[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid De Wit over het gebruik van ‘uittrekselarresten’ door een gerechtshof

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2008D22383, datum: 2008-12-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z07513:

Preview document (🔗 origineel)


Datum

16 december 2008

Onderwerp

Beantwoording Kamervragen van het lid De Wit (SP) inzake het gebruik van
‘uittrekselarresten’ door een gerechtshof



In antwoord op uw brief van 25 november 2008 deel ik u mee dat de vragen
van het lid Van Velzen (SP) van uw Kamer over het gebruik van
‘uittrekselarresten’ door een gerechtshof (ingezonden 24 november
2008) worden beantwoord zoals aangegeven in de bijlage bij deze brief. 



	

De Staatssecretaris van Justitie,

	

2080906050

Antwoorden op de vragen van het lid De Wit (SP) aan de Minister van
Justitie over het gebruik van ‘uittrekselarresten’ door een
gerechtshof. (Ingezonden 24 november 2008)

1

Bent u bekend met de praktijk dat er in bepaalde gevallen
uittrekselarresten zijn gewezen door rechters, terwijl op grond van de
artikelen 345 en 365a van het Wetboek van Strafvordering hooguit een
‘verkort vonnis’ is toegestaan? Bent u ook bekend met het feit dat
de verdachte en de Hoge Raad vaak niet eens kunnen weten dat er
aanvankelijk een uittrekselarrest is gewezen, omdat dit niet is
meegezonden naar de Hoge Raad maar uit het dossier is gehaald? Hoe kan
het dat een rechter niet het gehele dossier krijgt meegezonden?

Antwoord

Ja, op basis van mij door de Raad voor de rechtspraak(Rvdr) verstrekte
inlichtingen is mij daaromtrent het volgende bekend. Gedurende enige
tijd is inderdaad bij twee gerechtshoven, Amsterdam en Leeuwarden,
gebruik gemaakt van een summiere aantekening arrest (het zgn.
uittrekselarrest) in door een meervoudige kamer (drie raadsheren)
behandelde zaken, terwijl de wet dat alleen voor enkelvoudig (één
raadsheer) behandelde zaken mogelijk maakt. Deze werkwijze bij genoemde
hoven was alleen voor de eenvoudigste meervoudige kamerzaken bedoeld.
Nadat de Hoge Raad in mei 2005 deze wijze van werken als in strijd met
de wet had afgewezen, zijn genoemde hoven hiermee ook direct gestopt.
Voor de enkelvoudige kamers is voorgeschreven dat, als cassatie wordt
ingesteld en het uittrekselarrest dus door een uitgewerkt arrest moet
worden vervangen, het uittrekselarrest uit het dossier wordt verwijderd.
Deze praktijk is door het gerechtshof Amsterdam in een aantal gevallen
óók toegepast bij de meervoudig behandelde zaken waarin - tot aan mei
2005 - een summiere aantekening arrest was gebruikt. De verdachte en
zijn raadsman wisten of konden weten door kennisneming van de beslissing
van het hof vanzelfsprekend in alle gevallen al of er met een
uittrekselarrest was volstaan. Daarmee is in die gevallen dus toetsing
in cassatie mogelijk. Ik verwijs u hieromtrent verder naar hetgeen het
hof te Amsterdam hierover in zijn persbericht van 24 november
jongstleden openbaar heeft gemaakt (te raadplegen via
www.rechtspraak.nl). 

2

Komt dit ook voor tussen rechtbanken en gerechtshoven?

Antwoord

Nee. De Raad voor de rechtspraak (Rvdr) heeft mij bericht dat de
rechtbanken in meervoudige kamerzaken geen analoge toepassing hebben
gegeven aan de voor enkelvoudige kamerzaken geregelde aantekening
mondeling vonnis.

3

Hoe kwalificeert u de praktijk van het wijzen van uittrekselvonnissen en
-arresten, waarin slechts de gegevens van de veroordeelde, de
kwalificatie van het feit, de pleegdatum en pleegplaats en de beslissing
(bijvoorbeeld ‘bewezenverklaring’) opgenomen zijn, en dat er dus
sprake is van een compleet ongemotiveerd arrest of vonnis? Acht u het
gebruik van uittrekselvonnissen en -arresten in strijd met de wet? Zo
neen, acht u deze praktijk onwenselijk? Zo neen, waarom niet? 

Een aantekening mondelinge uitspraak is voor de enkelvoudige zaken
waarin de wet het gebruik ervan toestaat een nuttig instrument. Van een
ongemotiveerde beslissing is geen sprake; de motivering wordt - zoals in
het strafprocesrecht overeenkomstig de wet veel meer voorkomt - alleen
uitgewerkt opgeschreven als het openbaar ministerie, de verdachte of
diens raadsman dan wel een benadeelde partij, daarom vraagt of als een
zg. gewoon rechtsmiddel (d.w.z. hoger beroep, cassatie) tegen het
rechterlijke oordeel wordt ingesteld.

