Preview document (🔗 origineel)

---

Datum

11 december 2008

Onderwerp

Beantwoording Kamervragen van het lid De Wit (SP) inzake de audiovisuele
registratie van de verhoren van minderjarige verdachten



In antwoord op uw brief van 6 oktober 2008, deel ik u mee dat de vragen
van het lid De Wit (SP) van uw Kamer over de audiovisuele registratie
van de verhoren van minderjarige verdachten (ingezonden 3 oktober 2008)
worden beantwoord zoals aangegeven in de bijlage bij deze brief.



De Minister van Justitie,

	

2080901820

Vragen van het lid De Wit (SP) aan de Minister van Justitie over
audiovisuele registratie van de verhoren van minderjarige verdachten.
(Ingezonden 3 oktober 2008)

1.

Hoe kan het dat in de strafzaak tegen drie minderjarige verdachten van
brandstichting de verhoren niet audiovisueel zijn vastgelegd, terwijl
het sinds oktober 2006 verplicht is verhoren van personen onder de 16
jaar altijd audiovisueel te registreren?

2.

Heeft u de indruk dat de politie en het Openbaar Ministerie (OM) goed op
de hoogte zijn van het feit dat het verplicht is verhoren van
minderjarigen op te nemen? Zo niet, wat gaat u doen om deze verplichting
(beter) bekend te maken bij de politie en het OM?

Antwoord op de vragen 1 en 2.

In het kader van een onderzoek naar brandstichting op 10 november 2007
in een sporthal te Klazienaveen, gemeente Emmen, hebben de medewerkers
van de (basispolitiezorg van de) regiopolitie Drenthe op 4 en 5 december
2007 een viertal minderjarige verdachten aangehouden en verhoord. Op 4
december vond het verhoor van twee minderjarige verdachten plaats. Dit
eerste verhoor is niet audiovisueel geregistreerd (AVR), omdat de
medewerkers van de politie zich niet hebben gerealiseerd dat AVR van de
verdachten in dit geval verplicht was.

’s Avonds is tijdens het teamoverleg vastgesteld dat het verhoor van
de minderjarige verdachten audiovisueel had moeten worden vastgelegd. Op
5 december zijn twee andere minderjarige verdachten in dezelfde zaak
aangehouden, waarvan het verhoor ook niet AV is geregistreerd. De reden
hiervan was dat op dat moment in Emmen de verhoorruimte met de
mogelijkheid voor AVR in gebruik was voor lopende zedenonderzoeken,
terwijl de minderjarige verdachten wel op korte termijn verhoord moesten
worden in verband met de tijdige voorgeleiding voor de
rechter-commissaris. Men heeft nagelaten te onderzoeken of er elders in
Nederland wel capaciteit was. Na de voorgeleiding van de verdachten bij
de rechter-commissaris op 6 december 2007 is door de teamleider en de
recherchechef van de regiopolitie Drenthe vastgesteld dat de verdachten
niet conform de Aanwijzing “auditief en audiovisueel registeren van
verhoren van aangevers, slachtoffers/getuigen en verdachten” waren
verhoord. De verhoren die na 6 december 2007 hebben plaatsgevonden zijn
vervolgens wél audiovisueel vastgelegd. Hierbij is gebruik gemaakt van
een voor AVR ingerichte verhoorstudio op een ander politiebureau. 

Inmiddels is de inhoud van de Aanwijzing nogmaals uitdrukkelijk onder de
aandacht gebracht van de medewerkers (van de basispolitiezorg) van de
regiopolitie Drenthe.

3. 

Is het waar dat er een gebrek is aan opnamecapaciteit, gelet op het
verweer van de officier van justitie dat niet aan de verplichting
audiovisuele opname van de verhoren is voldaan omdat niet telkens
opnameapparatuur beschikbaar was? Zo ja, hoe kan dit? Wat gaat u doen om
dit op te lossen?

Antwoord op vraag 3

Er is voldoende opnamecapaciteit voor de verplichte categorieën
personen, waaronder ook het verhoor van minderjarige verdachten. 

  IF   REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT     = " " "

" "

  REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT  Test  

"   

 

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Bestuurlijke en Juridische Zaken

Datum

11 december 2008

Ons kenmerk

  REF dvRefGegevensOnsKenmerk \* MERGEFORMAT  5574437/08 

  REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT    	Pagina   PAGE \*
MERGEFORMAT  3  van   SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT  3  



Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Bestuurlijke en Juridische Zaken

Schedeldoekshaven 100

2511 EX  Den Haag

Postbus 20301

2500 EH  Den Haag

www.justitie.nl

Ons kenmerk

5574437/08

Uw kenmerk

2080901820

Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden.

Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen.

 	  IF   SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT  3 > 1"Pagina   PAGE \* MERGEFORMAT
 1  van   SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT  3  " " "  Pagina 1 van 3   



> Retouradres Postbus 20301 2500 EH  Den Haag

de Voorzitter van de Tweede Kamer 

der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EH  DEN HAAG