[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Griffith over een plaatsvervangend korpschef die belagers van agenten strenger wil straffen

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2008D21713, datum: 2008-12-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2008Z05145:

Preview document (🔗 origineel)


2008Z05145 / 2080903690

Vragen van het lid Griffith (VVD) aan de ministers van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie over een plaatsvervangend
korpschef die belagers van agenten strenger wil straffen. (Ingezonden 27
oktober 2008)

Vraag 1

Kent u het artikel ‘Politie-topman wil belagers agenten strenger
straffen’? 1)

Antwoord

Ja. 

Vraag 2

Wat vindt u van de oproep van de plaatsvervangend korpschef van de
gemeente Haaglanden om mensen die een agent of ambulancemedewerker te
lijf gaan, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen? 

Antwoord

Voor het antwoord wordt  verwezen naar ons antwoord op vraag 3 en 4 van
de leden Çörüz  en van Haersma Buma over onvoorwaardelijke
gevangenisstraf in geval van bedreiging en mishandeling van
politieagenten en andere hulpverleners (vraagnummer 2008Z04846 /
2080903380).

Vraag 3

Bent u het met de plaatsvervangend korpschef eens dat het effect van
onvoorwaardelijke gevangenisstraffen meer zal afschrikken dan een
geldboete of een taakstraf en dat hierdoor het geweld tegen
hulpverleners zal afnemen?

Antwoord

Ook hier verwijzen wij naar antwoord op vraag 3 van de leden Çörüz en
Van Haersma Buma over onvoorwaardelijke gevangenisstraf in geval van
bedreiging en mishandeling van politieagenten en andere hulpverleners
(vraagnummer 2008Z04846 / 2080903380).

De straffen die in dit soort gevallen dienen te worden gevorderd zijn
mede afhankelijk van de ernst van het geweld en dienen daartoe ook in
verhouding te staan. Daarom bestaat geen reden in geval van dit soort
delicten minder zware sancties categorisch uit te sluiten.

Dat bedreiging van deze beroepsgroepen niet wordt getolereerd, wordt
terecht breed gedragen. Wij verwijzen in dit verband ook naar het
programma Veilige Publieke taak van het Ministerie van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties. Het programma richt zich op het voorkomen
van agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak, het
helpen van werkgevers bij het beschermen van hun publieke taak en hun
werknemers en het aanpakken van daders. Uitgangspunt bij het laatste is
dat altijd een reactie volgt als een dader een werknemer met een
publieke taak agressief bejegent of geweld aandoet. Dit betekent dat de
pakkans moet worden vergroot, zodat de dader verantwoordelijk wordt
gesteld voor het agressieve gedrag en daarnaast –voorzover mogelijk-
financieel aansprakelijk wordt gesteld voor de schade die hieruit
voortvloeit. 

Vraag 4

Ziet u aanleiding om de Polaris-richtlijn en de verhoging van de
strafmaat aan te passen conform het voorstel van de plaatsvervangend
korpschef?

Antwoord

Zoals wij u hebben gemeld in onze brief van 26 oktober 2006 (Kamerstuk
2006-2007, 28 684, nr. 100), heeft het College van procureurs-generaal
de richtlijn Kader voor de strafvordering aangepast en kan de strafeis
in zaken waarbij geweld wordt gepleegd tegen een persoon tijdens of ter
zake van de rechtmatige uitoefening van zijn beroep, met 100% worden
verhoogd. Deze richtlijn wordt momenteel geëvalueerd. Zoals aangegeven
tijdens het wetgevingsoverleg van het ministerie van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties en Justitie inzake politie op 10 november
jongstleden, worden de resultaten van deze evaluatie tezamen met de
onderzoeksresultaten van het rapport ‘Bont en Blauw’ over de wijze
waarop zaken van agressie en geweld tegen politiefunctionarissen in het
opsporings- en vervolgingsproces zijn behandeld, begin 2009 aan uw Kamer
toegezonden, voorzien van een gezamenlijke beleidsreactie.

. 

Ik verwijs u tevens naar het antwoord op vraag 3 van de leden Çörüz
en Van Haersma Buma over onvoorwaardelijke gevangenisstraf in geval van
bedreiging en mishandeling tegen politieagenten en andere hulpverleners
(vraagnummer 2008Z04846 / 2080903380).

1) Algemeen Dagblad, 23 oktober 2008

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden
Çörüz en Van Haersma Buma (beiden CDA), ingezonden 22 oktober
(vraagnummer 2008Z04846 / 2080903380)