[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden Ferrier en Ten Hoopen over de overstroming in Noord India

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2008D22135, datum: 2008-12-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z07624:

Preview document (🔗 origineel)


Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Binnenhof 4

Den Haag

Directie Azië en Oceanië

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag

Datum	    december 2008	Behandeld	Wierish Ramsoekh

Kenmerk	DAO-777/2008	Telefoon	070- 3485142

Blad	  PAGE  \* MERGEFORMAT  1 /1	Fax

	Bijlage(n)	1

wksc.ramsoekh@minbuza.nl

Betreft	Beantwoording vragen van   REF bm_txtLidLeden  \* MERGEFORMAT 
de leden    REF bm_txtnaam  \* MERGEFORMAT  Ferrier en Ten Hoopen  over 
 REF bm_txtonderwerp  \* MERGEFORMAT  de overstroming in Noord India 

	

Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister van Buitenlandse Zaken
en de staatssecretaris van Economische Zaken, de antwoorden aan op de
schriftelijke vragen gesteld door de leden Ferrier en Ten Hoopen over de
overstroming in Noord India. Deze vragen werden ingezonden op 26
november 2008 met kenmerk 2008Z07624/ 2080906180.

De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

Bert Koenders

	 



Antwoorden van de heer Koenders, minister voor
Ontwikkelingssamenwerking, mede namens de minister van Buitenlandse
Zaken de heer Verhagen en de staatssecretaris van Economische Zaken de
heer Heemskerk, op vragen van de leden Ferrier en Ten Hoopen (beiden
CDA) over de overstroming in Noord India.

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de berichtgeving rondom de overstroming in
Bihar, Noord-India, van 18 augustus jl.? 1) 

Antwoord

Ja 

Vraag 2

Deelt u de opvatting dat er haast geboden is bij de hulpverlening nu de
winter in aantocht is en miljoenen mensen moeten zien te overleven
zonder voedsel, drinkwater of een dak boven het hoofd? Zo neen, waarom
niet?

Antwoord

Door de overstromingen in Bihar werden in augustus 2008 4,5 miljoen
mensen getroffen. Volgens de laatste gegevens van UNDP en van het
noodhulpbureau van de Europese Commissie (ECHO) is het aantal mensen dat
momenteel hulp behoeft en nog in opvangkampen verblijft teruggebracht
naar rond 10.000 personen. Een groot aantal mensen is inmiddels
teruggekeerd naar hun dorpen. VN en ECHO geven aan dat er momenteel
voldoende hulp beschikbaar is.

Vraag 3

Op wat voor manier zou Nederland nu kunnen bijdragen aan het lenigen van
de acute nood? Is hierover al een verzoek van de Indiase regering
ontvangen? Zo ja, wat was uw reactie?

Antwoord

De Indiase overheid heeft internationaal niet om hulp gevraagd. Vanuit
de VN is dan ook geen verzoek om hulp uitgegaan naar de internationale
donorgemeenschap. Het Internationale Rode Kruis heeft evenmin een
internationaal hulpverzoek doen uitgaan. Wel heeft het op bescheiden
schaal eigen noodhulpfondsen ingezet. 

Nederland is een van de grootste donoren van het VN-noodhulpfonds CERF
(Central Emergency Response Fund), waaraan Nederland jaarlijks 40
miljoen euro bijdraagt. Deze bijdrage is ongeoormerkt en kan daar waar
noodzaak is door de VN worden ingezet. Uit dit VN-noodhulpfonds is tot
nu toe bijna 3 miljoen USD bijgedragen aan hulpactiviteiten van
VN-organisaties in reactie op de overstromingsramp in Noord India. 

Vraag 4

Op wat voor manier zou Nederland, met inzet van de grote kennis die hier
is op gebied van waterbeheer, kunnen bijdragen aan een structurele
oplossing in het voorkomen van dergelijke rampen in India en bent u
bereid hierover in overleg te treden met de regering van India?

Antwoord

Overstromingen in Noord India zijn voornamelijk het gevolg van buiten
hun oevers tredende rivieren door hevige neerslag bovenstrooms.
Nederland heeft als delta- en rivierenland veel ervaring met het
“temmen” van zijn rivieren. In het verleden gebeurde dat
voornamelijk door het bouwen van (steeds hogere) dijken, tegenwoordig
onder de dreiging van hogere afvoeren door klimaatverandering door meer
ruimte te geven aan de rivier (in de vorm van o.a. overloopgebieden). De
in Nederland aanwezige kennis heeft zeker relevantie voor de
overstromingen in Noord India, maar men dient zich wel te realiseren dat
Indiase wateringenieurs reeds over veel kennis beschikken. Er bestaan in
India en in de omringende landen al plannen voor zeer grote
infrastructurele werken, waaronder de bouw van grote stuwdammen en het
onderling verbinden van rivieren. Hoewel deze werken in eerste instantie
bedoeld zijn voor een betere verdeling van water in de droge(re) tijden
alsmede de opwekking van energie, kunnen deze ook in belangrijke mate
bijdragen aan de vermindering van de overstromingsrisico’s. Om redenen
van besluitvorming in de deelstaten, op federaal niveau en in regionaal
verband, zijn veel van deze projecten nog niet tot uitvoering gekomen. 

Aangezien India geen partnerland in het kader van
ontwikkelingssamenwerking is zal India toegang tot Nederlandse kennis en
ervaring zowel via commerciële kanalen, via de reguliere technologische
en wetenschappelijke samenwerking en via het interdepartementale
programma Partners voor Water kunnen verkrijgen. In het kader van het
EZ-programma Collectieve Promotionele Activiteiten heeft het Netherlands
Water Partnership een inventariserende missie georganiseerd voor
samenwerking op het gebied van watertechnologie.

   

Vraag 5

Kunt u in meer algemene zin aangeven hoe de Nederlandse regering de in
Nederland beschikbare kennis op het gebied van waterbeheer en
kustbescherming inzet in haar buitenlands beleid?

Antwoord

In de Kabinetsvisie op het waterbeleid “Nederland veroveren op de
toekomst” heeft het kabinet in algemene zin aangegeven hoe het op
mondiaal niveau met behulp van Nederlandse kennis en ervaring op het
gebied van waterbeheer en kustbeheer wil bijdragen aan het realiseren
van de millenniumdoelen en het oplossen van de wereldwaterproblematiek.

In lijn hiermee wordt in het kader van de bilaterale
ontwikkelingssamenwerking in  partnerlanden, mede met behulp van
Nederlandse kennis en ervaring, gewerkt aan de verbetering van het
waterbeheer. Bangladesh, Vietnam, Indonesië, Egypte en Mali zijn
hiervan enkele voorbeelden.

Het programma Partners voor Water bundelt de krachten van de Nederlandse
waterwereld om de internationale positie van de Nederlandse watersector
(bedrijven, overheden, NGO’s en kennisinstellingen) te versterken.
Daarnaast biedt het programma unieke mogelijkheden om de beschikbare
kennis op watergebied (waaronder waterbeheer en kustbescherming) in te
zetten in het buitenland. Zo wordt bijvoorbeeld in samenwerking met de
ambassade in Jakarta gewerkt aan het oplossen van de
overstromingsproblematiek van Jakarta. 

Ook voor India zetten publieke en private partijen de beschikbare kennis
op het gebied van water in middels samenwerking in het landenplatform
India van het Netherlands Water Partnership. 

1) CNN, BBC, EO