[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Pechtold over het innen van publiekrechtelijke vorderingen (gefiscaliseerde parkeerboetes e.d.) in het buitenland

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2008D22271, datum: 2008-12-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z05281:

Preview document (šŸ”— origineel)


Datum

16 december 2008

Onderwerp

Beantwoording Kamervragen van het lid Pechtold (D66) aan de inzake het
innen van publiekrechtelijke vorderingen (gefiscaliseerde parkeerboetes
e.d.) in het buitenland 





In antwoord op uw brief van 29 oktober 2008 zend ik u hierbij de
antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid Pechtold (D66) van uw
Kamer over het innen van publiekrechtelijke vorderingen (gefiscaliseerde
parkeerboetes e.d.) in het buitenland (ingezonden 28 oktober 2008). Deze
worden beantwoord zoals aangegeven in de bijlage bij deze brief. 



	

De Staatssecretaris van Justitie,

	

Antwoorden van de Minister van Justitie op vragen van het lid Pechtold
(D66) over het innen van publiekrechtelijke vorderingen (gefiscaliseerde
parkeerboetes e.d.) in het buitenland. (Ingezonden 28 oktober
2008,2080903890)

1

Wat is het beleid ten aanzien van de incasso van publiekrechtelijke
vorderingen (gefiscaliseerde parkeerboetes e.d.) op buitenlanders? 

ā€˜Publiekrechtelijke vorderingenā€™ is een breed begrip. Hieronder
vallen ondermeer door de rechter opgelegde boetes,
schadevergoedingsmaatregelen en ontnemingsmaatregelen,
transactievoorstellen van het Openbaar Ministerie (OM), verkeersboetes
en gefiscaliseerde parkeerboetes.

Boetes en schadevergoedingsmaatregelen worden door het OM voor
tenuitvoerlegging aan het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB)
aangeleverd. Indien de veroordeelde in het buitenland woont en er een
adres bekend is, zendt het CJIB een eerste aanschrijving ter voldoening
van het opgelegde bedrag naar dit adres. Indien geen betaling volgt,
verzendt het CJIB een eerste aanmaning, waarbij een eerste verhoging
wordt opgelegd. Volgt ook hierop geen betaling, dan wordt een tweede
aanmaning, met wederom een verhoging, verzonden. Indien ook hierop
evenmin betaling volgt, wordt de zaak in het Opsporingsregister (OPS)
opgenomen. Ook zaken waarin een poststuk onbestelbaar retour komt,
worden in het OPS opgenomen.

Ook bij ontnemingsmaatregelen wordt een aanschrijving naar de
veroordeelde in het buitenland verzonden indien een adres bekend is.
Wordt hierop niet betaald en heeft de veroordeelde geen bekende
vermogensobjecten waarop de sanctie kan worden verhaald, dan zal een
vordering lijfsdwang ingediend worden bij de rechtbank of het hof. Bij
toekenning daarvan kan de maatregel in het opsporingsregister worden
opgenomen. 

Indien er bij een door het OM aan het CJIB aangeleverd
transactievoorstel aan een buitenlandse overtreder sprake is van een
bekend adres in het buitenland wordt het transactievoorstel naar het
adres verzonden. Indien geen betaling volgt, wordt de zaak weer
overgedragen aan het OM, dat vervolgens beslist of er wel of niet tot
vervolging zal worden overgegaan. 

Bij verkeersovertredingen die vallen onder de werking van de Wet
administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) kan
een overtreding geconstateerd worden door staande houding van de
overtreder. Uitgangspunt bij buitenlanders is dat de sanctie ter plaatse
voldaan dient te worden. Bij een kentekenovertreding zal het kenteken
gekoppeld dienen te worden aan de naam en adresgegevens van de
kentekenhouder. Momenteel kent Nederland met drie landen een procedure
die ertoe leidt dat over en weer uitwisseling van kentekengegevens
plaatsvindt. Hierdoor is het voor Nederland mogelijk Duitsers, Belgen en
Zwitsers beschikkingen op te leggen en transacties aan te bieden voor de
door hen in Nederland gepleegde verkeersovertredingen. De overtreder
krijgt een eerste aanschrijving en indien het bedrag van de sanctie niet
(tijdig) is voldaan, kan een aanschrijving met een eerste en vervolgens
nog met een tweede verhoging worden verzonden. Indien de overtreder ook
hier niet (tijdig) op reageert, zal

de zaak in het opsporingsregister worden geplaatst.

