Antwoord op vragen van het lid Çörüz over agressie en geweld tegen de politie
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2008D21316, datum: 2008-12-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: G. ter Horst, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Onderdeel van zaak 2008Z06802:
- Gericht aan: G. ter Horst, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Indiener: C. Çörüz, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de schriftelijke vragen die zijn gesteld door het lid Çörüz (CDA) over agressie en geweld tegen de politie. Deze vragen werden ingezonden op 14 november 2008 met kenmerk 2008Z06802 / 2080905230. DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES Mevrouw dr. G. ter Horst 2008Z06802 / 2080905230 Vragen van het lid Çörüz (CDA) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over agressie en geweld tegen de politie. (Ingezonden 14 november 2008) 1 Heeft u kennisgenomen van het bericht over de presentatie van het rapport ‘Agressie en geweld tegen politiemensen in de basispolitiezorg’? 1) Antwoord Ja 2 Deelt u de mening dat de uitkomsten van het onderzoek, waaronder een stijging van 600% van het aantal beledigingen van politieambtenaren en negen van de tien agenten worden geconfronteerd met burgergeweld, ernstig is? Antwoord Ja, elke vorm van geweld gericht tegen medewerkers met een publieke taak, waaronder de politie vind ik ernstig en onacceptabel. 3 Bent u bereid, na kennisname van dit onderzoek, de Polaris-richtlijn van het OM aan te scherpen? Antwoord Zoals wij u hebben gemeld in onze brief van 26 oktober 2006 (Kamerstuk 2006-2007, 28 684, nr. 100), heeft het College van procureurs-generaal de richtlijn Kader voor de strafvordering aangepast en kan de strafeis in zaken waarbij geweld wordt gepleegd tegen een persoon tijdens of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn beroep, met 100% worden verhoogd. Deze richtlijn wordt momenteel geëvalueerd. Zoals aangegeven tijdens het wetgevingsoverleg van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Justitie inzake politie op 10 november jongstleden, worden de resultaten van deze evaluatie tezamen met de onderzoeksresultaten van het rapport ‘Bont en Blauw’ over de wijze waarop zaken van agressie en geweld tegen politiefunctionarissen in het opsporings- en vervolgingsproces zijn behandeld, begin 2009 aan uw Kamer toegezonden, voorzien van een gezamenlijke beleidsreactie. Ik verwijs u tevens naar het antwoord op vraag 3 van de leden Çörüz en Van Haersma Buma over onvoorwaardelijke gevangenisstraf in geval van bedreiging en mishandeling tegen politieagenten en andere hulpverleners (vraagnummer 2008Z04846 / 2080903380). 4 Heeft de politie als bewakers van de veiligheid in de samenleving ook voldoende mogelijkheden om zichzelf te beschermen in de uitoefening van haar taak? Zo ja, hoe verklaart u dan de cijfers van het onderzoek? Zo neen, bent u bereid om die mogelijkheden uit te breiden? Antwoord In zijn algemeenheid kan gesteld worden dat de politie op dit moment voldoende mogelijkheden heeft om zichzelf te beschermen. Er wordt bij voortduring gezocht naar verbeteringen hierop. Op dit moment een onderzoek gaande naar de effecten van de Regeling Toetsing Geweldsbeheersing. Deze regeling beschrijft aan welke eisen politiemensen moeten voldoen om gebruik te mogen maken van de beschikbare geweldsmiddelen. De resultaten van dit onderzoek wil ik eerst afwachten. Uit het door u geciteerde rapport is niet af te leiden dat het hier gaat om een absolute toename van geweld gericht tegen de politie. Onderzoekers merken op dat aandacht voor dit onderwerp, het aanscherpen van het beleid, een lagere tolerantiegrens en een betere registratie redenen kunnen zijn van deze hoge stijging. 5 Bent u bereid deze vragen vóór het begrotingsdebat Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van volgende week te beantwoorden? Antwoord Gelet op korte termijn van beantwoording is dat niet mogelijk gebleken. Mijn reactie op het onderzoeksrapport zend ik u voor het eind van 2008 toe. 1) ‘Vuile tyfusagent’, de Volkskrant, 13 november 2008 DOCPROPERTY Datum_kop \* MERGEFORMAT Datum DOCPROPERTY Datum \* MERGEFORMAT 10 december 2008 DOCPROPERTY Kenmerk_kop \* MERGEFORMAT Kenmerk DOCPROPERTY Kenmerk \* MERGEFORMAT 2008-0000598171 DOCPROPERTY Rubricering \* MERGEFORMAT DOCPROPERTY Rubricering \* MERGEFORMAT Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 2 van NUMPAGES \* MERGEFORMAT 3 DOCPROPERTY Directie \* MERGEFORMAT Directie Arbeidszaken Publieke Sector DOCPROPERTY Onderdeel \* MERGEFORMAT Programma Veilige Publieke Taak DOCPROPERTY Bezoekadres \* MERGEFORMAT Schedeldoekshaven 200 2511 EZ Den Haag DOCPROPERTY Postadres \* MERGEFORMAT Postbus 20011 2500 EA Den Haag DOCPROPERTY InternetAdres \* MERGEFORMAT www.minbzk.nl DOCPROPERTY Contactpersoon_kop \* MERGEFORMAT Contactpersoon DOCPROPERTY CPNaam \* MERGEFORMAT Sjaak Krombeen DOCPROPERTY T_kop \* MERGEFORMAT T DOCPROPERTY CPTel \* MERGEFORMAT (070) - 426 6686 DOCPROPERTY CPEmail \* MERGEFORMAT DOCPROPERTY Kenmerk_kop \* MERGEFORMAT Kenmerk DOCPROPERTY Kenmerk \* MERGEFORMAT 2008-0000598171 DOCPROPERTY UwKenmerk_kop \* MERGEFORMAT DOCPROPERTY UwKenmerk \* MERGEFORMAT DOCPROPERTY Bijlagen_kop \* MERGEFORMAT DOCPROPERTY AantalBijl \* MERGEFORMAT DOCPROPERTY Retouradres_kop \* MERGEFORMAT > Retouradres DOCPROPERTY Retouradres \* MERGEFORMAT Postbus 20011 2500 EA Den Haag DOCPROPERTY Rubricering \* MERGEFORMAT DOCPROPERTY Aan \* MERGEFORMAT Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag DOCPROPERTY Datum_kop \* MERGEFORMAT Datum DOCPROPERTY Datum \* MERGEFORMAT 10 december 2008 DOCPROPERTY Onderwerp_kop \* MERGEFORMAT Betreft DOCPROPERTY Onderwerp \* MERGEFORMAT Beantwoording van Kamervragen 2008Z06802 / 2080905230 DOCPROPERTY Rubricering \* MERGEFORMAT Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 1 van NUMPAGES \* MERGEFORMAT 3