[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Nader antwoord op vragen van de leden Gesthuizen en De Wit over de schadelijke gevolgen van het aantrekken van buitenlandse kenniswerkers

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2008D23338, datum: 2008-12-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.DOC), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z05709:

Preview document (šŸ”— origineel)


Hierbij doe ik u, mede namens de staatssecretaris van Justitie, de
antwoorden toekomen op de vragen van de leden Gesthuizen en De Wit over
de schadelijke gevolgen van het aantrekken van buitenlandse
kenniswerkers. De vragen zijn ingezonden op 3 november 2008. Op 19
november is een uitstelbrief naar u uitgegaan.

1 

Erkent u dat er een discrepantie zit tussen de uitspraak ā€˜De
conclusieā€¦dat kennismigranten leiden tot een braindrain uit
onderontwikkelde landen wordt gewoon niet gestaafdā€™ en de brief waarin
staat ā€˜Voor het ene land zullen de gevolgen van het vertrek van een
kennismigrant groter zijn dan voor het andere. In bepaalde regioā€™s en
sectoren bestaat dan ook braindrain.ā€™?

2

Waarom ontkent de minister van Economische Zaken het bestaan van
braindrain? Erkent u wel het bestaan van het risico dat er schadelijke
gevolgen kleven aan kennismigratie van specifieke groepen werknemers uit
bepaalde landen, en dat er over deze mogelijke negatieve gevolgen
vooralsnog te weinig bekend is? Zo niet, hoe beoordeelt u de mogelijke
negatieve gevolgen?

Antwoord 1 en 2 

Braindrain bestaat, dat wordt door mij niet ontkend. Er zijn
ontwikkelingslanden, die in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden
geschaad door het vertrek van hoogopgeleide talenten naar elders. De
gevolgen van deze braindrain zijn bekend; daarbij gaat het overigens
niet alleen om negatieve gevolgen, maar ook om positieve (o.a. de
geldovermakingen, ontwikkelen van internationale netwerken,
investeringen en vermindering van werkloosheid in het land van
herkomst). Dit neemt niet weg dat er terecht ook veel aandacht wordt
gegeven aan negatieve effecten, met name in de gezondheidszorg, voor
ontwikkelingslanden. 

Deze algemene erkenning in het tweede door u aangehaalde citaat geldt
niet voor het eerste door u aangehaalde citaat. 

Daar gaat het over de praktijk van de Kennismigrantenregeling in
Nederland. Via deze regeling krijgen werknemers boven een bepaalde
salarisgrens een soepele en snelle toegang tot ons land. Deze regeling
maakt het ook makkelijker om de zich snel ontwikkelende economische
relaties tussen ons land en de snel opkomende nieuwe economische
grootmachten goed te bedienen voor wat betreft het ermee gepaard gaande
zakelijke personenverkeer. Groeiende handelsbetrekkingen, investeringen
in elkaars economieƫn en zich snel ontwikkelende aan- en
uitbestedingsrelaties zorgen immers voor een groeiend zakelijk
personenverkeer. Kennismigratie in ons land wordt dus gedreven door de
groeiende verwevenheid van onze economie met die van anderen, zij is
voornamelijk gebaseerd op economische (bedrijfs)contacten met
niet-ontwikkelingslanden. Een blik op de top 10 van landen waar deze
kennismigranten vandaan komen (India, China, VS, Turkije, Indonesiƫ,
Australiƫ, Rusland, Japan, Zuid-Afrika, Canada), waarbij de top 3
alleen al goed is voor bijna 50% van de kennismigranten, onderbouwt deze
stelling. Nederlandse werkgevers werven nauwelijks kennismigranten uit
ontwikkelingslanden, vandaar de uitspraak dat Nederland geen braindrain
veroorzaakt.

De door u gesignaleerde discrepantie wordt dan ook veroorzaakt door de
verschillende context waarbinnen de door u aangehaalde citaten zijn
uitgesproken. 

3 

In welke regioā€™s en sectoren bestaat braindrain volgens de
staatssecretaris van Justitie? Hoe is dat gemeten en beoordeeld? 

Antwoord

Emigratie van hoger opgeleiden is voor een aantal landen, vooral
kleinere landen, problematisch: in bijvoorbeeld Sierra Leone, Tanzania
en Liberia is meer dan de helft van de artsen en verpleegsters
geƫmigreerd, hetgeen de gezondheidszorg in de landen van herkomst
verzwakt. In Ghana vertrokken in 2000 twee keer zoveel verpleegkundigen
als er in dat jaar hun diploma haalden. Twee jaar later schatte het
Ghanese ministerie van Volksgezondheid dat 57 procent van de vacatures
voor verpleegkundigen niet kon worden vervuld. 

Een recente analyse van de OESO suggereert echter dat internationale
migratie niet de belangrijkste oorzaak is voor het tekort aan
gezondheidswerkers in ontwikkelingslanden. Migratie kan wel bijdragen
aan een verergering van deze problematiek. Naast de pullfactoren die
gegenereerd worden door de groeiende vraag naar gezondheidswerkers in de
landen van bestemming spelen ook pushfactoren in de landen van herkomst
een belangrijke rol. Onaantrekkelijke arbeidsomstandigheden en
onvoldoende investeringen in basisgezondheidszorg zijn voorbeelden van
dergelijke pushfactoren.

Ook de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) schat in dat de regionale
tekorten aan gezondheidswerkers de aantallen gemigreerde
gezondheidswerkers uit deze regioā€™s ver te boven gaat. Van de 57
landen met een groot tekort aan gezondheidswerkers zijn er 36 in Afrika.
Driekwart van de Afrikaanse landen heeft te maken met een groot tekort
aan gezondheidswerkers. 