Het opsporingsregister wordt geraadpleegd bij onder meer
(verkeers)controles door de politie en op Schiphol. Indien blijkt dat de
desbetreffende persoon een sanctie onbetaald heeft gelaten, dient direct
betaald te worden om door te kunnen reizen.  

2

Is er een grens gesteld aan de hoogte van publiekrechtelijke vorderingen
op buitenlanders die betekend worden via het parket? 

Zoals hierboven is beschreven, worden de meeste vorderingen via het CJIB
geĆÆnd. Dat geldt niet voor gefiscaliseerde parkeerboetes. Hier is
echter ook geen taak weggelegd voor het parket. Weliswaar heeft het OM
volgens het Haags Betekeningsverdrag uit 1969 een taak bij de betekening
van stukken in het buitenland, maar dit geldt alleen voor burgerlijke
zaken en handelszaken. Volgens artikel 3 van de Europese
Rechtshulpovereenkomst kan wederzijdse rechtshulp voor
bestuursrechtelijke overtredingen worden gevraagd en worden gegeven.
Voorwaarde is dan wel dat tegen de beslissingen beroep openstaat voor
een ook in strafzaken bevoegde rechter. Van beide is bij gefiscaliseerde
parkeerboetes (d.w.z. gemeentelijke belastingen) geen sprake. Wanneer
dergelijke boetes niet betaald worden, voert de gemeentelijke
belastingdienst het invorderingstraject uit. Politie, OM of CJIB hebben
daarin geen rol.

3

Werken alle parketten op uniforme wijze?

Zie het antwoord op vraag 2.

4

Hoeveel procent van de publiekrechtelijke vorderingen op buitenlanders
wordt daadwerkelijk doorgezonden naar de betreffende schuldenaren in het
buitenland?

Indien het adres in het buitenland bekend is, wordt in beginsel 100 %
van de vorderingen doorgezonden naar de schuldenaar in het buitenland.
Indien geen adres bekend is van de schuldenaar, wordt de persoon in het
opsporingsregister geplaatst. In deze categorie kunnen ook buitenlanders
zitten. Voor verkeersboetes geldt dat, zulks is inherent aan het
Nederlandse systeem, geen boete opgelegd kan worden indien geen adres
bekend is.

5

Bent u ervan op de hoogte dat in het buitenland geen beslag kan worden
gelegd voor publiekrechtelijke vorderingen?

De tenuitvoerlegging van een publiekrechtelijke vordering buiten het
eigen land vereist altijd een vorm van internationale strafrechtelijke
samenwerking met het land waar de vermogensobjecten van de overtreder
gelegen zijn. Samenwerking is mogelijk op grond van traditionele
wederzijdse rechtshulp. Op het terrein van tenuitvoerlegging gelden de
regels uit de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen (WOTS) in
samenhang met de toepasselijke verdragen. Het hangt derhalve af van de
aanwezigheid van een verdragsrechtelijke basis en de reikwijdte hiervan.
Opgemerkt dient hierbij wel dat de EU-kaderbesluiten inzake de
toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op geldelijke
sancties (PbEG L 76) en inzake de toepassing van het beginsel van
wederzijdse erkenning op beslissingen tot confiscatie (PbEG L 328) het
mogelijk maken de tenuitvoerlegging van strafvonnissen,
schadevergoedingsmaatregelen, verkeersboetes en ontnemingsmaatregelen
rechtstreeks over te dragen aan centrale autoriteiten in de
verschillende lidstaten, indien de overtreder daar zijn vaste woon- of
verblijfplaats dan wel inkomsten of vermogen heeft waarop de geldelijke
sanctie kan worden verhaald. Middels deze regeling kan ā€˜het
buitenlandā€™ de vordering zelf executeren en daarbij de geĆ«igende
executiemiddelen inzetten.

6

Hoeveel procent van de publiekrechtelijke vorderingen op buitenlanders
wordt betaald? 

Dit kan per soort vordering verschillen. Daarnaast is de hoogte van de
gemiddelde vordering verschillend. De percentages zijn gemiddelden van
de afgelopen 4 jaar. Bij de lichte verkeersboetes betaalt ruim 80 % van
de buitenlandse overtreders de vordering. Voor de boetevonnissen is dit
percentage bijna 60 %. Transacties kennen een betalingspercentage van
ruim 60%, schadevergoedingsmaatregelen zelfs ruim 65%. Bij
ontnemingsmaatregelen ligt dit op bijna 30 %. De kanttekening die bij
dit laatste percentage gemaakt dient te worden, is dat nog geen 25 zaken
per jaar open blijven staan. Een betrouwbare omvangsschatting is daarom
lastig te geven. Die varieert sterk van jaar tot jaar.

