[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Voorstel verduidelijking procedure subsidiariteitstoets TGCS

Brief commissie

Nummer: 2008D21777, datum: 2008-12-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z09385:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)




Aan de voorzitter van de Tijdelijke Gemengde Commissie
Subsidiariteitstoets, de heer J.J. van Dijk









Plaats en Datum	Den Haag,	26 januari 2009

Betreft	Voorstel verduidelijking procedure subsidiariteitstoets

Ons kenmerk	08-EU-B-53

Uw kenmerk

	Uw brief van

	In afschrift aan

	Bijlagen	Stroomschema





	Geachte heer Van Dijk,

Sinds deze zomer heeft de Tijdelijke Gemengde Commissie
Subsidiariteitstoets (TGCS) haar werkwijze aangepast om de inhoudelijke
betrokkenheid van de vakcommissies van beide Kamers bij de
subsidiariteitstoets te vergroten. In plaats van zelf een advies ter
goedkeuring voor te leggen aan de vakcommissies, vraagt de TGCS deze
commissies nu om een gemotiveerd advies. Zoals beoogd, draagt de
aanpassing bij aan een vroegtijdige betrokkenheid van de vakcommissies.
De adviezen van de TGCS - en hiermee de oordelen van de Kamers - krijgen
hierdoor een ander karakter: minder technisch en meer politiek. Dit is
een positieve ontwikkeling die de groeiende betrokkenheid van de
Staten-Generaal bij het Europese besluitvormingsproces onderstreept. 

Tegelijkertijd brengt deze nieuwe dynamiek aan het licht dat de
procedure voor de subsidiariteitstoets aanleiding kan geven tot
onduidelijkheden bij de diverse betrokkenen, ook omdat deze niet in alle
mogelijke uitkomsten voorziet.

Dit speelt met name bij de vakcommissies in het geval de TGCS niet tot
een oordeel komt of dit oordeel afhankelijk stelt van additionele
informatie van de Europese Commissie en/of de regering. Verder speelt
het bij de Europese instellingen, onder meer naar aanleiding van de van
overige nationale parlementen afwijkende adressering van de oordelen van
de Staten-Generaal. Tot slot speelt het bij de Nederlandse regering en
in het bijzonder bij de Nederlandse onderhandelaars te Brussel voor
zover zij in de Raad worden verrast door het oordeel van de
Staten-Generaal.

De vaste commissie voor Europese Zaken (EuZa) wil de TGCS daarom
voorstellen om de subsidiariteits-procedure op een aantal punten te
verduidelijken. In dit kader heeft de commissie EuZa hoger genoemde
knelpunten besproken en de volgende voorstellen geformuleerd om deze weg
te nemen. Deze voorstellen zijn tevens verwerkt in bijgevoegd
stroomschema van de toepassing van de subsidiariteitstoets in de Tweede
Kamer.

 

Subsidiariteitsoordelen van de Staten-Generaal of van de individuele
Kamers worden geadresseerd aan de afzender van het betreffende voorstel,
de Europese Commissie. De Raad, het Europees Parlement, de parlementen
van de overige lidstaten en het COSAC-secretariaat ontvangen een
afschrift, dat ook als zodanig is gekenmerkt.

Tegelijk dan wel zo spoedig mogelijk na verzending van een
subsidiariteitsoordeel in het Nederlands wordt een Engelse vertaling
gestuurd.

De regering ontvangt tegelijkertijd met de hogergenoemde
instellingen/instituties een afschrift van een subsidiariteitsoordeel.

Indien de Staten-Generaal op basis van de beschikbare informatie (nog)
niet tot een oordeel kan komen en nadere informatie van de Europese
Commissie wordt verlangd, dient dit in de correspondentie expliciet te
worden vermeld. Hierbij dient - zo mogelijk - duidelijk te worden
aangegeven of en in hoeverre de verdere besluitvorming en (dus) het
subsidiariteitsoordeel afhankelijk is van ontvangst van deze informatie.

Informatieverzoeken aan de regering dienen los te staan van
informatieverzoeken aan de Europese Commissie.

De TGCS-stukkenstroom dient transparant te worden gemaakt voor de
vakcommissies door deze aan te passen aan de werkwijze van de
betreffende Kamer. In het geval van de Tweede Kamer betekent dit dat
stukken worden opgenomen in Parlis en dat dossiers worden aangelegd op
de TGCS-pagina op intranet/Plein 2.

Indien de TGCS-procedure na uiterlijk acht weken niet tot een oordeel
leidt, kunnen Kamercommissies er voor kiezen hun advies over een bepaald
wetgevend voorstel van de Europese Commissie - na vaststelling door de
plenaire vergadering - uit naam van de betreffende Kamer aan de Europese
Commissie te sturen.

Overigens zij voor de goede orde benadrukt, dat het niet de bedoeling is
de huidige procedure, zoals weergegeven in Kamerstuk 30 389, nr. 1, te
veranderen. In dit verband wil ik er tevens op wijzen dat een aantal van
deze voorstellen codificeren wat ondertussen in de praktijk reeds vorm
heeft gekregen. Zo hebben beide Kamers inmiddels zelfstandig een
subsidiariteitsoordeel over de beschikking kritieke infrastructuur
(CIWIN), Kamerstuk 31 785 E, aan de Europese Commissie gestuurd, nadat
de verantwoordelijke commissies van de Tweede en de Eerste Kamer het
niet eens konden worden over een gezamenlijk oordeel.

 

Namens de commissie EuZa wil ik u deze voorstellen van harte aanbevelen.
Ik zie uw reactie dan ook met belangstelling tegemoet.



Hoogachtend,





Harm-Evert Waalkens 

voorzitter vaste commissie voor Europese Zaken







  



  DocProperty "Dienst"  DCO InternationaalĀ enĀ RuimtelijkĀ beleid

vaste commissie voor Europese Zaken 



Betreft	Voorstel verduidelijking procedure subsidiariteitstoets

Kenmerk	09-EU-B-004



	Vervolg Brief

	Bladzijde	  PAGE  2 



  



DCO InternationaalĀ enĀ RuimtelijkĀ beleid

vaste commissie voor Europese Zaken





Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Lange Poten 4

Den Haag

Postbus 20018

2500 EA Den Haag

Tel:	2024

Fax:





E-mail:	cie.eu@tweedekamer.nl

www.tweedekamer.nl