Antwoord op vragen van de leden Fritsma en Brinkman over het specifiek werven van moslims
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2008D22079, datum: 2008-12-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.E. van der Laan, minister voor Wonen, Wijken en Integratie
Onderdeel van zaak 2008Z04411:
- Gericht aan: C.P. Vogelaar, minister voor Wonen, Wijken en Integratie
- Gericht aan: G. ter Horst, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Indiener: S.R. Fritsma, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: H. Brinkman, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Geachte Voorzitter, Hierbij bied ik u mede namens mijn collega-minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de antwoorden op de op 15 oktober jl. door de Kamerleden Fritsma en Brinkman (beiden PVV) ingezonden schriftelijke vragen aan over ‘het bericht dat de gemeente Amsterdam toestemming heeft gevraagd aan de Commissie Gelijke Behandeling om specifiek moslims te mogen werven’ met kenmerk 2080902760. Voor deze Kamervragen is eerder om uitstel van de beantwoordingstermijn gevraagd, in de brieven met kenmerk DGW/I&I2008106491 en DGW/I&I 2008116278. Vraag 1 Bent u bekend met het bericht dat de gemeente Amsterdam toestemming heeft gevraagd aan de CGB om specifiek moslims te mogen werven? Antwoord Ik ben bekend met het bericht. Uit het bericht blijkt dat de gemeente Amsterdam voorkeursbeleid wil openstellen voor personen die hun herkomst hebben in een land met een islamitische achtergrond. Vraag 2 Wat vindt u ervan dat de gemeente Amsterdam het in haar hoofd haalt om moslims voor te trekken op gewone werkwillende autochtone Amsterdammers? Vraag 3 Kunt u uiteenzetten wat de meerwaarde voor de gemeente Amsterdam is om te werken met islamitisch in plaats van Nederlands personeel en welke objectieve maatstaven discriminatie tegenover de autochtone bevolking rechtvaardigen? Zo neen, waarom niet? Antwoord vraag 2 en 3 Uit het ambtsbericht dat ik heb opgevraagd bij de gemeente Amsterdam, blijkt dat de gemeente een diversiteitbeleid voert dat gericht is op het bevorderen van de instroom van vrouwen en allochtonen omdat de gemeente belang hecht aan een personeelsbestand dat een afspiegeling is van de beroepsbevolking, de gemeente wil inspelen op arbeidsmarktontwikkelingen en een herkenbare en integere overheid wil zijn voor alle inwoners. Het beleid van de gemeente richt zich primair op vrouwen en allochtonen omdat de gemeente heeft geconstateerd dat daar sprake is van een aanzienlijke achterstand. Bij de Dienst Milieu en Bouwtoezicht (DMB) blijkt met name het aantal Turkse Nederlanders en Marokkaanse Nederlanders of andere medewerkers met soortgelijke culturele achtergrond achter te blijven. De dienst streeft ernaar meer een afspiegeling te zijn van de Amsterdamse beroepsbevolking, om haar werk zo effectief mogelijk te kunnen uitvoeren. Omdat DMB heeft geconstateerd dat mensen met een Turkse, Marokkaanse of soortgelijke culturele achtergrond nauwelijks reageren op vacatures van de dienst, heeft de dienst gezocht naar mogelijkheden om de instroom van allochtoon talent te bevorderen. DMB heeft vervolgens in de advertentietekst in het bijzonder 'mensen die hun herkomst hebben in een land met een islamitische signatuur' opgeroepen om te solliciteren. DMB heeft gepoogd te verkennen welke mogelijkheden er zijn om onder meer met een aangepaste advertentietekst het beoogde resultaat te bereiken. Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam heeft aan de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) gevraagd haar diversiteitbeleid te beoordelen en te toetsen hoe dit beleid zich verhoudt tot de gelijkebehandelingswetgeving. De CGB geeft in haar tussenoordeel van 2 december jl. (2008-143) aan dat het concept-diversiteitsplan van de dienst op verschillende onderdelen nog onvoldoende is uitgekristalliseerd. De CGB vraagt de dienst nader te onderzoeken in hoeverre zij kan voldoen aan de voorwaarden voor het voeren van voorkeursbeleid en haar binnen 8 weken na het tussenoordeel te berichten op welke termijn het nieuwe beleidsplan aan de Commissie wordt voorgelegd. De gemeente Amsterdam heeft in het ambtsbericht nadrukkelijk aangegeven dat ‘toen ons College de desbetreffende advertentietekst onder ogen kreeg, het evenwel van oordeel was dat DMB en de gemeente Amsterdam geen onderscheid moet maken op grond van religie. Daarom zal DMB afzien van een mogelijke formulering in advertentieteksten waarin een dergelijk onderscheid wordt gemaakt’. Ik ben het daarmee eens. Ook ik vond de voorgestelde vacaturetekst niet goed. Vraag 4 Bent u van plan acties te nemen om ogenblikkelijk deze wantoestanden te stoppen en de verantwoordelijken op staande voet te ontslaan? Zo neen, waarom niet? Zo ja, welke? Antwoord De gemeente Amsterdam heeft inmiddels aangegeven dat zij bij het voeren van diversiteitbeleid geen onderscheid zal maken op grond van religie. Ik zie derhalve geen reden om in te grijpen in het gemeentelijk beleid van Amsterdam. Overigens behoort het ontslaan van gemeentelijke ambtenaren niet tot de bevoegdheid van een minister. Het streven van de gemeente Amsterdam om de instroom van vrouwen en allochtonen te bevorderen, sluit overigens aan bij de diversiteitdoelstellingen van de dit kabinet. Vraag 5 Kunt u uiteenzetten of er meer gemeenten zijn die kennelijk de islamisering van Nederland zo toejuichen dat ze louter nog moslims in dienst willen nemen? Zo neen, waarom niet? Antwoord Diversiteitbeleid moet voldoen aan bepaalde voorwaarden. Het voeren van een voorkeursbeleid op grond van religie is niet toegestaan. Gemeenten dienen zich te houden aan de voorwaarden zoals die in de Algemene Wet Gelijke Behandeling zijn gesteld. Het toezicht daarop is aan de CGB en aan de rechter. Ik ga ervan uit dat elke overheidsorganisatie zich aan de wet houdt en geen ongeoorloofd onderscheid maakt bij het voeren van diversiteitbeleid. Hoogachtend, de minister voor Wonen, Wijken en Integratie, E.E. van der Laan Pagina PAGE 3 van NUMPAGES 3 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 AE Den Haag Datum 16 december 2008 Betreft Beantwoording Kamervragen 2080902760 SHAPE \* MERGEFORMAT Afschrift aan W. Lee Archief Paraaf MWWI Paraaf BO Paraaf DG WWI Paraaf HDI&I Paraaf HCER Pagina PAGE 1 van NUMPAGES 3 Portefeuille Wonen, Wijken en Integratie Directie Inburgering en Integratie Coordinatie en Externe Relaties Datum 16 december 2008 Kenmerk DGW/I&I2008113602 Portefeuille Wonen, Wijken en Integratie Directie Inburgering en Integratie Coordinatie en Externe Relaties Rijnstraat 8 Postbus 20951 2500 EZ Den Haag www.vrom.nl www.vrom.nl Contactpersoon T 070-33 90505 Kenmerk DGW/I&I2008113602 Uw kenmerk 2080902760