[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Sterk over zelfbeeld van jongeren

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2008D21076, datum: 2008-12-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z06863:

Preview document (🔗 origineel)


> Retouradres Postbus 16166 2500 BD  Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA  DEN HAAG

Datum  10 december 2008

Betreft	Kamervragen

Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het kamerlid Sterk
(CDA) over zelfbeeld van jongeren (2080905320).

Hoogachtend, 

de Minister voor Jeugd en Gezin,

mr. A. Rouvoet

Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Sterk over zelfbeeld
jongeren.

(2080905320)

1

Heeft u kennisgenomen van de berichten “Jeugd vindt zichzelf veel te
verwend” en “Narcist voelt zich snel tekort gedaan”? 1) Deelt u de
mening dat de uitkomsten van dit onderzoek des te meer relevant zijn, nu
jongeren van zichzelf en hun leeftijdsgenoten zeggen dat zij teveel
eisen en te weinig rekening houden met anderen?

1

Ja, ik heb kennisgenomen van de berichtgeving. Het feit dat jongeren
over zichzelf aangeven teveel met zichzelf bezig te zijn en zich te
weinig betrokken te voelen bij de samenleving, toont aan dat zij zich
ervan bewust zijn en dat zij vinden dat het wellicht anders zou moeten
zijn. Dit verbaast me overigens niet nu ik uit mijn contacten met
jongeren en met de Nationale Jeugdraad de indruk krijg dat er een grote
groep jongeren is die bereid is om zich in te zetten voor een ander of
de samenleving als geheel. 

2

Hoe beoordeelt u de uitkomsten van het TNS NIPO- onderzoek in het licht
van het onderzoek van onderzoekbureau Motivaction, waaruit blijkt dat
Ă©Ă©nderde van de bevolking gezien kan worden als “buitenstaander”,
omdat zij zich nauwelijks verbonden voelt met de samenleving?

2

De uitkomsten van beide onderzoeken kunnen gezien worden in het licht
van de individualisering van de samenleving. Mensen, zowel jongeren als
volwassenen, zijn steeds meer op zichzelf aangewezen. Ook het
briefrapport van de RMO ‘Versterken van de village’, september 2008,
duidt hierop. Het is met andere woorden hoog tijd dat opnieuw een impuls
wordt gegeven aan de sociale omgeving rond jeugd en gezin. Met de extra
middelen uit de motie Slob c.s. (TK 2008-2009, 31 700, nr. 17)  voor het
vrijwilligerswerk wil ik hieraan invulling geven. 

Daarnaast komt het kabinet binnenkort met een Handvest verantwoordelijk
burgerschap. Hiermee wil het kabinet burgers aanmoedigen en toerusten om
te werken aan sociale samenhang. Het handvest zal dienen als aftrap voor
gesprekken in de samenleving en is de neerslag van gedeelde basiswaarden
ofwel rechten en daar tegenover staande plichten. Alleen in het
samenspel van burgers onderling en met de overheid kan sociale samenhang
in een democratische setting worden bereikt.

3

Deelt u de visie dat hier opnieuw uit blijkt dat het noodzakelijk is om
bij de opvoeding niet alleen aandacht voor individuele ontplooiing maar
ook voor burgerschapswaarden te hebben?

3

Zoals bij de behandeling van de begroting voor Jeugd en Gezin op 11 en
12 november 2008 aangegeven deel ik uw mening dat het van belang is dat
waarden om goed als burger te functioneren een belangrijke rol spelen in
de opvoeding. Een actieve betrokkenheid bij de maatschappij en de naaste
omgeving, positief gedrag en burgerschap worden in mijn beleidsprogramma
expliciet genoemd als Ă©Ă©n van de vijf ontwikkelingsvoorwaarden, die we
aan elk kind willen meegeven, te weten een ‘steentje bijdragen aan de
maatschappij’.  

4

Hoe verhoudt zich de uitkomst van dit onderzoek met het mede door u
onderschreven Triple P-programma, waarbij onder andere het stimuleren
van een positief zelfbeeld uitgangspunt is?

4

Triple P wijst op belang van een positief opvoedingsklimaat en een goede
opvoeding om kinderen te laten opgroeien tot evenwichtige volwassenen.
Het ontwikkelen van zelfvertrouwen en een positief, maar ook
realistisch, zelfbeeld is onderdeel hiervan. Het gaat om meer dan
individuele ontplooiing. Het Triple P programma hecht veel belang aan
een goede sociale aanpassing van kinderen. Daarbij horen vaardigheden
als goed kunnen communiceren en samenwerken met anderen, anderen kunnen
respecteren en gevoelens leren uiten op een passende manier.  

5

Bent u voornemens de uitkomsten van het onderzoek te betrekken bij de
uitrol van de opvoeddebatten en de nota over jeugdcultuur?  

5

Ja, zoals aangegeven bij de begrotingsbehandeling van Jeugd en Gezin op
11 en 12 november 2008 vind ik burgerschap zeker een thema om bij de
opvoeddebatten aan de orde te stellen. Uiteraard hebben ook scholen een
belangrijke rol in het bijbrengen van burgerschapswaarden bij jeugdigen,
bijvoorbeeld in het verlengde van de maatschappelijke stage. 

In de nota over jeugdcultuur wordt aandacht besteed aan het
‘meedoen’ van jongeren aan de samenleving en de rol van de sociale
omgeving of om met de RMO te spreken ‘de village’ bij de opvoeding
en ontwikkeling van jongeren.

1) de Volkskrant, 13 november 2008

Bezoekadres:

Parnassusplein 5

2511 VX  DEN HAAG

T	070 340 50 30

F	070 340 78 34

www.jeugdengezin.nl

Ons kenmerk

JZ-K-U-2895615

Bijlagen

1

Uw brief

18 november 2008

Correspondentie uitsluitend richten aan het retouradres met vermelding
van de datum en het kenmerk van deze brief.