[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden Mei Li Vos en Van Dam over een langere bedenktijd bij telefonische verkoop

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2008D21873, datum: 2008-12-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.DOC), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z06803:

Preview document (🔗 origineel)


Bijgaand zend ik u de beantwoording van de vragen van de leden Vos en
Van Dam (beiden PvdA) over een langere bedenktijd bij telefonische
verkoop, nr. 2008Z06803/ 2080905240, ingezonden 14 november 2008.

1

Heeft u kennisgenomen van het verzoek van de Ombudsman om de bedenktijd
voor ouderen bij de telefonische verkoop van producten en diensten te
verlengen van zeven werkdagen naar drie maanden?

Antwoord

Ja.

 

2

Deelt u de mening dat naast de kwetsbare ouderen vaak ook de gewone
consumenten slachtoffer kunnen worden van ongewenste telefoonverkoop? 
Zo neen, waarom niet?

Antwoord

Ja.

3, 5 en 6

Bent u het met het voorstel van de Ombudsman eens dat de bedenktijd na
telefonische verkoop (‘koop op afstand’) van in ieder geval diensten
verlengd zou moeten worden? Kunt u ook aangeven wat u van de suggestie
van de Ombudsman vindt om uit te gaan van een bedenktijd van drie
maanden en om diezelfde bedenktijd ook te laten gelden voor producten? 

Ziet u het voorstel van de Ombudsman als een aanvulling op ons voorstel
om de voicelog-bepaling aan te passen, zoals gevraagd en toegezegd bij
de begrotingsbehandeling van het ministerie van Economische Zaken op 22
en 23 oktober 2008?

Wanneer kan de Kamer het voorstel voor aanpassing van de voice-log
bepalingen tegemoet zien?

Antwoord 

Bij het telefonisch afsluiten van een overeenkomst gelden de voorwaarden
die volgen uit de Europese Richtlijn Verkoop op Afstand (Plb.EU
04/06/1997, L144, Richtlijn 97/7/EG, bescherming van de consument bij op
afstand gesloten overeenkomsten). De bepalingen uit deze richtlijn heeft
Nederland geïmplementeerd in Boek 7, Titel 1, Afdeling 9A van het
Burgerlijk Wetboek. Onderdeel van deze wettelijke bepalingen is het
herroepingsrecht. 

Het herroepingsrecht geeft de consument die op afstand een overeenkomst
sluit de mogelijkheid deze overeenkomst zonder opgave van redenen te
ontbinden. Deze bedenktermijn bestaat enerzijds omdat de consument het
product dat hij afneemt niet kan zien voor de aankoop en anderzijds om
de consument te beschermen tegen onverwachte telefoontjes en
overrompeling waardoor de consument wellicht niet weet dat hij een
contract heeft gesloten.

De regels inzake verkoop op afstand maken deel uit van de herziening van
het zogenoemde consumentenacquis. Op 8 oktober jl. heeft de Commissie
een voorstel voor een nieuwe kaderrichtlijn consumentenrechten
gepubliceerd. Deze kaderrichtlijn zal de komende tijd onderwerp van
onderhandelingen en besprekingen zijn in Brussel. Om de Nederlandse
inzet in Brussel te bepalen zal ik samen met mijn collega, de minister
van Justitie, nauw overleg voeren met belangenorganisaties. Het kabinet
heeft hiervoor inmiddels ook een adviesaanvraag bij de Commissie
Consumentenaangelegenheden van de Sociaal Economische Raad (SER)
neergelegd.

Eén van de voorstellen van de Europese Commissie is de huidige
bedenktermijnen voor koop op afstand en colportage te uniformeren en te
verlengen naar veertien dagen. Ik sta open voor een verlenging van de
bedenktermijn en zal de komende tijd in overleg met belangenorganisaties
bekijken welke termijn gekozen moet worden. Daarbij zal ik ook het
voorstel van de Stichting de Ombudsman in ogenschouw nemen en bezien of
het wenselijk is een verschillend regime te hanteren voor diensten en
producten.

