijdstip van inname,
waardoor hij de eerste twee dagen van zijn verblijf in de PI Vught zijn
hiv-medicatie ’s ochtends enkele uren later dan normaal heeft
ontvangen. Vanaf de derde dag in de PI Vught is hij weer in de
gelegenheid geweest zijn hiv-medicatie op het oude tijdstip in te nemen.
Daar de betrokkene zijn medicatie dagelijks heeft gekregen, hoeft hij
niet te vrezen voor een verhoogde kans op resistentievorming. 

De HVN schrijft dat de gedetineerde hierover een klacht heeft ingediend
bij de lokale Commissie van Toezicht (CvT), maar dat de voorzitter
daarvan de betrokkene niet ontvankelijk heeft verklaard omdat het geen
directiebeleid betrof en er dus geen klacht over ingediend kan worden.
Ook schrijft de HVN dat de gedetineerde aangeeft dat alle gedetineerden
met hiv die met deze problematiek te maken krijgen, geen enkele
mogelijkheid hebben om te klagen en dat het personeel er niet op
adequate wijze mee omgaat. Navraag leerde dat de lokale CvT ten tijde
van de overplaatsing als beleid had om medische klachten
niet-ontvankelijk te verklaren en aan de klager terug te sturen met het
advies de klacht aan de medisch adviseur te zenden. Na dit voorval is de
CvT ertoe overgegaan om medische klachten voortaan zelf aan de medisch
adviseur door te sturen, zoals dit ook bij veel andere CvT’s gebeurt. 

In weerwil van de strekking van de brief bestaat er wel degelijk een
mogelijkheid om te klagen over medische zaken. Dit staat beschreven in
artikel 42 lid 5 van de Penitentiaire Beginselenwet en is uitgewerkt in
artikel 28 en verder van de Penitentiaire Maatregel (PM). Kort gezegd
moet bij klachten over het medisch handelen van de hulpverleners van de
medische dienst eerst een bemiddelingsverzoek aan de medisch adviseur
worden gericht. Indien de bemiddeling niet tot het gewenste resultaat
leidt, kan beroep worden ingesteld bij de Raad voor
Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ). Deze beroepscommissie
doet een uitspraak over de klacht (niet-ontvankelijk, ongegrond of
gegrond) en kan bij een gegronde klacht eventueel een financiële
tegemoetkoming toekennen (zie artikel 33 PM). Daarnaast blijft altijd de
mogelijkheid bestaan tot het indienen van een klacht bij de
tuchtrechter, of, in geval van letselschade, het inschakelen van de
civiele rechter.

Ik zie geen grond voor de vrees van de gedetineerde voor hetgeen hem
vanwege zijn hiv-status verder nog staat te wachten tijdens zijn
detentie. Ik heb geen aanwijzingen dat DJI-personeel niet adequaat
omgaat met hiv-problematiek in het algemeen en de verstrekking van
hiv-medicatie in het bijzonder. Gedetineerden met infectieziekten en
zorgbehoeften zoals hiv krijgen extra aandacht van de medische diensten.
De justitieel geneeskundigen binnen de Nederlandse detentiecentra zijn
professionals en werken volgens de richtlijnen van de
beroepsverenigingen. De behandelend internisten werken volgens de
richtlijnen van de Nederlandse Vereniging van Aidsbehandelaren.
Verpleegkundigen en artsen binnen DJI zijn voldoende opgeleid en zijn
bekend met de gevaren van resistentievorming tegen medicatie; ook tegen
hiv-medicatie. 

De HVN stelt in haar brief ook dat de regelgeving binnen PI’s niet op
orde is waardoor zich onverantwoorde situaties kunnen voordoen, en
verzoekt mij ervoor te zorgen dat de regelgeving zodanig is dat de
positie van gedetineerden met hiv wordt beschermd. De positie van
gedetineerden met hiv wordt op dezelfde wijze beschermd als die van
andere gedetineerden met een chronische aandoening. Mij is niet gebleken
dat de betreffende regelgeving onvoldoende is. 

Ik ben het tot slot eens met de HVN dat wantoestanden rondom de toegang
tot hiv-medicatie binnen PI’s, en andere instellingen die onder mijn
verantwoordelijkheid vallen, moeten worden voorkomen. Dat is waar DJI
dagelijks hard aan werkt. In de onderhavige casus is echter geen sprake
van een wantoestand.

De staatssecretaris van Justitie,

N. Albayrak