4

Bent u bekend met het feit dat de Hoge Raad deze praktijk ook heeft
afgekeurd en dat het vastleggen van een beslissing in een
‘uittreksel’ tot vernietiging van de uitspraak en terugverwijzing
naar het Hof leidt? 1)

Antwoord

Ja, het arrest waaraan in de vraag wordt gerefereerd is mij bekend. De
Hoge Raad heeft overigens toepassing van de wettelijke regeling niet
“afgekeurd”, alleen de analoge toepassing daarvan door enkele
gerechtshoven in eenvoudige zaken die door een meervoudige kamer worden
behandeld. Uit de rechtspraak van de Hoge Raad blijkt van gevallen
waarin door of namens verdachte daarover wordt geklaagd, hetgeen tot
cassatie (vernietiging) en terugwijzing leidt.

5

Hoe vaak is het voorgekomen dat er uittrekselarresten- of vonnissen zijn
gewezen en deze uit het dossier zijn gehaald wanneer een hogere rechter
er over moest oordelen? In welke periode?

Antwoord

De Raad voor de rechtspraak (Rvdr) heeft mij het volgende bericht. In
Amsterdam is in een niet meer te achterhalen aantal van de gevallen
waarin cassatie is ingesteld én meervoudig behandeld was en tevens een
summiere aantekening arrest was gebruikt, het uittrekselarrest uit het
dossier verwijderd. Het verwijderen was in ieder geval geen vaste
praktijk. In Leeuwarden was het beleid juist dat een doorgehaald
uittrekselarrest in meervoudig behandelde zaken niet uit het dossier
werd verwijderd; er zijn geen Leeuwardense gevallen bekend waarin dat
wel is gebeurd. Voor het overige verwijs ik naar het antwoord op vraag
7.

6

Wat is de achtergrond van deze praktijk? Is dit een
‘efficiency-maatregel’? Heeft de rechterlijke macht tijdgebrek of is
er een andere reden vonnissen en/of arresten (in eerste instantie) niet
te motiveren en te volstaan met een uittreksel?

Antwoord

De wetgever heeft het gebruik van de aantekening mondelinge uitspraak
mogelijk gemaakt om zaken waarin dat zonder bezwaar mogelijk is
efficiënter af te handelen. Het gebruik ervan in meervoudig behandelde
zaken werd blijkens inlichtingen van de Raad voor de rechtspraak (Rdvr)
ingegeven door de wens bij een hoge werkdruk toch de doorlooptijd terug
te dringen.

Het uittrekselarrest is bij de betrokken twee gerechtshoven ook
gedurende korte tijd gebruikt door een meervoudige kamer, in de
eenvoudigste zaken. Zoals gezegd heeft de Hoge Raad dit gebruik echter
voor alle meervoudig behandelde zaken verworpen.

7

Is deze praktijk inmiddels beëindigd of komt het nog steeds voor dat er
uittrekselarresten of –vonnissen worden gewezen? Zo ja, hoe gaat u er
voor zorgen dat dit niet meer voorkomt en dat er op zijn minst een
verkort gemotiveerd vonnis of arrest wordt gewezen?

Antwoord

Het hof Amsterdam heeft sinds 2003 in de eenvoudigste MK-zaken gebruik
gemaakt van een uittrekselarrest, tot aan de datum van arrest van de
Hoge Raad in mei 2005. Het hof Leeuwarden heeft sinds 2004 in de
eenvoudigste MK-zaken gebruik gemaakt van uittrekselarresten, eveneens
tot aan de datum van genoemd arrest van de Hoge Raad. Het gebruik van
een uittrekselarrest om een beslissing van een meervoudige strafkamer
van een gerechtshof in vast te leggen is dus door de gerechtshoven
Amsterdam en Leeuwarden onmiddellijk na het arrest van de Hoge Raad van
24 mei 2005 gestaakt. Het is echter niet geheel uitgesloten dat zeer
kort na de datum van het arrest van de HR nog in een enkele meervoudig
behandelde zaak een uittrekselarrest is toegepast. Het hof Amsterdam
heeft er anderhalf tot twee jaar mee gewerkt, het hof Leeuwarden veel
korter. De bedoelde praktijk behoort sinds drie en een half jaar tot het
verleden.

1) HR, 24 mei 2005, NJ 2006, 433

  IF   REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT     = " " "

" "

  REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT  Test  

"   

 

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden

BJZ

Datum

16 december 2008

Ons kenmerk

  REF dvRefGegevensOnsKenmerk \* MERGEFORMAT  5579391/08 

  REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT    	Pagina   PAGE \*
MERGEFORMAT  3  van   SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT  4  



Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden

BJZ

Schedeldoekshaven 100

2511 EX  Den Haag

Postbus 20301

2500 EH  Den Haag

www.justitie.nl

Ons kenmerk

5579391/08

Uw kenmerk

2080906050

Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden.

Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen.

 	  IF   SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT  4 > 1"Pagina   PAGE \* MERGEFORMAT
 1  van   SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT  4  " " "  Pagina 1 van 4   



> Retouradres Postbus 20301 2500 EH  Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA DEN HAAG