[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden Paulus Jansen, Depla en van Gent over het in rekening brengen van omzetbelasting aan huurders van woonwagens

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2008D22257, datum: 2008-12-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z07020:

Preview document (🔗 origineel)


Geachte voorzitter,

Hierbij doe ik u, mede namens de minister voor Wonen, Wijken en
Integratie, de antwoorden toekomen op de vragen gesteld door de leden
van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de heren Jansen en Depla en
mevrouw Van Gent.

Hoogachtend,

de staatssecretaris van Financiën,

J.C. de Jager

Antwoorden op vragen van de leden Jansen (SP), Depla (PvdA) en van Gent
(GL) aan de staatssecretaris van Financiën en de minister voor Wonen,
Wijken en Integratie over het in rekening brengen van omzetbelasting aan
huurders van woonwagens (2008Z0291 / 2080900690)

Vraag

Is het waar dat huurders van een woonwagen over de huur omzetbelasting
in rekening wordt gebracht terwijl huurwoningen in de Wet op de
omzetbelasting zijn vrijgesteld?

Zo ja, hoe valt dit te rijmen met het staand beleid dat woonwagens sinds
het afschaffen van de Woonwagenwet per 1 april 1999 beschouwd worden als
reguliere woonvorm? 

Bent u bereid om de Wet op de omzetbelasting aan te passen, zodat
woonwagens ook fiscaal gelijk behandeld worden als woningen?

Antwoord

Ja, de verhuur van woonwagens die als roerende zaak zijn aan te merken
is belast met BTW. De verhuur van goederen door een ondernemer is belast
met BTW. Een uitzondering daarop vormt de verhuur van onroerende zaken.
Die prestatie is in beginsel vrijgesteld. Op grond van deze
BTW-vrijstelling blijft de verhuur van onroerende zaken, waaronder de
verhuur van woningen die als onroerende zaak zijn aan te merken, buiten
de heffing van BTW. De verhuur van woonwagens die als roerende zaak zijn
aan te merken, is echter belast.

Het feit dat niet alle vormen van verhuur van woonruimte zijn
vrijgesteld van BTW is het gevolg van de keuze die de Europese
richtlijngever heeft gemaakt. Deze heeft vrijgesteld de verhuur van
onroerende zaken en niet de terbeschikkingstelling van woonruimte. De
Europese regelgeving biedt geen ruimte om de verhuur van roerende
woonwagens als vrijgestelde prestatie aan te merken. Gelet hierop acht
ik het niet mogelijk de Wet op de omzetbelasting 1968 zodanig aan te
passen dat ook de verhuur van bepaalde roerende zaken, zoals roerende
woonwagens, is vrijgesteld van BTW. Hierbij teken ik nog aan dat volgens
vaste rechtspraak van het Hof van Justitie het begrip onroerend goed een
autonoom communautair rechtsbegrip is. De uitleg van dat begrip kan om
die reden niet afhankelijk zijn van de uitleg die daaraan door een
lidstaat wordt gegeven. 

Directoraat-Generaal Belastingdienst



Datum

16 december 2008 

Ons kenmerk

DGB/2008/6236 U







	Pagina   PAGE   \* MERGEFORMAT  2  van   NUMPAGES   \* MERGEFORMAT  2 



Directoraat-Generaal Belastingdienst 

Korte Voorhout 7

2511 CW  Den Haag

Postbus 20201

2500 EE  Den Haag 

  HYPERLINK "http://www.minfin.nl"  www.minfin.nl 

Inlichtingen

dhr. L.J. Lengkeek 

T	070-3428882

F	070-3427910

l.j.lengkeek@minfin.nl



16 december 2008 



Ons kenmerk

DGB/2008/6236 U

Uw brief (kenmerk)

19 november 2008/2008Z07020/2080905580

Bijlagen

> Retouradres Postbus 20201 2500 EE  Den Haag

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA   DEN HAAG

Datum

16 december 2008 



 

Betreft	Het in rekening brengen van omzetbelasting aan huurders van
woonwagens 



	Pagina   PAGE   \* MERGEFORMAT  1  van   NUMPAGES   \* MERGEFORMAT  2