Braindrain kan, zeker op de langere termijn, vergezeld gaan van een
zogeheten brain gain. In landen met een opkomende economie, zoals China,
India, Zuid-Korea, Taiwan en Turkije, spelen emigranten bijvoorbeeld een
belangrijke innoverende en economische rol als transnationale
ondernemers. Voorts blijkt uit onderzoek dat geldovermakingen vaak een
positief effect hebben op onderwijsdeelname en opleidingsniveau van
achterblijvende kinderen.

 Hoewel emigratie van hoogopgeleiden in sommige landen en in bepaalde
sectoren, zoals de gezondheidszorg en het onderwijs, tot
personeelstekorten kan leiden, kampen veel ontwikkelingslanden
tegenwoordig met grootschalige werkloosheid onder hoger opgeleiden.
Emigratie van hoogopgeleiden kan derhalve leiden tot een verlaging van
de werkloosheid in ontwikkelingslanden. Bovenal leidt het echter tot het
aanbieden van werk dat beter aansluit op het opleidingsniveau van de
migrant. Naast het kunnen ontplooien van zijn of haar persoonlijke
talenten kan dit op de langere termijn weer leiden tot bovenvermelde
positieve effecten van migratie, tot brain gain.

4

Vanaf wanneer zal de ā€˜code of conduct voor ethische rekruteringā€™ in
gebruik zijn, en op welke wijze zal deze gedragscode bijdragen aan het
voorkomen van braindrain? Voor welke sectoren zal deze code komen te
gelden? Vindt u de vrijwilligheid van een gedragscode op zijn plaats, en
wat gebeurt er wanneer de gedragscode niet zal worden nageleefd?

Antwoord

In Nederland heeft de minister van VWS aan de zorgbranches gevraagd te
komen met een gedragscode, waarmee instellingen in de gezondheidszorg
gebonden worden om niet actief in (ontwikkelings)landen te werven die
zelf met tekorten te kampen hebben. De branches hebben op dit verzoek
nog niet formeel gereageerd. 

Binnen de EU is de discussie over een Code of Conduct met betrekking tot
ethisch verantwoorde rekrutering in de gezondheidszorg gestart.
Inmiddels is gebleken dat er tussen lidstaten grote verschillen van
inzicht bestaan en dat de kans dat een Europese Code of Conduct op korte
termijn van kracht wordt, klein is.

Binnen de WHO is in oktober een consultatieronde afgerond om een
Mondiale Code of Conduct tot stand te brengen. Wij zijn in afwachting
van de presentatie van de resultaten van deze consultatie.

Omdat bovengenoemde Codes nog niet van kracht zijn, kan nog niet
aangegeven worden wat de effecten ervan zijn. Een gedragscode past
binnen het maatschappelijk verantwoord ondernemen. Ook dat is op basis
van vrijwilligheid. Ik vind dat vooralsnog voldoende. Complicerende
factor bij een dwingende regeling is dat de Codes of Conduct alleen
betrekking hebben op actieve werving en niet op situaties dat
baanzoekers uit ontwikkelingslanden zelf reageren op vacatures die
werkgevers bijvoorbeeld op internet plaatsen. Het is niet wenselijk dat
het baanzoekers uit ontwikkelingslanden zelf wordt verboden om in een
ander land een betere toekomst te zoeken. In de praktijk is de grens
tussen actieve en passieve werving echter niet altijd helder te trekken.


In het VK is wel gebleken dat een dergelijke code ondanks haar
niet-dwingende karakter bijgedragen heeft tot verminderde vraag naar
gezondheidswerkers uit het buitenland en een intensivering van de eigen
opleiding van gezondheidswerkers. 

Het is wel van belang dat deze afspraken worden gemonitord, ook indien
zij niet dwingend is voorgeschreven. 

(w.g.)	Maria J.A. van der Hoeven

 Minister van Economische Zaken, dinsdag 28 oktober 2008, tijdens het
debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 8 oktober 2008 over de
Industriebrief 2008

 Verslag van een schriftelijk overleg inzake de blauwdruk modern
migratiebeleid, vastgesteld 27 oktober 2008. Kamerstuk 30 573, nr. 13,
vergaderjaar.

 Trendrapportage Regulier 2008 ( IND, september 2008)

 OECD 2007a

Volgvel minute

 \PAGE 4 

Paraaf en datum

Minute





Auteur	Toestelnummer	Classificatienummer

ehuster	6544

	Datum	Uiterste verzenddatum	Verzendwijze

13-11-2008



Aan	Informatiekopie aan	Medeafdoening van ons kenmerk

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Binnenhof 4

2513 AA  ā€˜s-GRAVENHAGE





Medeparaaf en datum

T.Verheule



Datum	Uw kenmerk	Ons kenmerk	Bijlage(n)



OI/O / 8201114

	Onderwerp



	Beantwoording vragen over de schadelijke gevolgen van het aantrekken
van kenniswerkers 



Bezoekadres	Doorkiesnummer	Telefax

Bezuidenhoutseweg 20, 's Gravenhage	070 - 3796544

	Hoofdkantoor

Bezuidenhoutseweg 30

Postbus 20101

2500 EC  's-Gravenhage	Telefoon (070) 379 89 11

Telefax (070) 347 40 81

Email ezpost@minez.nl

Website www.minez.nl	Behandeld door



Drs. E.D. Huster



Verzoeke bij beantwoording van deze brief ons kenmerk te vermelden