Nader rapport
Uitvoering van het op 25 oktober 2007 te Lanzarote totstandgekomen Verdrag van de Raad van Europa inzake de bescherming van kinderen tegen seksuele uitbuiting en seksueel misbruik (Trb. 2008, 58)
Nader rapport
Nummer: 2008D22153, datum: 2008-12-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.M.H. Hirsch Ballin, minister van Justitie ()
Onderdeel van zaak 2008Z09411:
- Indiener: E.M.H. Hirsch Ballin, minister van Justitie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie (2008-2010)
- 2008-12-17 13:15: Aanvang middagvergadering: regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2009-01-21 14:30: Procedurevergadering Justitie (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie (2008-2010)
- 2009-02-12 14:00: Uitvoering van het op 25 oktober 2007 te Lanzarote totstandgekomen Verdrag van de Raad van Europa inzake de bescherming van kinderen tegen seksuele uitbuiting en seksueel misbruik (Trb. 2008, 58) (31810) (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Justitie (2008-2010)
- 2009-06-03 14:30: Procedurevergadering Justitie (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie (2008-2010)
- 2009-06-08 10:30: Wetsvoorstellen ter goedkeuring en uitvoering van het Verdrag van Lanzarote inzake de bescherming van kinderen tegen seksuele uitbuiting en seksueel misbruik (31808 en 31810) (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Justitie (2008-2010)
- 2009-06-23 15:15: Stemmingen (Stemmingen), TK
- 2009-06-30 15:15: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (đ origineel)
Datum 8 december 2008 Onderwerp Nader rapport inzake het voorstel van wet tot uitvoering van het op 25 oktober 2007 te Lanzarote totstandgekomen Verdrag van de Raad van Europa inzake de bescherming van kinderen tegen seksuele uitbuiting en seksueel misbruik (Trb. 2008, 58). Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 11 oktober 2008, nr. 08.002939, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 14 november 2008, nr. W03.08.0428/II, bied ik U hierbij aan. Het is verheugend dat de Raad van State de strekking van het voorstel onderschrijft. Het voorstel heeft de Raad van State aanleiding gegeven tot het maken van Ă©Ă©n opmerking. Graag ga ik daar in het navolgende op in. De Raad merkt op dat uit de memorie van toelichting niet duidelijk blijkt waarom in het voorgestelde artikel 248d Sr, dat uitvoering geeft aan artikel 22 van het Verdrag, voor het bestanddeel âontuchtig oogmerkâ is gekozen. De Raad geeft aan dat niet zonder meer valt in te zien waarom niet is aangesloten bij het in de Nederlandse vertaling van artikel 22 van het Verdrag gebezigde begrip âvoor seksuele doeleindenâ. De Raad is van mening dat de voorgestelde formulering ertoe leidt dat in de delictsomschrijving tweemaal het bestanddeel âopzetâ is opgenomen, hetgeen zou leiden tot een geringere bescherming. Het voorgestelde artikel 248d Sr geeft uitvoering aan de in artikel 22 van het Verdrag opgenomen verplichting tot strafbaarstelling van het corrumperen van kinderen. Onder het corrumperen van kinderen wordt verstaan het opzettelijk een kind laten aanschouwen van seksuele handelingen voor seksuele doeleinden. Het begrip âfor sexual purposesâ, in de Nederlandse vertaling âvoor seksuele doeleindenâ, wordt in de delictsomschrijving van artikel 248d Sr geduid met het bestanddeel âontuchtig oogmerkâ. Daarmee is aangesloten bij de systematiek van het Wetboek van Strafrecht. In die systematiek vormt het bestanddeel âoogmerkâ de gebruikelijke implementatie van in internationale rechtsinstrumenten gehanteerde begrippen als âfor the purpose ofâ of âwith the aim ofâ, waarmee een voor strafbaarheid vereiste aanwezigheid van een bepaald doel bij de gedraging tot uitdrukking wordt gebracht. Zo spreekt bijvoorbeeld artikel 23 van het Verdrag (strafbaarstelling âgroomingâ) van het doen van een âintentional proposal (âŠ) for the purpose of (âŠ)â. Ook hier dient de gedraging (het doen van een voorstel) met een bepaald doel (het plegen van ontucht) te zijn verricht, hetgeen in het voorgestelde artikel 248e Sr eveneens is geĂŻmplementeerd met het bestanddeel âoogmerkâ. Anders dan de Raad veronderstelt, leidt zulks echter niet tot een dubbel opzetvereiste. Gedragingen die worden verricht met een bepaald oogmerk zijn immers per definitie opzettelijk. Dat geldt ook voor het gedragsbestanddeel âertoe bewegenâ in het voorgestelde artikel 248d Sr. Op grond van het bovenstaande ben ik van mening dat het voorgestelde artikel 248d Sr niet leidt tot een geringere bescherming dan de bescherming die artikel 22 van het Verdrag beoogt te bieden. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om in het voorstel van wet nog een enkele redactionele verbetering aan te brengen. Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde voorstel van wet en de memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden. De Minister van Justitie, IF REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT = " " " " " REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT Test " Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Directie Wetgeving sector straf- & sanctierecht Datum 8 december 2008 Ons kenmerk 5577081/08/6 REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 2 van SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT 2 Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Directie Wetgeving sector straf- & sanctierecht Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.justitie.nl Contactpersoon M.J. Alink Wetgevingsjurist T 070 370 7155 F 070 370 79 00 Ons kenmerk 5577081/08/6 IF SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT 2 > 1"Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 1 van SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT 2 " " " Pagina 1 van 2 Aan de Koningin