7

Hoeveel geld wordt er jaarlijks misgelopen doordat publiekrechtelijke
vorderingen niet te verhalen zijn op buitenlanders?

Transactievoorstellen doen hier niet ter zake nu na niet betaling van
het voorstel de zaak wordt overgedragen aan het parket ter beoordeling
van verdere vervolging.

Aan lichte verkeersovertredingen wordt gemiddeld per jaar 23 miljoen
euro opgelegd aan buitenlanders. Van dit bedrag staat gemiddeld tussen
de 3 en 4 miljoen euro open. Voor de boetevonnissen ligt per jaar het
openstaande bedrag, opgelegd aan buitenlanders, rond de 1,3 miljoen euro
van de 4 miljoen euro die totaal is opgelegd. De bedragen aan
schadevergoedingsmaatregelen opgelegd aan buitenlanders variƫren sterk,
van 150.000,- tot 500.000,- per jaar. Per jaar staat gemiddeld een
bedrag van 100.000,- nog open.

Bij deze openstaande bedragen dient de kanttekening gemaakt te worden
dat een deel van de openstaande bedragen in de toekomst nog betaald kan
worden. Daarnaast zullen in de nabije toekomst de kaderbesluiten inzake
de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op geldelijke
sancties (PbEG L 76) en inzake de toepassing van het beginsel van
wederzijdse erkenning op beslissingen tot confiscatie (PbEG L 328) de
tenuitvoerlegging van deze sancties tussen de Europese lidstaten
vergemakkelijken. De implementatiewet voortvloeiende uit het
kaderbesluit geldelijke sancties is op 1 december inwerking getreden.
Met betrekking tot het kaderbesluit conficatiebeslissingen dient
Nederland die implementatiewet (voortvloeiende uit het kaderbesluit
geldelijke sancties) weer aan te passen. Dit voorstel ligt momenteel bij
de Tweede Kamer.

8

Deelt u de mening dat, met het oog op de vervagende grenzen tussen
Europese landen,  het ongewenst is dat er regelgeving ontbreekt om
publiekrechtelijke vorderingen daadwerkelijk op buitenlanders te kunnen
verhalen? Zo ja, hoe wilt u voor verandering gaan zorgen?

Ik deel de mening dat het ontbreken van verhaalsmogelijkheden voor
publiekrechtelijke vorderingen op buitenlanders onwenselijk is. Het is
van belang dat een na een zorgvuldige procedure opgelegde sanctie,
eenmaal onherroepelijk, ook daadwerkelijk ten uitvoer wordt gelegd.
Bovengenoemde EU-kaderbesluiten bieden daarvoor een zorgvuldige
regeling. 

Deze Kaderbesluiten maken het mogelijk dat een beslissing rechtstreeks
wordt toegezonden door een centrale autoriteit in de beslissingsstaat
naar een centrale autoriteit in de uitvoerende staat. Er is geen
tussenkomst meer nodig van een officier of een rechter die zijn gezag
aan de beslissing dient te verbinden. Dit is de belangrijkste
vernieuwing bij de tenuitvoerlegging van geldelijke sancties en
confiscatiebeslissingen binnen de EU. Hierdoor wordt het verhalen van de
vordering op de overtreder vereenvoudigd. Vorderingen op buitenlanders
die verblijven in Ć©Ć©n van de EU-lidstaten en die hun verkeersboete,
boetevonnis of maatregel onbetaald laten, zullen in de nabije toekomst
onder de werking van Ć©Ć©n van de hierboven genoemde kaderbesluiten
vallen en ter executie worden overgedragen aan een andere lidstaat. 

  IF   REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT     = " " "

" "

  REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT  Test  

"   

 

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden

BJZ

Datum

16Ā decemberĀ 2008

Ons kenmerk

  REF dvRefGegevensOnsKenmerk \* MERGEFORMAT  5578882/08 

  REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT    	Pagina   PAGE \*
MERGEFORMAT  5  van   SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT  5  



Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden

BJZ

Schedeldoekshaven 100

2511 EX  Den Haag

Postbus 20301

2500 EH  Den Haag

www.justitie.nl

Ons kenmerk

5578882/08

Uw kenmerk

2080905490

Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden.

Wilt u slechts Ć©Ć©n zaak in uw brief behandelen.

 	  IF   SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT  5 > 1"Pagina   PAGE \* MERGEFORMAT
 1  van   SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT  5  " " "  Pagina 1 van 5   



> Retouradres Postbus 20301 2500 EH  Den Haag

Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA Den Haag