Ik wil overigens nu al opmerken dat een bedenktermijn van bijvoorbeeld
drie maanden mij niet werkbaar lijkt. In de eerste plaats kan ik mij
niet voorstellen dat consumenten drie maanden nodig hebben om te bepalen
of het toegezonden product of de af te nemen dienst inderdaad door hen
gewenst is en aan de verwachtingen voldoet. In de tweede plaats zou dit
betekenen dat bedrijven drie maanden in onzekerheid zijn wat betreft de
vraag of een afnemer wel of niet op het aanbod is ingegaan. Dit lijkt
mij niet gewenst.

Daarnaast zal ik onderzoeken hoe de huidige regelgeving in de praktijk
werkt. Zoals ik u heb toegezegd tijdens de behandeling van het
wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaten van het ministerie van
Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2009 (Kamerstuk 31700-XIII) op 23
oktober jl. zal ik hierbij ook de mogelijkheid van het wettelijke
verplichten van het gebruik van een voicelog welwillend bezien. Ik zal u
over de uitkomst schriftelijk informeren.

De wettelijke bepalingen voor verkoop op afstand hebben al geruime tijd
mijn aandacht. Ik wil benadrukken dat de consument op dit moment met
bovengenoemde regelgeving al goed is beschermd wanneer deze op afstand
een overeenkomst sluit. Met de recent in werking getreden wet Oneerlijke
Handelspraktijken is daar extra bescherming bijgekomen omdat deze wet
misleidende en agressieve verkooppraktijken verbiedt. 

Verder zal het centrale 'bel-me-niet' register (verankerd in de
Telecommunicatiewet) een betere bescherming voor consumenten tegen
verkoop via de telefoon bieden. De telemarketeers - adverteerders en
call centers - zijn, nu op basis van vrijwilligheid en vanaf medio 2009
wettelijk, verplicht het centrale register te raadplegen, alvorens
telefonisch (potentiële) klanten te benaderen. Door verplichte
raadpleging van dit register worden consumenten die zich hebben
aangemeld, niet meer benaderd via de telefoon voor commerciële, ideële
of charitatieve doeleinden. Consumenten die zich kwetsbaar achten bij
telefonische verkoop van producten en of diensten zullen zich dus in de
toekomst van aanbiedingen via dit verkoopkanaal kunnen uitsluiten.

4

Wat vindt u van het idee om onderscheid te maken tussen telefonische
verkoop enerzijds op initiatief van de consument en anderzijds op
initiatief van de aanbieder?

Antwoord

De huidige regelgeving inzake verkoop op afstand kent dit onderscheid
bewust niet. Ook een consument die zelf belt naar een aanbieder van een
product of een dienst heeft mijns inziens recht op bescherming. Deze
consument ziet immers het product dat hij koopt niet of kan aan de
telefoon verrast of overrompeld worden door de aanbieder. Daarnaast wil
ik ook de consument die zelf belt niet het recht ontzeggen, zich na het
sluiten van de overeenkomst te verdiepen in de (algemene) voorwaarden
die aan het product of de dienst zijn verbonden. 

(w.g.)	drs. F. Heemskerk

 Algemeen Dagblad, 11 november 2008

Volgvel minute

 \PAGE 3 

Paraaf en datum

Minute





Auteur	Toestelnummer	Classificatienummer

S.J.G. van Steenbergen	6885

	Datum	Uiterste verzenddatum	Verzendwijze

11-12-2008



Aan	Informatiekopie aan	Medeafdoening van ons kenmerk

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 

Binnenhof 4 

2513 AA  's-GRAVENHAGE

	Secr.,MT-EMC, DGEP/ plv. DGEP, KG Cons. Ruyter (ET)

Ammerlaan (CA)	

Medeparaaf en datum

- Verviers (WJZ) per mail akk. 11/12

- M.A. Visser (BSG)



Datum	Uw kenmerk	Ons kenmerk	Bijlage(n)

15 december 2008

EP/EMC / 8190598

	Onderwerp



	Antwoorden vragen leden Vos en Van Dam 



Bezoekadres	Doorkiesnummer	Telefax

Bezuidenhoutseweg 30	070 - 379 6885	070 - 379 6094

Hoofdkantoor

Bezuidenhoutseweg 30

Postbus 20101

2500 EC  's-Gravenhage	Telefoon 070-379 6106

Telefax 070-379 6154

Email f.heemskerk@minez.nl

Website www.minez.nl

	Behandeld door



S.J.G. van Steenbergen



Verzoeke bij beantwoording van deze brief ons kenmerk te vermelden